DE LAATSTE SIGARETTEN VAN BOGIE

HUMPHREY BOGART en MIKE LANE: everybody knows that the fight was fixed.

Vergeet Rocky, Ali en Raging Bull: de hardste en meest cynische boksfilm is en blijft The Harder They Fall (1956) van Mark Robson, het filmtestament ook van Humphrey Bogart.

Geen sport waarover zo veel films zijn gemaakt als over boksen. Wat op zich niet verwonderlijk is: twee mannen die elkaar in een ring tot moes slaan ís een sensationeel zicht, en dus perfect geschikt voor de cinema. Bovendien leent boksen zich meer dan eender welke andere sport tot het klassieke Amerikaanse from zero to hero-verhaal. Het is een working-class-sport, met armeluizen die in de ring stappen en letterlijk met bloed, zweet en tranen een klein stukje van de Amerikaanse droom veroveren. De slechteriken in die verhalen zijn meestal de corrupte promotors en managers die achter de schermen louche deals bedisselen. Het zijn onverwoestbare clichés, die je terug kunt vinden in klassiekers als Robert Rossens Body and Soul (1947) of John G. Avildsens Rocky (1976) en recenter nog in David O. Russells The Fighter (2010).

The Harder They Fall (1956) van regisseur Mark Robson staat te boek als een van de meest cynische films over de sport. Humphrey Bogart speelt een aan lagerwal geraakte sportcolumnist die zich door een vileine promotor (Rod Steiger) ertoe laat verleiden om pr te doen voor de jonge bokser Toro (Mike Lane). De clou is dat de brave ziel voor geen meter kan boksen en dat de promotor zijn tegenstanders omkoopt om tegen de vlakte te gaan. Iedereen verdient daar flink aan, behalve Toro, die van niets weet en enkel de klappen mag incasseren.

Bosley Crowther, destijds een gerespecteerd criticus voor The New York Times, noemde de film ‘een brutaal en onaangenaam verhaal, waarschijnlijk een beetje vergezocht’. Dat eerste klopt, dat tweede veel minder. Het scenario was immers gebaseerd op de carrière van Primo Carnera, een Italiaanse bokser die in de jaren dertig wereldkampioen werd bij de zwaargewichten, maar die notoir werd aangestuurd door maffiosi en zijn titel te danken zou hebben aan fixed fights. De link met Carnera werd nog explicieter toen de filmproducenten Max Baer castten als de kampioen die Toro aan het einde van de film op de knieën krijgt in zijn eerste eerlijke gevecht. Baer was een voormalig wereldkampioen die in 1934 Carnera had verslagen en in de film dus min of meer zichzelf speelde.Carnera kon er niet mee lachen en spande een proces aan tegen de producerende studio Columbia, een kamp die hij overigens verloor.

Wat de film nog schrijnender maakt, is de aandacht die hij besteedt aan de langetermijngevolgen van de sport. Ex-bokser Joe Grebb maakt een cameo als zichzelf: een voormalig vechter die is achtergebleven met permanente hersenschade en nu in zijn auto slaapt. Later in de film wordt een tegenstander van Toro die permanent punch-drunk is toch de ring in gedwongen – hij overleeft het niet. The Harder They Fall was dan ook een expliciete oproep aan de boksfederatie om haar sport te hervormen. De aanschouwelijke, bloederige manier waarop het eindgevecht in beeld wordt gebracht, was choquerend voor die tijd en een rechtstreekse invloed op Scorsese toen hij zijn boksmeesterwerk Raging Bull (1980) maakte.

Voor Bogart zou dit sombere sportdrama zijn laatste rol worden. Tijdens de opnames was hij chronisch vermoeid, wat ook af te lezen is aan zijn verweerde gezicht. Kort nadien werd vastgesteld dat hij aan slokdarmkanker leed, een gevolg van die iconische sigaretten – vijf pakjes per dag! – die hij in al zijn films steevast tussen de lippen had. De filmstudio hielp om zijn ziekte zo lang mogelijk verborgen te houden en kondigde zelfs nog een nieuwe Bogie-film, The Good Shepherd, aan, deels uit oprecht misplaatst optimisme over zijn gezondheid, deels om de pers zoet te houden. Bogie stierf op 14 januari 1957.

The Harder They Fall is niet de film gebleken waarvoor de wereld zich hem herinnert – Casablanca (1942), The Maltese Falcon (1941) en The Big Sleep (1946) hebben daar veel meer aan gedaan – maar het cynisme en het totale gebrek aan heroiëk dat in de jaren vijftig zoveel kritiek uitlokte, heeft ervoor gezorgd dat de film nog altijd veel frisser en relevanter aanvoelt dan veel van zijn opgefokte genregenoten uit die tijd en later. In your face, Rocky Balboa!

door Dennis Van Dessel

Criticus Bosley Crowther noemde de film destijds ‘een brutaal en onaangenaam verhaal, waarschijnlijk een beetje vergezocht’. Dat eerste klopt, dat tweede al veel minder.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content