Terwijl de nationale cinema van steeds meer landen onder de pletwals van Hollywood bezwijkt, floreert de Iraanse film als nooit tevoren. Met dank aan de islamitische revolutie, die een machtig propagandamiddel als het bewegende beeld graag liet gedijen, en er de dissidente stemmen gratis bovenop kreeg. De vijf voornaamste vaandeldragers van de ‘Iraanse nouvelle vague’ op een rij.

Abbas Kiarostami

‘Film begint bij D.W. Griffith en eindigt bij Abbas Kiarostami’, orakelde nouvelle vagueprofeet Jean-Luc Godard ooit, en ook Quentin Tarantino en Martin Scorsese behoren al jaren tot zijn grootste fans. Het belang van deze filmer, schrijver, dichter, fotograaf, graficus, professor en dissident kan dan ook nauwelijks worden overschat, al was het maar omdat Kiarostami (1940) – steeds getooid met zwart maatpak en nog zwartere zonnebril – de postrevolutionaire Iraanse cinema definitief op de wereldkaart zette met zijn Gouden Palm voor Taste of Cherry (1997). Bovendien hielp hij al van in de jaren 70 de artistieke canon bepalen van het zogeheten Iraanse neorealisme, vooral getypeerd door een mélange van sociale en alledaagse onderwerpen, minimalistische visuele poëzie en filosofisch-morele overpeinzingen. Hoogtepunten uit zijn ruim 25 titels tellende en vaak gecensureerde cataloog zijn Where is the Friend’s Home? (1987), zijn vertederende doorbraakfilm over een 8-jarige jongen die op zoek moet naar het huis van een klasgenootje, Through the Olive Trees (1995), een tragikomische fabel over een regisseur die een film maakt op het Perzische platteland én zijn maatschappijkritische scenario’s voor The White Balloon en Crimson Gold, beide geregisseerd door leerling en collega Jafar Panahi.

Must-see TASTE OF CHERRY ‘Saai en inhoudloos’, noemde de Amerikaanse filmcriticus Roger Ebert Kiarostami’s magnum opus Taste of Cherry. ‘Gedurfd en intens poëtisch’, zo jubelden de meeste anderen, onder wie ook de juryleden van het filmfestival van Cannes die deze minimalistisch vormgegeven heimatfabel in 1997 bekroonden met de Gouden Palm. Centraal daarin: een suïcidale Ali-met-de-pet die met zijn aftandse Range Rover door Teheran tuft op zoek naar iemand die hem tegen betaling wil doden en daarvoor tevergeefs aanklopt bij een Koerdische soldaat, een Afghaanse seminarist en een universiteitsprofessor.

Sohrab Sahid Saless

Het ‘vergeten genie’ en de ‘eeuwige outsider’ van de Iraanse nouvelle vague studeerde kunst en literatuur in Wenen en Parijs, maakte in de jaren 60 en 70 tal van documentaires in opdracht van het Iraanse Ministerie voor Kunst en Cultuur, ontvluchtte zijn vaderland in 1974 als tegenstander van het sjahregime en ging daarna aan de slag in Duitsland. Voor Saless (1944-1998) eenzaam en anoniem stierf in de VS, zou hij in totaal zeven langspelers en vier tv-films maken die opvielen door hun repetitieve minimalistische stijl, hun dwingende analyse van maatschappelijke problemen als migratie, klasse en culturele identiteit en vooral: hun fundamenteel pessimistische levensvisie. De hoogtepunten: A Simple Event (1973), In der Fremde (1975), Ordnung (1980) en Still Life (1974), een melancholisch sociodrama waarvoor hij de Zilveren Beer kreeg te Berlijn.

Must-see UTOPIA Het drie uur durende Utopia (1982) schetst het verhaal van een misogyne pooier en zijn vijf hoeren, die stilletjes dromen van een luilekkerleven maar gevangen zitten in een duister Duits bordeel. Daar worden ze onderworpen aan allerlei vernederende rituelen die door Saless op een hiëratisch strenge manier worden vastgelegd. Een hallucinante trip waarin vorm versmelt met inhoud en humanisme met existentiële walging.

Dariush Mehrjui

Lou Reed-lookalike Dariush Mehrjui (1939) behaalde in 1964 zijn diploma film en filosofie aan de universiteit van Californië en wordt als voorganger van ‘westerse’ arthousefavorieten als Kiarostami en Makhmalbaf vaak beschouwd als de stamvader van de Iraanse intellectuele film. Hij was het die eind jaren 60 als eerste op de proppen kwam met films waarin de vormelijke experimenten van de Franse nouvelle vague werden gelinkt aan de alledaagse en sociale thema’s uit het Italiaanse neorealisme, met als resultaat: bedrieglijk eenvoudige heimatfilms met uitgepuurde dialogen, een ongekunstelde (amateur)cast en een vaak verrassende poëtische twist. Hoewel hij daarmee iconisch pionierswerk afleverde, zou Mehrjui later zowel artistiek als ideologisch een ingrijpende evolutie ondergaan: zo staat in recenter werk als Leila (1996) of The Pear Tree (1998) niet langer de onderklasse maar de weifelende bourgeoisie centraal, terwijl zijn oorspronkelijke enthousiasme voor de islamitische revolutie gaandeweg plaats ruimde voor een kritische en feministische kijk op de moderne Iraanse maatschappij.

