‘DE MENSHEID IS EEN VOGEL VOOR DE KAT’
Misdaad en meer. Zo borstelt de Franse succesauteur Franck Thilliez zijn ‘steek er wat van op’-thrillers bij elkaar. Vandaar: zijn tweeluik over niets minder dan de wortels van het kwaad, dat vooral in sluitstuk De schakel ijzersterke faction oplevert. ‘Sinds ik schrijf, heb ik bijna geen nachtmerries meer.’
Dat u en ik slechts een onooglijke twee procent van ons DNA níét delen met de chimpansee, dat stukje kaas had u wel al van de evolutiebiologie gegeten. Maar wist u dat er in agressieve samenlevingen altijd meer linkshandigen hebben rondgelopen dan in andere? Of dat mensen en virussen in een soort co-evolutionaire wapenwedloop zijn verwikkeld, waarbij die laatste allerlei prehistorische tijdbommen in ons planten? Of dat een cro-magnonmens die het dertigduizend jaar geleden aan de stok kreeg met een familie neanderthalers misschien wel de eerste seriemoordenaar was?
Franck Thilliez, die samen met andere thrillerauteurs zoals Maxime Chattam, Patrick Graham en Jean- Christophe Grangé in de deelverzameling ‘de Franse Stephen Kings’ wordt ondergebracht, zoekt de invalshoeken voor zijn psychologische politieromans nog het liefst in de wetenschap. Minder origineel zijn ’s mans hoofdpersonages Lucie Henebelle en Franck Sharko, taaie maar door demonen geplaagde flikken – types waarmee men in thrillerland inmiddels een heel korps kan samenstellen. Maar voor de diptiek Het weeshuis en De schakel mag u niettemin gaan zitten. In het eerste deel onderzoekt Thilliez de manier waarop geweld zich vandaag verspreidt – de horizontale beweging ervan. De schakel vormt de verticale pendant: hoe kon de menselijke bruutheid gedurende de afgelopen millennia zo ongebreideld woekeren? Via genetische of culturele wegen? En hoe weeft men daar ook nog eens een ijzingwekkend verhaal rond?
Ga er maar aan staan.
FRANCK THILLIEZ:(lacht) Och, de wetenschap is mijn basis: ik ben van opleiding ingenieur. Vijfduizend pagina’s research doorploegen, dat ligt me wel. Zeker als je je op een onderwerp als geweld stort, wat toch de motor is van elke thriller. Zelfs van veel gewone romans.
Voor ik aan deze twee boeken begon, wist ik van de evolutietheorie weinig meer dan een beetje Charles Darwin. Maar ziedaar een van de grote voordelen van voltijds schrijver zijn: je kunt jezelf het plezier schenken om een bepaald fascinerend onderwerp grondig te bestuderen, en dat te kruisen met je eigen fantasie. Ik maak me sterk dat de lezers dat plezier ook gewaarworden. Dit boek begint bijvoorbeeld met een moord in een apenkooi. Welnu, ik wist niet dat chimpansees kunnen leren om met mensen te communiceren.
Ik had er dan weer geen flauw vermoeden van dat linkshandigen in onze samenleving eigenlijk geen functie meer hebben.
THILLIEZ: In feite niet, neen. Dat was vroeger, in culturen waarbij het geweld nog puur fysiek was, nog anders. Enkel in contactsporten kan linkshandigheid vandaag nog een voordeel zijn, omdat een rechtshandige bokser bijvoorbeeld geen aanval van links verwacht. Linkshandigheid is een relict, net zoals wijsheidstanden: gedoemd om ooit te verdwijnen. Interessant, toch? Ach, ik ben zo veel te weten gekomen dat ik me soms heb moeten beheersen om het verhaal niet uit het oog te verliezen. Neem het fenomeen van co-evolutie: het ene organisme dat evolueert om het andere te dienen.
Zoals de koe die meer melk is gaan produceren naarmate de mens lactose beter kon verteren.
THILLIEZ:Voilà. Helaas heeft de natuur het zo geregeld dat ook allerlei virussen zich in wisselwerking met de mens hebben ontwikkeld. Je zou van virussen haast kunnen beweren dat ze intelligent zijn, zoals ze een lichaam binnendringen, maar zich daar verstoppen om pas later actief te worden. Het zijn als het ware tijdbommen, slapende cellen, bedoeld om ons immuunsysteem om de tuin te leiden. Maar wat mij in heel mijn onderzoek het meest heeft verrast, is het DNA, te beseffen dat het de tijd markeert en dat heel ons menselijke verhaal daarin vervat zit.
Ik ben uitermate verheugd dat ik beroepshalve de vraag eens kan stellen: welke rol vervullen wij feitelijk in het universum?
THILLIEZ: We zijn maar een etappe in de hele evolutie, een heel minuscule bovendien. Het rijk van de dinosaurussen heeft een dikke honderdvijftig miljoen jaar geduurd, de mens zoals we die vandaag kennen, loopt nog maar zo’n tweehonderdduizend jaar rond. Als je dan ziet in welk ijltempo we de planeet naar de verdoemenis helpen, besef je dat we een vogel voor de kat zijn. (lacht) Wellicht heeft de natuur niet voorzien dat de mens zich zo snel zou ontwikkelen. Met als gevolg dat ze de kluts kwijt is. Voor het eerst slaagt de evolutie er niet meer in ons bij te benen. Het is de mens die nu de knopjes bedient, en niet alleen zijn eigen lot, maar ook dat van andere soorten in handen heeft. Maar pas op, dat zullen we niet ongestraft doen. Elke soort vormt een schakel in een veel groter geheel. Als je daaraan begint te morrelen, veroorzaak je vroeg of laat een rampzalig sneeuwbaleffect. Tja, ecologisch bewustzijn weegt nu eenmaal niet op tegen economische en financiële belangen. Crisis en ecologie gaan niet samen. Wat kan het gat in de ozonlaag je schelen als je zonder werk zit?
