De tussenstand
Na haar roman Stadspanters laat Astrid Haerens nu de dichtbundel Oerhert verschijnen, een ‘onveilige zoektocht in taal’, gedrukt op roze papier.
Astrid Haerens: Mensen denken dat schrijvers zich op hun gemak voelen in taal omdat wij er goed mee overweg kunnen. Maar bij deze gedichten voelde het alsof ik de taal moest temmen, alsof ik ermee worstelde. Bovendien gaat de bundel over systemen die je als mens klein houden: van gezins-, school- en relatiestructuren tot de maatschappij in haar geheel. Ik wilde ook onderzoeken in welke mate je lijf een herinnering opslaat of rouw verwerkt. Zo werd het een fysiek en niet zozeer een cerebraal schrijven. Het roze papier was een idee van ontwerper Eva Moulaert. Zij vond het een heel intieme bundel en wilde met dat roze suggereren dat die gedichten op mijn huid geprint zijn.
Wat ons naadloos bij andere materie brengt die indruk op je heeft nagelaten.
Haerens: Het recht op seks is een heel interessante essaybundel van filosofe Amia Srinivasan. Ze schrijft met grote openheid van geest over feminisme, porno en de politiek en ethiek van seks. Dat boek heeft mijn denken opgerokken. Zo wijst ze erop hoe mainstreamfeminisme de afgelopen decennia vooral gericht is op witte vrouwen en door het kapitalistische systeem ingekapseld is. Ze voert een pleidooi om meer te luisteren naar wie de macht niet heeft, en legt linken tussen bijvoorbeeld verkrachtingscultuur en racisme, thema’s die doorgaans afgesloten zijn van elkaar. Een aanrader. Qua poëzie vond ik Averno van Louise Glück heel mooi. Ik heb zowel de oorspronkelijk Engelse als de Nederlandse versie liggen, want ik vond het boeiend om te kijken hoe Radna Fabias bij haar hertaling tewerk is gegaan. Een hertaling van gedichten is altijd een beetje waanzin. Maar Fabias heeft het gedurfd en weet Glücks stem heel mooi te vatten. Het is heel eenvoudige, heldere, sobere poëzie waarin je toch veel laagjes ontdekt. Het gaat over verdriet en rouw maar er zit ook veel lucht in. Heel sterk werk zonder een hoge drempel, dat vind ik altijd fijn.
Vond je je gading ook buitenshuis?
Haerens: Mariske Broeckmeyer is een geluidskunstenares die een doctoraat over migraine en de stem doet en daaromtrent in het Guislainmuseum in Gent een expo heeft lopen, Cripur Cripour. Ze noemt het een ‘non-performance’: een kruising tussen een installatie en een opera. Met tekst, klank en verschillende installaties neemt ze je mee op een reis doorheen haar onderzoek. Heel indrukwekkend.
Dan laat ik je verder inpakken, want je vertrekt naar New York.
Haerens: Ik heb er mezelf alvast warm voor gemaakt door naar het tweede seizoen van How To with John Wilson te kijken. Een geniale serie! In docustijl geeft hij advies over heel banale dingen. Hoe je een praatje moet slaan of de restaurantrekening moet delen of zo. Hij trekt door New York met zijn camera en zo krijg je prachtige, kleine, soms ook absurde straattaferelen die hij tot een filosofisch verhaal aan elkaar plakt, op een niet- cringey manier. (lacht) Het geeft je keiveel zin om daar zelf te gaan ronddwalen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier