DE S-EXPRESS
Met Santa Monica won hij de Hercule Poirotprijs. Een gesprek met Bavo Dhooge over succes, humor en het virus dat alle genres aantast, erotiek in de misdaadliteratuur: ‘Over seks moet je niet schrijven, dat moet je doen.’
‘Een betere remedie voor mijn midlifecrisis is niet denkbaar’, lacht Bavo Dhooge terwijl hij zijn Santa Monica de lucht in steekt. ‘Ik ben net veertig geworden. De meeste mannen kopen dan een motor, nemen een nieuwe vrouw of maken een wereldreis. Dat is me gelukkig bespaard gebleven. Ik was met mijn zoon aan het tennissen toen ik het telefoontje kreeg om me te melden dat ik de prijs had gewonnen. Het was een vrijdagnamiddag, net na school, en we waren helemaal alleen. We hebben het meteen gevierd in het clubhuis. Met mijn debuut won ik de Schaduwprijs en drie jaar geleden kwam daar de Diamanten Kogel bij. Met de Hercule Poirotprijs maakt dat drie, wat meteen betekent dat ik alle prijzen heb gewonnen die er in Vlaanderen voor misdaadliteratuur worden uitgereikt.’
Dhooge is dan ook geen groentje. Santa Monica, met in de hoofdrol een Vietnamveteraan die in het LA van de jaren zeventig uitgroeit tot een inbreker die moeite heeft om anderen in zijn leven binnen te laten, is immers zijn 73e boek. Zoals steeds begint de titel ook nu weer met de letter S. Dat de jury net dit boek bekroont, is een terechte, maar ook een verrassende keuze, want voor het eerst in de geschiedenis van de Hercule Poirotprijs gaat een humoristische misdaadroman met de hoofdvogel lopen. ‘Ik vind het een uitgelezen kans om het brede publiek te laten kennismaken met een genre dat in Vlaanderen niet zo voor de hand ligt’, reageert Dhooge. ‘Humor is natuurlijk heel persoonlijk. Wat voor mij grappig is, kan voor een ander enkel flauw zijn. Dat heb je natuurlijk niet bij een historische of een psychologische misdaadroman. Af en toe sta ik stil bij mijn carrière en vraag ik me af of ik wil doorgaan op de weg die ik nu bewandel. Dan merk ik dat die komische roman mij toch wel na aan het hart ligt, en dat ik ervan overtuigd ben dat mijn beste werk eigenlijk nog moet komen: de perfecte combinatie van het komische, spannende en relevante. Maar één ding staat vast: ik ga zeker door met mijn reeks die zich in LA afspeelt.’
Een droge rechtbankroman, zou dat je liggen?
BAVO DHOOGE: Toevallig kreeg ik net de vraag van een uitgeverij of ik een dergelijk boek niet wilde schrijven. Ik heb het meteen geweigerd. Dat interesseert me in feite niet en het veronderstelt heel wat research. Je moet goed weten hoe het juridische systeem werkt. Kijk naar de kritiek van een aantal advocaten op De ridder, omdat die tv-reeks volgens hen niet overeenstemt met de werkelijke gang van zaken. Zoiets wil ik echt niet meemaken. De rechtbank is nochtans een omgeving die mensen ligt, merk ik. Vorig jaar ging de Hercule Poirotprijs ook niet toevallig naar Louis Van Dievels Hof van assisen. Maar ik wil enkel schrijven over zaken waarmee ik me kan identificeren en waarover ik iets weet.
Is er een onderwerp waarover je nooit zou schrijven?
DHOOGE: De Kerk misschien, omdat ik dat niet interessant vind. Alhoewel, ik heb ooit een Witse-roman geschreven waarin de verdachte een priester was. Er zijn weinig onderwerpen die niet kunnen in een misdaadroman. Neem nu dierenmishandeling. Daar is uiteraard niemand voor, maar precies daarom kan de strijd ertegen een goed boek opleveren. Taboes heb ik dus niet, maar dat wil nog niet zeggen dat ik voor alles geschikt ben. Vorig jaar kreeg ik de vraag om een erotische thriller te schrijven. Ik zag dat wel zitten en dacht: als we dan toch voor erotiek gaan, vliegen we er eens goed in, geen al te softe scènes, maar the real thing. Toen het boek half klaar was, heb ik het eens laten lezen door enkele mensen van de uitgeverij en het verdict was negatief. Ze vonden het te grof en merkten op – wat ik als een compliment opvat – dat mijn stem en stijl te nadrukkelijk aanwezig waren. Of ik me ooit nog aan een erotische thriller zal wagen, betwijfel ik. Ik lees trouwens ook niet graag erotische scènes. Over seks moet je niet schrijven, dat moet je doen.
En een doodserieuze roman?
DHOOGE: Die heb ik al geschreven, en hij is net uit: Schaduw van de koning, een historisch werk over de ballingschap van Leopold III in het kasteel van Laken tijdens WO II. De koning werd toen bewaakt door de Duitse kolonel Werner Kiewitz en die twee knoopten na verloop van tijd vriendschapsbanden aan. Zes jaar heb ik aan het boek gewerkt. Voor mij was het iets heel anders, omdat het niet humoristisch is en ik geen personages mocht bedenken. Ik diende me aan de historische feiten te houden, en precies doordat mijn personages echte mensen waren, gingen ze ook dichter op mijn huid zitten. Wat ik er interessant aan vond, is dat de koning zowel als de kolonel beslissingen moest nemen in een situatie waarin iedere beslissing verkeerd was. Leopold veranderde van een held die zijn land niet in de steek wilde laten, in een verrader die met Hitler onderhandelde over zijn troon en zich na de oorlog weigerde te verontschuldigen. Kiewitz klom op datzelfde moment op van een handlanger van Hitler, degene die het ultimatum aan Polen overhandigde, tot een rechtschapen man die inzag dat hij een ideologische fout had gemaakt, waardoor hij in de ogen van de nazi’s een verrader was en naar het Oostfront werd gestuurd.
De laatste tijd lijkt het goed te gaan met de Vlaamse thriller. Bob Van Laerhoven en Pieter Aspe worden naar het Engels vertaald en Toni Coppers’ boeken worden verfilmd. Ervaar je dat ook zelf zo?
DHOOGE: Ik had altijd te horen gekregen dat ik door mijn thrillers in LA te situeren weinig kans maakte op een vertaling of een verfilming. Tot mijn agent vorige maand met het nieuws kwam dat voor twee van mijn boeken de deal bijna rond is en er dus wellicht een Amerikaanse vertaling komt. Hier in Vlaanderen wil men dan weer Sioux blues verfilmen, de roman die enkele jaren geleden genomineerd was voor de Hercule Poirotprijs. Ook dat project zit in de laatste fase. Mij hoor je dus niet klagen.
Heb je nog een ultieme ambitie?
DHOOGE: Ik ben in feite al heel tevreden met wat ik heb bereikt. Schrijven geeft zin aan mijn leven. Wat had ik anders wel niet uitgevreten? Ambities heb ik dus niet. Ik schrijf van boek tot boek. Eind volgend jaar zit ik aan tachtig boeken. Stilaan komt het magische getal honderd in het vizier, maar daar durf ik nog niet aan te denken. Alhoewel, misschien heb ik al een titel: Ssst, het allerlaatste S-boek. Daarna zien we wel.
SANTA MONICA
Bavo Dhooge, Houtekiet, 288 blz.
Bij het Knack-pakket zit deze week een bon waarmee u het boek tegen een voordelige prijs kunt afhalen bij Standaard Boekhandel.
DOOR MARNIX VERPLANCKE FOTO JEF BOES
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier