De tussenstand

CREATIEF VLAANDEREN MAAKT DE BALANS OP VAN DE VOORBIJE MAANDEN. DE GENTSE REGISSEUR KEVIN MEUL GEEFT DE VEELGEBRUIKTE BOY MEETS GIRL-HOEKSTEEN EEN BRUUSKE, AUTOBIOGRAFISCHE DRAAI IN ZIJN EERSTE GROTE FILM.

Welke andere film breng je graag met My First Highway in verband?

KEVIN MEUL: Ik kom altijd maar terug op A Swedish Love Story van Roy Andersson. Niet alleen is dat een van mijn favoriete films, hij blijft ook zijn waarde als inspiratiebron behouden. Het was Anderssons debuut, uit 1970, en in vergelijking met zijn andere werk is het helemaal niet zo uitgedacht. Het gaat over twee jongeren die het leven en de liefde ontdekken.

Inderdaad, waar heb ik dat onlangs nog gehoord?

MEUL: (lacht) Los van vormelijke of inhoudelijke invloeden baseer ik me toch ook altijd op iets wat mij in mijn persoonlijke leven heeft geraakt, hoor. My First Highway is een afrekening met mijn jeugd. Ik ben heel snel volwassen moeten worden. Plots kun je niet meer terug naar die naïeve, warme, veilige familieomgeving.

Wat is meestal het laatste wat je doet vooraleer je een film de deur uitstuurt?

MEUL: Er is natuurlijk de technische afwerking zoals kleurcorrectie en zo, maar op creatief vlak: de muziek, in dit geval gemaakt door Brent Vanneste van Steak Number Eight. Ik zocht iets dat het midden hield tussen fijngevoelige muziek à la Elliott Smith en Radiohead enerzijds, en iets fels zoals Oathbreaker anderzijds. Brent is al in een vroeg stadium muziek beginnen te maken, en op basis van die schetsen hebben we tot het einde geschaafd. Ik heb een vrij brede muzikale smaak, ja. Onlangs ben ik in Gent in het Gouvernement naar Infinite Bisous gaan kijken, een project van Rory McCarthy, een Brit die met Connan Mockasin en Mac DeMarco speelt – wat mij betreft twee indrukwekkende muzikanten. Heel feeërieke, stille muziek, en die moet je kunnen spélen voor een livepubliek. Maar mijn nieuwste ontdekking is Nkay Blessed, een jonge Belg die vroeger bij het hiphopgroepje Gangthelabel zat. Ik vind het echt internationaal niveau zoals hij rapt en muziek maakt. Hij kan hoge toppen scheren, tenminste als hij zich concentreert op zijn muziek, want ik heb al begrepen dat dat niet altijd zo is. (lacht) Niettemin: een talent om jaloers op te zijn.

Laten we vooral in je recente belevingen blijven.

MEUL: Ik was enorm onder de indruk van Fauda, een Netflixserie over het Palestijns-Israëlische conflict. Op een unieke manier gemaakt, want geschreven en geacteerd door iemand die zelf een verleden heeft in de Israëlische special forces. Dat maakt het authentiek, zoals de politieserie The Wire indertijd. In het begin weet je nog niet of je pro of contra moet zijn, wie goed is of wie slecht, maar gaandeweg besef je dat ze uiteindelijk allemaal verliezen. Een revelatie. Mag ik trouwens ook iets van mijn to-dolijstje noemen?

Voor één keer.

MEUL: Met stip genoteerd zelfs: David Hockney in het Tate in Londen. Mijn favoriete schilder in een grote overzichtstentoonstelling. Die zwembadseries zijn bijvoorbeeld ongelooflijk. Voor mij is hij een beetje de opvolger van Van Gogh: heel kleurrijk, heel subjectief en toch herkenbaar.

KURT BLONDEEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content