In het nawoord van De schakel zeg je dat elke wetenschappelijke inkleuring van je moordverhaal – want het blijft in de eerste plaats een whodunit – op waarheid berust. Evengoed: nog geen vlammende brief van een professor gekregen omdat je misschien wat kort door deze of gene bocht bent gegaan?
THILLIEZ: Neen. Eigenlijk kun je het vergelijken met de manier waarop ik politiewerk beschrijf. Voor de meeste flikken zijn mijn boeken waarheidsgetrouw, met dat verschil dat hun werk veel saaier is. Ze gaan heus niet elke dag op onderzoek uit, maar zitten al eens vast in de administratieve molen: rapporten schrijven, huiszoekingen aanvragen. Essentiële, maar oninteressante zaken. Wetenschappers zien geen graten in wat ik schrijf, integendeel: ze zijn blij dat hun werkdomein eens uit de schaduw wordt getrokken. Ik heb de hoofdstukken waarin ik het over linkshandigen heb, door een evolutiebioloog laten lezen. Hij vond het wat overgesimplificeerd, maar op onwaarheden heeft hij me niet betrapt.
Onderwijsdrang is je niet vreemd. In datzelfde nawoord schrijf je expliciet: iedere biologieleraar zou The Origin of Species van Darwin als verplichte literatuur moeten aanprijzen.
THILLIEZ: Je moet weten dat lezers van politieromans enorm veeleisend zijn. Ze willen sterke, geloofwaardige, spannende verhalen. Want hoe meer ze er lezen, hoe kritischer ze worden. Dat maakt het moeilijker om origineel te blijven, om onderwerpen aan te snijden die mijn buurman op de boekenbeurs nog niet heeft ingepalmd. Eigenlijk is het altijd hetzelfde liedje. De eerste twee maanden nadat een boek van mij uit is, ruk ik me de haren uit het hoofd over een nieuwe invalshoek. Dat is het beruchte zwarte gat, en de angst om er niet meer uit te raken. Maar als ik dat onderwerp eenmaal heb gevonden, verdwijnt die druk. Ook al vormt dat nog maar het begin van het werk.
Uitgerukte haren? En ik die aannam dat Franck Thilliez, ex-informaticus, de job van zijn leven had gevonden.
THILLIEZ:(lacht) Het heeft lang geduurd vooraleer ik mijn werk als informaticus heb willen opgeven. Succes heeft de neiging vluchtig te zijn. Nu, voltijds schrijver worden bood ook een pak voordelen. De vrijheid, uiteraard. Toen ik nog na mijn uren schreef, en dus ook in de weekends én de vakanties, was ik soms de uitputting nabij. Voor mijn familie is het een stuk draaglijker geworden. Maar toch: succes schept ook valkuilen. Wat als ik op een dag geen zin meer heb? De ideeën opdrogen? Ik niet meer aan de verwachtingen van de lezers kan voldoen? Maar die stress went hoor. Bovendien dwingt hij me ertoe geen tijd te verliezen en echt goeie boeken te schrijven.
Hoe begint zoiets, echt goeie boeken willen schrijven?
THILLIEZ: In mijn geval vooral door films. Al sinds mijn tiende ben ik verslingerd aan thrillers en horrorprenten. Die complete verwondering dat iets wat zich op het scherm afspeelt, je zowel angst kan aanjagen als plezier bezorgen! Grote kleppers vond ik The Silence of the Lambs, Se7en, The Exorcist en The Texas Chain Saw Massacre. Alles wat geen komedie was, eigenlijk. Met die films voor ogen, en bovenal hun impact op mij, ben ik beginnen te schrijven.
Voor een lap gruwel meer of minder draai je je hand niet om. Heeft je vrouw zich nooit zorgen gemaakt nadat ze je eerste boek had gelezen?
THILLIEZ: Nou ja, een beetje maar. Ze had nooit kunnen vermoeden wat er toen allemaal in mijn fantasie omging. Daar heeft ze me na dat eerste boek wel, euh, enkele vragen over gesteld, ja. Al ben ik er in mijn jongste thrillers wel enigszins op teruggekomen om alles tot in de bloederigste details te beschrijven. Suspense wakker je net aan door een deel aan de verbeelding van de lezer over te laten. Vroeger schreef ik veel harder en bloederiger.
Klopt het dat je geen nachtmerries meer hebt nadat je met schrijven bent begonnen?
THILLIEZ: Ik heb er alleszins aanzienlijk minder. Tja, al die pikzwarte scenario’s die zich in mijn hoofd afrolden, hebben zich eindelijk een weg naar buiten gebaand. Mijn eerste boek heb ik geschreven om iets uit mijn systeem te krijgen. Vandaag is de obsessie weggedeemsterd, is het een metier. Beelden komen me niet meer tegemoet, ik moet ernaar op zoek. Dat maakt dat ik een veel professionelere, afstandelijkere relatie heb met wat ik schrijf. Tot opluchting van je weet wel wie. (lacht)
DE SCHAKEL
Uit bij Luitingh-Sijthoff.
DE MOORDZOMER
Knack Focus selecteerde 40 nieuwe pageturners voor een (ont)spannende zomer. Alle info: demoordzomer.be
DOOR KURT BLONDEEL
Franck Thilliez ‘HET IS DE MENS DIE NU DE KNOPJES BEDIENT, EN NIET ALLEEN ZIJN EIGEN LOT, MAAR OOK DAT VAN ANDERE SOORTEN IN HANDEN HEEFT. MAAR PAS OP, DAT ZULLEN WE NIET ONGESTRAFT DOEN.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier