DE RONDE

© VRT
Stefaan Werbrouck
Stefaan Werbrouck Ex-hoofdredacteur van Knack Focus en tv-freak

Zondag 10/4, 21.15 – één

Een goede serie kun je herkennen aan wat er niet in verteld wordt. Veel schrijvers van tv-reeksen hebben de neiging om alles te laten zien, omdat ze denken dat de modale kijker wel wat uitleg kan gebruiken om te kunnen volgen of omdat ze elke dramatische wending of spannende gebeurtenis het liefst helemaal uitpersen in de hoop wat extra tranen of angstkreten te ontlokken. In de beste series wordt er echter minstens evenveel gesuggereerd als openlijk getoond, en gaan de makers ervan uit dat je de kijkers niet bij het handje hoeft te houden.

Volgens dat criterium was De Ronde een uitstekende serie. En neen, we hebben het hier niet over die veelbesproken scène met de dwerg in een varkensmasker, een moment waarop we erg blij waren dat Jan Eelen veel aan de verbeelding overliet. Wij denken veeleer aan de uiterst spaarzame manier waarop het hele verhaal over het vluchtmisdrijf in de laatste aflevering een ontknoping kreeg. In plaats van Johan zijn schuld te laten bekennen tegenover politieagent Tommy en daarna Bart te laten instorten, beperkte Eelen de hele ontwikkeling tot enkele korte scènes van slechts een paar zinnetjes lang. Gevolgd door het beeld van Filip die van op Tommy’s achterbank met zijn dochter moest bellen, een moment waarin alle gevoelens en thema’s uit die verhaallijn – de schuld, de schaamte, de keuze tussen loyaliteit en verraad – vervat zaten, en dat die ene dramatische uitbarsting van Johan bij het ziekbed van Bart des te sterker maakte.

Ook veel andere verhalen eindigden op een heel sobere manier: het korte shot van Cancellara die zijn gezicht afdroogt, de blik tussen Miel en Rik nadat de uitzending van de koers voorbij was, de handdruk van Vera en Patrick, het glaasje sterke drank in de Havana, de onhandige knuffel tussen Lasse en Dieter… ze gingen bijna woordeloos voorbij, maar stonden bol van betekenis. Alleen voor het gedoe met de grasmaaier werden alle registers opengetrokken en werd er geschreeuwd en geruzied, al eindigde ook die verhaallijn in een simpel maar oh zo belangrijk zinnetje: ‘Ik heb de regie van de koers gedaan.’

Dat Jan Eelen met zo weinig woorden zo veel effect kon bereiken, getuigt van het vakmanschap dat hij in deze hele reeks aan de dag heeft gelegd. Om spaarzaam te kunnen zijn, moet je er immers voor zorgen dat je publiek helemaal in de personages gelooft, en daar is De Ronde volledig in geslaagd. De personages waren van in de eerste scènes levensecht en herkenbaar, en ook al kregen ze – door de aandacht die naar de wedstrijd ging – veel minder schermtijd dan in de meeste andere reeksen, toch zijn ze altijd blijven groeien. Eigenlijk is dat, nog meer dan de complexe opnameschema’s op de dag van de koers en de honderden uren beelden die geknipt en gemonteerd moesten worden, de echte tour de force uit deze serie.

Perfect was De Ronde niet: er waren personages die wat verloren liepen (de hele achterbank in de Dyramacauto bijvoorbeeld) en de extreemrechtse flurk die Johan Heldenbergh neerzette, ging er in de finale toch echt een beetje over toen hij een pistool tegen het hoofd van een vermeende dief hield. Maar dat waren schoonheidsfoutjes. Veel aandacht is de afgelopen weken gegaan naar de paar honderdduizenden kijkers die De Ronde verloren heeft, maar eigenlijk moeten we vooral blij zijn dat Eelen en co bewezen hebben dat er ook voor een moeilijke en uitdagende serie als deze een miljoenenpubliek is op zondagavond. Moge Terug naar Oosterdonk, de klassieker van Frank Van Passel die de coureurs komt aflossen, er zijn voordeel mee doen.

Lees nog meer recensies en bedenkingen in de blog Testbeeld op KNACKFOCUS .BE

STEFAAN WERBROUCK

‘Je moet zorgen dat je publiek in je personages gelooft – en daar is ‘De Ronde’ volledig in geslaagd.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content