DE REGELS VAN MATTHIJS
Donderdag 5/6, 23.15 – Canvas
Niets zo moeilijk als een vriend ten onder zien gaan. Dat ervoer de Nederlandse documentairemaker Marc Schmidt terwijl hij aan De regels van Matthijs aan het werken was. Die documentaire toont hoe Matthijs, die aan autisme lijdt, met de moed der wanhoop orde probeert te scheppen in de chaos om hem heen. Na een lang aanslepend conflict met de woningbouwvereniging wordt hij uit zijn woonst gezet en heeft hij geen vangnetten meer. En uiteindelijk pleegt hij zelfmoord. De film werd onder meer bekroond met een Gouden Kalf op het Nederlands Filmfestival.
MARC SCHMIDT: Matthijs en ik hebben samen de hele middelbare school doorlopen. De basis van onze relatie is altijd al een soort van intellectuele verwantschap geweest: samen praten, samen denken. En natuurlijk, als je elkaar zo goed kent, volgt er als vanzelf een emotionele band.
Wat wilde je precies vertellen met je documentaire?
SCHMIDT: In de eerste plaats wilde ik Matthijs beter leren begrijpen én zijn wereld en zijn strijd met de wereld zichtbaar proberen te maken voor anderen. Natuurlijk heeft de film ook met autisme te maken, maar in de eerste plaats gaat het om de persoon Matthijs.
Je kunt in De regels van Matthijs ook een kritiek lezen op de ondersteunende instanties, maar wat ik echt wilde tonen, was de machteloosheid die Matthijs voelde. En mijn machteloosheid. En die van de bevoegde instanties. Als ik echt een kritiek had willen uiten op die laatste, had ik meer moeten tonen wat ze wel en niet gedaan hebben en wat ze misschien hadden kunnen doen. Dat heb ik niet gedaan. Ik heb het subjectieve perspectief van Matthijs getoond.
Jij kwam zijn leven binnen met je camera, terwijl mensen met autisme net behoefte hebben aan structuur en voorspelbaarheid.
SCHMIDT: Ik heb altijd vooraf aangekondigd wanneer ik zou komen en wat ik precies kwam doen, maar het is niet zo dat ik vaste dagen of tijdstippen had. Matthijs had ook dat soort structuur niet in zijn leven – misschien is de oorzaak van alles wel dat zijn leven niet geordend genoeg was. Hij heeft op dat vlak altijd al weinig hulp en advies willen aanvaarden.
Maakte Matthijs deel uit van een wereld waar hij geen deel van wilde uitmaken?
SCHMIDT: Hij wilde wel, maar het is hem nooit gelukt. Nooit helemaal. Volgens mij was Matthijs ook moe van het voortdurende vechten. Elke week was ik bij hem, soms twee of drie dagen, en na twee dagen in zijn gezelschap was ik bekaf. Het vreet energie. Dat moet voor hem ook zo geweest zijn.
Je had natuurlijk een dubbel belang, als vriend en als documentairemaker. Hoe bewaarde je dat evenwicht?
SCHMIDT: Ik denk dat ik deze documentaire alleen maar heb kunnen maken omdat ik een vriend van hem was. Het werd echt een project van óns. Maar één keer zijn mijn twee rollen met elkaar in conflict gekomen, halverwege de film, wanneer Matthijs een overdosis heeft genomen. Toen heb ik eerst de camera aangezet en pas daarna hulp gebeld en dat ging zwaar tegen het gevoel in.
Toen ik hieraan begon, wist ik dat Matthijs suïcidaal was, ik had er met hem over gepraat. Maar erover praten en het zien gebeuren, dat is toch weer iets heel anders. Ik ben blij dat de docu er is, maar ik weet niet of ik het opnieuw zou doen als ik die keuze opnieuw zou kunnen maken. Deze documentaire is als een rollercoaster geweest: je stapt erin en je kunt er pas weer uit aan het einde van de rit.
GEERT VERHEYEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier