De onvoltooide
Eerste zin ‘Ik heb hem leren kennen gedurende die merkwaardige weken in het voorjaar waarin een aanzienlijk deel van alle menselijke activiteit abrupt tot stilstand was gekomen.
In 1892, nog maar twintig jaar oud, keert de jonge beloftevolle dichter Paul Valéry zich na een diepe identiteitscrisis af van het artistieke en emotionele leven. Geen poëzie meer voor hem, en ook geen frivole liefde. Hij wil voortaan alleen nog het niet-zijn betrachten en brengt daar dagelijks in zijn Cahiers verslag over uit. Duizenden bladzijden schrijft hij in de decennia volgend op zijn crisis, een werk zonder einde dat door zijn opzet niet anders dan onvoltooid kan blijven.
Voor Bernhard Nevens, het hoofdpersonage uit Peter Nijssens debuutroman De onvoltooide, zijn Valéry’s Cahiers symptomatisch voor de moderne kunst, waarin wel meer onvoltooide werken gemaakt werden, de achtste symfonie van Schubert bijvoorbeeld, Walter Benjamins Passagenwerk of Robert Musils De man zonder eigenschappen – 1800 bladzijden, maar geen einde. Al een kwarteeuw wil cultuurjournalist Nevens een essay over het onvoltooide in de kunst schrijven, maar pas wanneer midden maart 2020 het land op slot gaat door corona vindt hij daar de tijd voor. Zijn vrouw moet naar het zuiden van het land om haar zieke moeder te verzorgen, zijn zoon zit vast in Australië en zijn dochter verhuist naar haar vriend in Rotterdam. En dus blijft Bernhard alleen achter in zijn Utrechtse Vinex-wijk.
Al is hij niet altijd alleen, want tijdens een fietstochtje raakt hij aan de babbel met Wijnand Veldert, een voormalige wielrenner en filmmaker die Bernhard tijdens wandelingen en met wijn besproeide etentjes zijn leven uit de doeken doet. ‘Het betekent allemaal niets, dat onvoltooide,’ geeft Veldert zijn gesprekspartner mee, ‘er raakt zoveel niet af.’ Al begin je je als lezer steeds vaker af te vragen of het leven van Veldert zelf ook geen illustratie is van het onvoltooide. Bestaat hij trouwens wel echt?
Peter Nijssen, hoofdredacteur bij uitgeverij De Arbeiderspers, schrijft niet alleen verleidelijk goed, waarbij hij als een late romanticus duidelijk oor heeft voor de muzikaliteit van de taal, hij speelt ook graag intellectuele spelletjes. Hoe kan een roman over het onvoltooide eindigen? Is dit trouwens wel een roman, of is het een verdoken essay? Dat op zich ook weer onvoltooid moet blijven? De onvoltooide kun je niet lezen zonder een glimlach op de lippen.
De onvoltooide ****
Peter Nijssen,
De Geus, 256 blz., ? 21,50.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier