De tussenstand
CREATIEF VLAANDEREN MAAKT DE BALANS OP VAN DE VOORBIJE MAANDEN. MET JENNY KEERT REGISSEUR, SCENARIST EN TV-ACTEUR DRIES HEYNEMAN DEZER DAGEN TERUG NAAR DE ROCK-‘N-ROLL VAN ZIJN VAKGEBIED: DE SOLOSHOW.
Het moet al van cabaretgroep Ter Bescherming van de Jeugd, jouw samenwerking met Tim Goditiabois, geleden zijn dat je nog op de planken hebt gestaan.
DRIES HEYNEMAN: Inderdaad. Daarna heb ik vooral voor anderen comedyvoorstellingen geschreven en geregisseerd, en via Bevergem ben ik bij tv terechtgekomen. Allemaal heel leuk, maar zo’n livepubliek is veel meer vinger aan de pols: als je de mensen niet in het eerste kwartier kunt pakken, mag je het vergeten. In Jenny speel ik een uitvergroting van mezelf. Ik vind mensen die rondlopen met een gigantische blinde vlek fascinerend, een heel specifieke trek die verhindert dat ze hun doel bereiken. Maar de laatsten om dat door te hebben, zijn zijzelf.
Kun jij, tevens man áchter de schermen zijnde, nog onbevangen van een comedyoptreden genieten?
HEYNEMAN: Neen, ik bekijk die veel te technisch. De laatste keer dat ik die knop wél heb kunnen omdraaien, was bij de try-out van de huidige voorstelling van Wim Helsen, Er wordt naar u geluisterd. Hij begon met de afscheidsbrief van iemand die zelfmoord heeft gepleegd. Blijkt dat je in diens uitvaartdienst zit en dat Helsen die leidt, als vervanger. Hij doet dat zó slecht dat hij amper de naam van de overledene kan uitspreken. (lacht) Letterlijk in een halve minuut ging het van bloedserieus naar in-je-broek-pissengrappig. Toen dacht ik nog eens: waw.
Wat is je opgevallen buiten je professionele domein?
HEYNEMAN:André Brasseur! Ik hou van zijn Hammond-muziek, maar evenzeer van het verhaal erachter. Die man heeft jarenlang in Wallonië een Eddy Wally-achtige tent gerund, om dan als late zeventiger weer volop in het volle licht te komen staan met dat hitje van hem, Early Bird, en die compilatie van Jan Delvaux. Zo’n man die achter zijn orgeltje zit, voor mij is dat een iconisch, nostalgisch beeld. Het doet mij denken aan hoe we vroeger soms ’s middags op café gingen eten in mijn thuisdorp Ruddervoorde en er zo’n gast wat classics zat te spelen op synthesizer, met allemaal halflege pinten voor hem. (lacht)
Je bent bedrijfspsycholoog van opleiding. Probeer je op dat vlak nog bij te blijven?
HEYNEMAN: Ik ben in elk geval geen grote fictielezer. Het laatste wat ik gelezen heb, is Tegengif van Oliver Burkeman. Ondertitel: Geluk voor mensen die een hekel hebben aan positief denken. Het gaat over hoe net het constante streven naar geluk ons in het ongeluk duwt. Weet je wat ik soms denk? Dat iedereen een gratis cursus statistiek zou moeten krijgen. Mensen die een gausscurve met standaarddeviaties snappen, nemen volgens mij betere beslissingen in het leven. Want ook natuurlijke fenomenen gedragen zich volgens een terugkerend patroon. Drieëndertig procent van de bevolking die naar extreemrechts neigt? Mij verwondert dat totaal niet. Verder heb ik nog Pervers: seksuele afwijkingen in ieder van ons besteld van Jesse Bering, een psycholoog die aan de unief van Belfast doceert. Ik ben ongelofelijk geboeid door perversie. Psychologisch gezien dan. (lachje)
KURT BLONDEEL
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier