De tussenstand
Wat moeten ouders van nu het jonge grut in de handen stoppen als het eenmaal van zijn schermen is verdreven? Quinnie en Quinn, de nieuwe jeugdroman van Dimitri Leue, is een idee.
Je hebt het boek geschreven tijdens de eerste lockdown, op basis van een ruwe ingeving die je jaren geleden al eens met je dochter op papier had gezet.
Dimitri Leue: Klopt allemaal. Dit wordt een makkelijk interview! (lacht) Mijn dochter is nu zestien, maar we hebben de kiem van dat verhaal – dat toen nog De duizendste van honderdland heette – verzonnen toen ze nog op de lagere school zat. Het gaat over twee kinderen die aan een systeem ontsnappen waarin je aan de kleur van het plunje kunt zien hoe oud mensen zijn. Quinnie en Quinn zijn purper, de leeftijd waarop ze voor het eerst in contact komen met het andere geslacht en meteen kinderen moeten maken. Maar ze vragen zich af of ze, als gearrangeerd koppel, wel ideaal voor elkaar zijn, zoals de Grote Leider beweert. Dus vluchten ze.
Zijn er nog gebeurtenissen die je onlosmakelijk met de lockdowns associeert?
Leue: Ik werd twee keer gesjareld: net toen ik optredens had gepland, moesten de zalen dicht. Los daarvan zijn ook twee vrienden gestorven die boeken van mij hebben geïllustreerd: Tom Hautekiet – ook een Kakkewiet – en Vanessa Verstappen. Vanessa’s ambachtelijke houtsneden zijn werkelijk prachtig, niet te vergelijken met een tekening of schilderij. Die houwen in dat lindehout, daar voel je de intensiteit van het hele lichaam in. Haar vingers zaten altijd vol wondjes, van het uitschieten. Je ziet in haar werk veel tederheid en poëzie, maar ook pijn. Ze wilde terug naar haar kindertijd, vóór de drama’s in haar leven zich hadden voltrokken. Ik heb van haar een houtsnede gekregen, uit mijn boek Amber & S: een moeder en een dochter zitten in een hartje en pakken elkaar vast. Mooi maar ook een beetje verdrietig. Daar kijk ik elke dag naar. Pas achteraf besefte ik dat ik de enige was met wie ze boeken heeft gemaakt.
Wat heb je dit jaar zelf ter verpozing gelezen?
Leue: Doordat ik heel vaak in het Neteland heb gefietst, dacht ik dat ik maar eens Felix Timmermans moest ontdekken. Wel, ik ben zó blij dat ik dat gedaan heb. Pallieter: wat een schone beschrijvingen van de natuur staan daarin! Hij dicht de natuur een ziel toe, hoe bomen kunnen voelen en luisteren. Ik schrok ervan dat ik het zo goed vond. Daarnaast ben ik op Platero y yo van Juan Ramón Jiménez gebotst, voor mij zowat de Spaanse Timmermans. (lacht) Dat boek bevat prozaïsche gedichten, de bespiegelingen van een man die met zijn ezel wandelt. In die zin sluit het naadloos bij Pallieter aan: het gaat over levenslust, genieten van wat er is.
Nu we toch met z’n allen aan het stappen zijn geslagen: je had nog een tip over een Ardens beeldenpark, geloof ik.
Leue: In augustus heb ik met mijn dochter de GR57 afgewandeld, langs de Ourthe. In Comblain-au-Pont troffen we naast het kerkje en een prachtig panorama ook een verlaten openluchtmuseum met allemaal beelden uit blauwe hardsteen. Schitterende plek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier