Als Oliver Stone een film maakt over George W. Bush, dan is het normaal dat de controverse al losbreekt nog voor de prent zelfs maar afgewerkt is. De regisseur zelf blijft echter ijzig kalm bij alle heisa rond ‘W.’. ‘Veel mensen, en dan vooral Europeanen, lijken te denken dat Bush een tijdelijk fenomeen is omdat hij het Witte Huis in november verlaat. Bullshit. We zullen de gevolgen van zijn politiek nog generaties lang met ons meezeulen.’

George W. Bush heeft zijn neus verloren, en het stukje mens drijft ergens in een zwembad van de Amerikaanse Navy. Nee, Dubya gaat Michael Jackson niet achterna – het gaat in deze om een neusprothese – en we bevinden ons ook niet op een zeemachtbasis maar op de campus van de universiteit van Louisiana, diep in het Amerikaanse Zuiden. Hier werkt filmmaker Oliver Stone aan wat waarschijnlijk zijn meest controversiële prent ooit gaat worden: het levensverhaal van de meest controversiële Amerikaanse president aller tijden. Een biografie van George W. Bush – terwijl die nog in het Oval Office troont, no less – vraagt niet alleen een behoorlijke portie lef, maar ook en vooral voldoende doorzettingsvermogen. W.’s betrekkelijk kleine productiebudget (om en bij de dertig miljoen dollar) verplicht de filmcrew immers om een loodzwaar opnameschema aan te houden waar onder geen beding van afgeweken mag worden, ondanks alle tegenslagen en obstakels.

Zoals een neusprothese die zoek raakt, bijvoorbeeld. In een scène, die op ware gebeurtenissen gebaseerd is, moet de president – Josh Brolin, die onlangs schitterde in Oscarkampioen No Country For Old Men – een noodlanding op open zee oefenen in de vertrouwdheid van een zwembad. Die training diende als voorbereiding voor zijn landing op vliegdekschip USS Abraham Lincoln, op 2 mei 2003, waar hij in een beruchte toespraak het einde aankondigde van het geweld in Irak. Uiteindelijk is de neus echter terecht. Als de crew het materiaal opbergt en alles verhuist naar een andere locatie openen de hemel-sluizen zich en begint het hard te waaien. Stone lijkt geen last te hebben van het grillige weer: terwijl Brolin de crew het ene lachsalvo na het andere ontlokt met Bushisms in een vette, Texaanse tongval, straalt Stone een zenachtige rust en concentratie uit in de omgang met zijn medewerkers. ‘Soms, wanneer je denkt dat het een gemakkelijke dag gaat worden, loopt alles fout, en vice versa’, filosofeert hij. Na het einde van dit interview, zo rond acht uur ’s avonds, zal hij nog voor twee uurin de montagecel verdwijnen.

W. was een race tegen de tijd. Pas een half jaar geleden wist Stone het budget bij elkaar te schrapen en legde hij de laatste hand aan het script. Zoals het er nu naar uitziet, wordt de film in de VS uitgebracht enkele weken voor het land een nieuwe president verkiest op4 november – in Vlaanderen zal hij wellicht net voor ‘election day’ in de zalen komen. Niet dat Stone en co de uitslag van de verkiezingen willen beïnvloeden, al hoopt Brolin op een positief effect: ‘Misschien zullen mensen na W. iets beter nadenken over wie ze naar het Witte Huis stemmen. Zullen ze niet langer redeneren van ‘Met die kerel zou ik wel eens een pint willen pakken, dus hij moet president worden’, maar de echte problemen in dit land onder ogen zien.’ Hoe de uitslag in de box office of in de stembureaus ook uitvalt, één ding weet de acteur zeker: ‘Ik heb nog nooit aan zo’n uitzonderlijk project meegewerkt. Dat deze film überhaupt gemaakt kan worden is een overwinning op zich. Maar het is ook een sterke prent, tegelijk grappig, zielig en triest. Je zult lachen en je zult plaatsvervangende schaamte voelen. W. doet me aan Tarantino denken: het lijkt wel de presidentiële versie van Pulp Fiction.’

