De tussenstand

CREATIEF VLAANDEREN MAAKT DE BALANS OP VAN DE VOORBIJE MAANDEN. ROOTSMUZIKANT WALTER BROES (EX-THE SEATSNIFFERS) BELEEFDE ZIJN NIET-AFLATENDE AMERICANADROMEN IN WOORDEN, DADEN EN UITERAARD OOK NOTEN.

Want heden circuleert Movin’ Up, het – dat dient hier toch even gedrukt – excellente debuut van het trio Walter Broes & The Mercenaries.

WALTER BROES: Ja, 2016 stond voor een groot deel in het teken van die plaat. Maar een ander gigantisch hoogtepunt was toch dat ik samen met mijn vrouw nog eens naar Amerika ben gereisd. Ongeveer een jaar geleden heb ik in Antwerpen mee een gitaarwinkel opgestart. Leuk maar hard werk, het was goed om eens van alles weg te zijn. Plus: ik ben graag in Amerika, voor de romantiek die ik bij enkele dingen ervaar.

Vertel ons alles.

BROES: Sowieso is er de muziek. Maar toen ik zestien was, heb ik ook On the Road van Jack Kerouac gelezen. Drie keer na elkaar zelfs. Natuurlijk – het is bijna klef – moest ik in de befaamde boekenwinkel City Lights in San Francisco mijn bibliotheek wel aanvullen met de original scroll-versie daarvan. Kerouac deed aan spontaneous prose, hij typte dagen en nachten na elkaar op een rol papier, aangedreven door te veel koffie en speed. Die rol is enkele jaren geleden geveild, en dankzij de media-aandacht is dat ongeredigeerde script toen in boekvorm gegoten. Kerouacs beatgeneratiegenoten William Burroughs en Allen Ginsberg figureren er nog in onder hun echte namen, en er staat bijzonder weinig interpunctie en iets meer schuttingtaal in. Maar na twee hoofdstukken was ik weer op dezelfde manier begeistert als op mijn zestiende, dertig jaar geleden. Ik denk zelfs dat ik een traan gelaten heb. Het was vertrouwd en toch weer een beetje nieuw.

Nog iets gekocht daar in Frisco?

BROES: Jazeker. De nieuwe biografie van Sam Phillips, geschreven door Peter Guralnick. Ik ben al sinds mijn tienerjaren bezeten van rockabilly, rhythm-and-blues en rock-‘n-roll, dus ik had wel al erg veel over Sun Records gelezen. Anderzijds kende ik Guralnick als de uitstekende schrijver van Sweet Soul Music, een indrukwekkend naslagwerk over southern soul. En inderdaad, Guralnick heeft me een hoop over Phillips verteld dat ik nog niet wist. Vooral dat Phillips veel meer een visionair en humanist was dan de geschiedenis van hem gemaakt heeft. Om maar iets te zeggen: in Memphis heeft hij een radiostation voor en door vrouwen gesticht. De Vijf van die tijd, maar beter, haha.

Het zou ongepast zijn om je geen muzikale tip te ontfutselen, Walter.

BROES: Wel, het tweede seizoen van True Detective heeft me dit jaar een leuk ontdekkinkje bezorgd: Lera Lynn. Je moet haar eens youtuben, je wordt gelijk verliefd. (lacht) Ze is een soort millenniumversie van Cowboy Junkies: een beetje country en gothic, mooie stem, moody en donker. Verder was ik zeer te spreken over de tweede plaat van JD McPherson, Let the Good Times Roll. Zijn debuut was nog de hit van het jaar in de vetkuivenscene, maar begon het zo goed te doen dat hij opeens in de Amerikaanse talkshows van David Letterman en Conan O’Brien langs mocht. Popmuziek die overal op nummer één zou staan, tenminste, als ik de wereld geschapen had.

KURT BLONDEEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content