Must-see THE COW Het internationaal gelauwerde The Cow (1969) husselt neorealistische en nouvelle vague-elementen dooreen en vertelt over een arme boer uit een desolaat dorpje die doodziek wordt wanneer zijn geliefde koe uit zijn leven verdwijnt, waarop hij uiteindelijk zelf verandert in een beest. Een van de lievelingsfilms van wijlen ayatollah Khomeini, al werd hij aanvankelijk door de sjahregering verboden vanwege zijn te franke uitbeelding van armoe en miserie.

Mohsen Makhmalbaf

Als radicaal anti-sjahmilitant zat Makhmalbaf (1957) vier jaar gevangen en werd hij pas na de islamitische revolutie van 1979 weer vrijgelaten. Maar die periode van gedwongen inactiviteit heeft hij inmiddels ruimschoots gecompenseerd. Sinds zijn schoolse en ronduit pro-fundamentalistische regiedebuut in 1982 ontvouwde de autodidact zich tot Irans meest productieve filmentrepreneur, met een output van 16 langspelers, 33 scenario’s, 27 boeken en tal van andere bekroonde en/of verboden films waaraan hij meewerkte als monteur, cameraman, acteur of producent. Bovendien richtte Makhmalbaf – die als new waveboegbeeld evolueerde van fanatiek tot liberaal islamiet – in 1995 het invloedrijke maar inmiddels alweer ter ziele gegane Makhmalbaf Film House op, zijn eigen filmatelier in Teheran, waar hij ook echtgenote Marzieh Meshkini (bekend van het feministische The Day I Became A Woman uit 2000) en zijn piepjonge maar zeer getalenteerde dochter Samira (zie: Blackboards (2000) en At Five in the Aftnernoon (2003)) de knepen van het vak leerde. Bekendste films: The Cyclist (1987), Gabbeh (1995) en Kandahar (2001).

Must-see A MOMENT OF INNOCENCE In het autobiografische drama A Moment of Innocence (1997) doet Makhmalbaf de steekpartij op een sjah-politieman die hem indertijd in de cel deed belanden nog eens dunnetjes over. Vertrekpunt van deze licht absurde film-in-de-film is het moment waarop een regisseur – een rol voor Makhmalbaf zelve – dik twintig jaar na de feiten plots het bezoek krijgt van de politieman in kwestie, die dolgraag acteur wil worden en dan ook naar een rol hengelt in zijn ‘eigen’ film. Wat volgt, is een dromerige meditatie à la Rohmer over wroeging, dissidentie en de helende kracht van cinema, met het winterse Teheran als ruw en poëtisch decor.

Jafar Panahi

Panahi (1960) – die ooit nog als soldaat aan het front van de Iraans-Iraakse oorlog diende – studeerde midden jaren 80 af aan het College voor Cinema en Televisie (het invloedrijke, indertijd zelfs door ex-president Khatami gesteunde filmatelier van Teheran), maakte een aantal tv-films voor de staatstelevisie en ging daarna aan de slag als assistent van Abbas Kiarostami. Het is ook onder invloed van die laatste dat Panahi steeds meer de dissidente en artistiek eigenzinnige toer opging, wat in 1995 resulteerde in The White Balloon, Panahi’s eerste film die ook buiten de Perzische grenzen werd vertoond. Meer internationale erkenning en gedurfde films volgden, zoals het met een Gouden Leeuw bekroonde vrouwenrechtendrama The Circle (2000), waardoor Panahi tegenwoordig zo’n beetje te boek staat als het goudhaantje van de Iraanse nieuwe golf.

Must-see CRIMSON GOLD Het door Kiarostami neergepende Crimson Gold (2003) wordt ook wel eens de ‘Iraanse Taxi Driver‘ genoemd en brengt een indringende analyse van een in hypocrisie zwelgende klassenmaatschappij. De film opent als een neorealistische heistmovie met een overval op een juwelierszaak die totaal uit de hand loopt en toont vervolgens in flashback wat de klungelige overvaller – een eenzame pizzakoerier die met zijn brommer dagelijks door de rijke villawijken van Teheran tuft – tot zijn wanhoopsdaad heeft gedreven. Een aangrijpend doemsportret over klassenverschillen, grootstedelijke spleen en dagdagelijkse vernederingen.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content