Stone ontkent alle beschuldigingen als zou zijn film een persoonlijke aanval op Bush zijn. ‘Hij is waarschijnlijk de slechtste president in de geschiedenis van de VS, en ik denk dat de geschiedenis niet mals voor hem zal zijn. Maar dat betekent niet dat er geen goed verhaal in zijn levensloop zit. Het is bijna Capra-esk: hij is een kerel met beperkte talenten, maar bezit wél de gave om zichzelf te verkopen. Het feit dat hij zich heeft moeten ontdoen van zijn vaders erfenis en het verlammende gewicht van zijn familienaam spreekt boekdelen: je moet hem toch bewonderen voor zijn doorzettingsvermogen? Als Fitzgerald vandaag nog leefde, had hij waarschijnlijk geschreven over Bush.’

Is deze film nog relevant met het einde van Bush’ ambtstermijn in zicht?

Oliver Stone: ( zucht) Veel mensen, en dan vooral Europeanen, lijken te denken dat Bush een tijdelijk fenomeen is omdat hij het Witte Huis in november verlaat. Als ik met Fransen of Engelsen praat, vragen ze me: ‘Waarom maak je net nu een film over Bush? Het is bijna afgelopen met hem.’ Bullshit. Als ze denken dat Bush verdwijnt, houden ze zichzelf voor de gek. Zijn politiek leeft immers verder. Onder zijn bewind is er onherroepelijke schade toegebracht aan de Amerikaanse grondwet en het zal veel werk kosten om dat weer recht te trekken. Amerikaanse burgers hebben heel wat van hun rechten moeten afstaan onder het mom van de strijd tegen het terrorisme: ook dat blijft een blok aan ons been. Orwells 1984 is realiteit geworden. De regering kan elk privéleven nu haarfijn in kaart brengen. Het Amerika van vandaag vertoont zoveel raakvlakken met het Duitsland van de jaren 30. Het probleem is dat het er allemaal zo goedaardig uitziet. Het kwaad toont zich niet aan de oppervlakte, dus we kunnen het niet zien.

Welk verhaal vertelt ‘W.’?

Stone: De film bestaat uit drie delen. We beginnen bij de jonge Bush. Nadien volgt de Bush van middelbare leeftijd, toen hij een gereformeerd christen werd en met het presidentsschap meer won dan hij zelf ooit had durven dromen. Ten slotte brengen we de periode tussen het begin van 2002 en maart 2003 in beeld, de aanloop naar de oorlog in Irak. Na die tijd weet de wereld wat er gebeurd is. Daar zit geen spanning meer in. Ik ben meer gefascineerd door de manier van denken van Bush en zijn entourage. Ze hebben zich een bepaald denkpatroon en taalgebruik eigen gemaakt en er de publieke opinie mee vergiftigd. Ze leggen aan niemand verantwoording af. En ze kregen wat ze wilden van het Congres en het volk: Bush werd herverkozen. Daar zit een heel goed verhaal in. Hoe redeneerden ze? Hoe waren ze in de omgang met elkaar? Hoe was de sfeer in zijn kabinet? Ik was er niet bij en kan het dus niet zeggen, maar ik zou het graag tonen. Mijn coschrijver Stanley Weiser en ik baseren ons op een twintigtal boeken, zoals die van Bob Woodward (de journalist die destijds mee het Watergateschandaal onthulde, en ondertussen al drie boeken schreven over de War on Terror; nvdr.) om te tonen hoe het was om met die acht mensen in dezelfde kamer te zitten, op het moment dat ze de gebeurtenissen van 9/11 kaapten om hun imperialistische plannen te ontvouwen.

Wat vind je van de theorie dat Bush een marionet is, terwijl anderen, zoals vicepresident Dick Cheney, de touwtjes in handen hebben?

Stone: Er zit een grond van waarheid in, al is het me net iets te gelikt. In de film betogen we dat hij verder naar de rechterzijde gedreven werd, naar een uitgangspunt dat militair geweld rechtvaardigde, door mannen als Cheney, Donald Rumsfeld (voormalig minister van Defensie; nvdr.) en vooral Paul Wolfowitz (onderminister van Defensie tot begin 2005; nvdr.). Bush’ reactie op de aanslagen van 9/11 was sowieso buitensporig, maar dat maakte deel uit van zijn temperament. Hij heeft een soort woede in zich die er altijd al geweest is. Hij mag dan nog zo’n overtuigd christen zijn, in se is hij een on-geduldig man. Een man die weinig moeite doet om zich te informeren, om te evolueren in zijn denken, om te schaven aan zijn karakter. Hij houdt van eenvoudige antwoorden, is intellectueel lui en kent de wereld nauwelijks omdat hij niet reist. Zijn reactie was dus erg zwart-wit. De cowboys tegen de indianen. Dat is de man ten voeten uit. Hij is ook heel trots. Ik denk niet dat Cheney hem zegt wat hij moet doen. Uiteindelijk is hij de man die beslist, die als laatste het licht uitdoet.

Hoe belangrijk was Laura Bush voor de verandering van haar echtgenoot?

Stone: Ze is cruciaal voor hem, net als de rest van zijn familie. Elizabeth Banks speelt haar voortreffelijk. Ze is niet bekend, maar zal mensen verrassen.

Heeft de ‘first lady’ politieke invloed op George?

Stone: Nee. Ze is erg traditioneel ingesteld: het beeld uit de jaren 50 van de vrouw die er altijd is voor haar echtgenoot. Very Texas.

Je zat in hetzelfde jaar als Bush in Yale. Hoe zou je hem beschrijven in zijn jonge jaren?

Stone: Ik kende hem niet. Van zijn type liepen er veel rond op Yale. Ze kwamen uit bevoorrechte families en stelden hun welstand niet in vraag. Ik vond het een voorrecht om daar les te mogen volgen, maar mijn achtergrond kun je bezwaarlijk rijk noemen. Mijn vader zat in die tijd in een echtscheiding en had moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Ik kom niet uit dezelfde klasse als een Bush of een Kerry. Die was me wél opgevallen op de campus. Toen kon ik al zien dat Kerry een leider was. Het leek net alsof hij al campagne begon te voeren om president te worden. Tijdens zijn debat met Bush, in de verkiezingen van 2004, vond ik het zo erg om te zien hoe die cowboy Kerry’s intellect door het slijk haalde. Iemand zou een boek over dat debat moeten schrijven. Het was als een filmklassieker waarin grof geweld het fijnere intellect overrompelt. In het eerste debat was er trouwens een moment waarop Kerry hem had kunnen afmaken. Bush hing in de touwen, hij zag sterretjes. Maar Kerry miste het killerinstinct om het te doen. Als hij Bush nog wat meer op stang had gejaagd, was die over de rooie gegaan. Dat zou een prachtig moment in de geschiedenis geweest zijn: Bush die razend wordt en door het lint gaat.

Maar intellect alleen volstaat blijkbaar niet om de stem van het Amerikaanse volk te winnen.

Stone: Het is een levensles. Het is ook iets wat ik vaak ondervonden heb. Hoe vaak vertrek je niet met de beste bedoelingen, en bots je op een muur van onbegrip en incompetentie? Soms verjaagt het slechte het goede.

Is het nog haalbaar om de film uit te brengen voor de presidentsverkiezingen beginnen?

Stone: Ik heb de verdelers beloofd dat ik mijn best zal doen. We werken keihard. Maar ik zou het niet erg vinden als de film in december of zelfs in januari uit zou komen, vlak voor de inwijding van de nieuwe president. Een ultiem afscheidscadeautje voor Bush.

‘W.’ is het derde deel in je zogenaamde ‘presidententrilogie’, naast ‘JFK’ en ‘Nixon’, twee films die vaak vergeleken worden met de koningsdrama’s van Shakespeare. Wat vind je daarvan?

Stone: Ik zou mezelf helemaal niet met Shakespeare vergelijken. Ik probeer om een scherp politiek drama te maken en Shakespeare kon dat niet. Hij werkte in opdracht – he had to kiss the ass of the royal court. Hij moest good guys maken van legendarische slechteriken als Henry IV en Henry V en had geen artistieke vrijheid. Bij JFK, Nixon en W. krijg ik de mogelijkheid om de films te maken zoals ik ze wil.

Je werk gaat vaak over de strijd van de underdog tegen het systeem. Waar komt dat vandaan?

Stone: Ik herinner het me alsof het gisteren was: ik zat in het vierde leerjaar, en iedereen pestte een jongen in mijn klas. Hij was niet erg aantrekkelijk en zat altijd alleen. En ik had medelijden met hem. Ik stond aan zijn kant en raakte in de problemen omdat ik hem verdedigde tegen de rest. Ik deelde een jaar lang in de klappen. Het gaf me al vroeg inzicht in de kleinere menselijke kantjes. Ik hou sowieso niet van conformisme. Dat zie ik steeds vaker opduiken, en niet alleen in mijn omgeving. Ook in de politiek en in de media. Die cultuur van politieke correctheid: ik walg ervan en verzet me ertegen met alle macht.

Vind je het jammer dat je zoveel stof doet opwaaien?

Stone: Ik wil dat mijn films geapprecieerd worden, dat mensen erover discussiëren. Weet je, ik ben al zo vaak vernederd geweest in deze business. Mensen kijken niet meer naar wat dieper zit. Het is allemaal zo oppervlakkig geworden. Ik hoop dat bioscoopgangers op een dag wat beter zullen kijken, dat er een nieuwe generatie aan zet komt die ziet dat ik veel diepgravende films gemaakt heb. Ik hoop dat de dvd dat proces zal versnellen.

Sommige van je films waren niet zo succesvol als je gehoopt had.

Stone: Aan die prenten werk ik op dezelfde manier als aan mijn succesvolle films – met al mijn passie en overgave. Heaven and Earth heeft het niet zo goed gedaan, maar ik hou van die film. Ik heb er hard aan gewerkt. Nixon was ook niet meteen een succes, ook al heb ik er alles voor gegeven wat ik in me had. De acteurs waren briljant, het verhaal was schitterend. Maar niemand liet er zijn slaap voor, toch niet in die tijd. Als ik dezelfde prent in 2006 of 2007 gemaakt had, ben ik zeker dat hij zou stunten aan de kassa vanwege de connectie met Bush. W. zal die link hopelijk wél leggen. Ik heb ook heel hard gewerkt aan U-Turn – ook geen succes. Die drie brachten het minst op van mijn films.

World Trade Center heeft het overal erg goed gedaan. De prent heeft Paramount Studios veel opgeleverd. Alexander, wat ze er ook over zeggen, deed het internationaal heel goed. En Any Given Sunday gooide hoge ogen in de VS. Ik heb hoogtes en laagtes meegemaakt. Maar ik ben nog steeds op post en hou nog altijd zielsveel van wat ik doe.

Nooit aan een carrière in de politiek gedacht?

Stone: Ik denk niet dat ik dat zou kunnen. Je moet ervoor geboren zijn. Je moet houden van onderhandelen, op een consensus kunnen aansturen. Al is het regisseren van een film ook wel als het zoeken naar een consensus. Maar goede politici zijn cruciaal voor onze samenleving. Ze vormen het cement van de maatschappij. Ik bewonder hen ten zeerste.

W.

Vanaf 29/10 in de zalen.

© IFA / Vertaling en bewerking Dieter Moeyaert

Door Ruediger Sturm; (D.M.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content