Parijs 1947

A avoir: Chatterton (1994), de dubbele verzamelaar Climax (2000) en de 16-delige box Les Hauts de Bashung, bij Universal.

Parijs 1952

A avoir: Morgane de toi (Virgin, 1984), The Meilleur of Renaud 1975-1985 (Universal, 1995) en The Meilleur of Renaud 1985-1995 (Virgin, 1995). Concert: 20 april in Vorst Nationaal.

Alain Bashung: De nieuwe mentor

Bashung heeft het concept zelve van het Franse chanson vernieuwd.

Zestien jaar lang bleef Alain Bashung (sic) aanmodderen: hij speelde in groepjes zonder toekomst, concerteerde op militaire basissen, probeerde het zelfs even in het Italiaans en in een rockopera. Toen, alsof het zelf moeite had gekregen met zoveel ellende, toonde het lot zich genadig: Ba-shung ontmoette tekstschrijver Boris Bergman, auteur van Rain And Tears voor Aphrodite’s Child. Die legde hem de tekst van Gaby, Oh Gaby voor. Met zijn raspende stem, die het midden houdt tussen Elvis Presley en Leonard Cohen, maakte Ba-shung er een gigantische hit van. Het werd het begin van een langdurige samenwerking, die tegelijk zijn hoogtepunt en zijn eindpunt bereikte in 1989 met het album Novice. Daarop zijn ook Phil Manzanera (Roxy Music), Blixa Bargeld (The Bad Seeds) én onze eigenste Jean-Marie Aerts te horen. In de jaren ’90 bevestigt hij zijn muzikaal talent met singles als Osez Joséphine, Ma Petite Entreprise en Madame Rêve. Hij gaat daarbij steeds verder in zijn muzikale experiment, een gedurfde mix van elektronica en rock. Volgens sommigen heeft hij ondertussen de grens van het toelaatbare overschreden: zijn jongste albums L’Imprudence en Cantique des Cantique (een liefdesverklaring die hij samen met zijn vrouw, Chloé Mons, voordraagt) worden té ingewikkeld en té ontoegankelijk genoemd.

Renaud: Het geweten

Met zijn straatdialect populariseerde Renaud het chanson zonder dat het aan klasse moest inboeten.

Zeven jaar lang was hij nergens, nu is hij overal: zijn jongste album Boucan d’enfer werd in Frankrijk tijdens Les Victoires de la Musique bekroond als album van het jaar 2002, en het sociaal geëngageerde Manhattan-Kaboul, zijn duet met Axelle Red, als beste single. Onlangs was hij te gast in een twee avonden op rij uitverkocht Vorst Nationaal. Dat hij zo vals zong als een kat en een warrige set presenteerde, deerde zijn publiek niet: hij was blij dat hij er terug stond, en dat gevoel was wederzijds. ‘Ik was in een stadium beland dat ik niet meer wist of ik depressief was omdat ik dronk, of dronk omdat ik depressief was’, vertelde hij onlangs in Focus Knack over zijn verloren jaren. Het laatste was waar: Renaud kwijnde weg in een depressie waartegen hij zich weliswaar hardnekkig verzette, maar dan wel met een fles pastis in de ene en een doos antidepressiva in de andere hand. Twintig jaren van succes eisten volgens insiders hun tol op. Renaud heeft het gemaakt met een eigen recept: hij is de chroniqueur van het gewone leven, vertelt zijn verhalen in het verlan (het straatdialect waarin de meeste woorden op hun kop gezet worden), en zet ze op eenvoudige, populaire melodieën. Zoals in Banlieue rouge, over een eenzame vrouw van vijftig, verlaten door haar kinderen: Elle dit qu’en tout cas/ Elle aime pas les humains/Pourtant elle a mis le Bon Dieu/Juste au-dessus d’son paddock/Elle y croit si tu veux/Mais c’est pas réciproque. Renaud is het archetype van de kleine bourgeois met linkse sympathieën. Hij bewondert Brassens en droomt ervan protestsongs à la Dylan te componeren, iets waar hij met nummers als L’hexagone (1975) en Miss Maggie (1985) op zijn manier ook in slaagt. Maar minstens net zo goed is hij als hij zijn twee favoriete muzes bezingt, zijn dochter en zijn nu ex-vrouw. Morgane de toi uit 1984 is niet voor niets zijn beste album ooit.

Vertaling: Karel Degraeve en Gunter Van Assche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content