DE KENNY IN KEVIN JANSSENS

© FILIP VAN ROE

‘Het fijnste aan acteur zijn is dat je dingen kunt doen die je in het dagelijks leven niet doet’, aldus Kevin Janssens. Wat hij in het dagelijks leven wél doet – en met wie – leest u in extenso in de boekskes. Hier heeft hij het over zijn innerlijke johnny, zijn liefde voor Tom Cruise en natuurlijk zijn hoofdrol in D’Ardennen, de prima portie Flemish noir waarmee het Film Fest Gent opent.

‘En in de boekskes werd ons liefdesleven druk besproken en geëxploiteerd.’ In zijn lied Kevin Janssen niet slaat Jelle Cleymans de nagel op de kop. Zonder Kevin Janssens (36) zouden bepaalde bladen het al gauw met enkele pagina’s kopij minder moeten doen. Zijn amoureuze cv – van Eva Pauwels over An Lemmens en Natalia tot Josje – is haast bekender dan zijn acteerparcours.

Toegegeven, niet alles in dat parcours is gemaakt voor de eeuwigheid. Of was u wel Zot van A? Of van Windkracht 10? Of van Smoorverliefd? Met Robin Pronts eerste langspeelfilm D’Ardennen toont de Vlaamse hartenbreker zich van een onverwachte kant. Voor het verhaal over twee broers met een gewelddadig crimineel verleden liet Janssens zich een pokdalige smoel aanmeten met een streep vettigheid op de kruin die zelfs in de jaren negentig nauwelijks voor een kapsel kon doorgaan. Maak kennis met Kenneth De Swaef, een opgefokte junkie, vers uit de gevangenis.

Met D’Ardennen hoopt Pront in de Champions League van de cinema te kunnen meespelen, wat volgens de jonge Antwerpse regisseur, die al van zich liet spreken met kortfilms als Plan B (2008) en Injury Time (2010), ook met een goede Belgische ploeg mogelijk is. En geef hem eens ongelijk als je verdediging bestaat uit Sam Louwyck, Jan Bijvoet, Viviane De Muynck en Peter Van Den Begin; als je op de flanken kunt rekenen op Veerle Baetens en Jeroen Perceval, die mee het scenario schreef van wat ooit als een theaterstuk van hem begon.

Alleen jammer dat Pront al voor de eerste oefenstonde zijn scorende spits Matthias Schoenaerts naar het buitenland zag vertrekken, hoewel die als goede vriend van Pront en Perceval oorspronkelijk had toegezegd voor de rol van de Kenny. Hij kon niet weerstaan aan de lokroep van Kate Winslet, Tilda Swinton en Alicia Vikander. Dan kun je als regisseur ofwel in een hoekje gaan liggen blèten, of je kunt je vermannen. Pront koos voor het laatste en trok Kevin Janssens aan. En het moet gezegd, net als die andere Kevin bleek het een absolute toptransfer. Laat de spionkop maar al brullen: ‘One Kevin Janssens! There’s only one Kevin Janssens!’

Bill Murray werd als acteur pas echt serieus genomen op z’n 53e, met Lost in Translation. ‘Plots besefte iedereen dat ik kon acteren,’ zei hij daarover, ‘maar ik wist dat eigenlijk al.’ Denk jij dat ook wel eens?

KEVIN JANSSENS: Ja, absoluut, blijkbaar is dat verwonderlijk, terwijl dat toch gewoon mijn job is. Ik heb ook al andere dingen gedaan. Ik speel bijvoorbeeld in het Toneelhuis. Dan zegden mensen: ‘Amai, in het Toneelhuis! Theater!’ Ik zit daar wel al sinds ik afgestudeerd ben, hé. Toen heb ik daar al een paar projecten gedaan.

En nu met D’Ardennen is het weer van dat. Tja, misschien moet ik het gewoon als een compliment zien, dat ik elke keer iets anders laat zien en mensen dus nog kan verrassen. Ik bekijk het liever zo.

Regisseur Robin Pront zegt zelfs dat hij hier een kant van je aanboort die we nog niet hebben gezien.

JANSSENS: Ja, het is een soort personage dat ik nog niet heb gespeeld, iemand met karaktertrekken die ik elders nog niet aan bod kon laten komen.

Waar ga je een personage als Kenny halen?

JANSSENS: Ik ben opgegroeid in Stabroek. Dat is een dorp waar ik als puber wel wat van die gasten (D’Ardennen wordt bevolkt door marginale johnny’s en marina’s, nvdr.) zag rondlopen. Ik ben een beetje in zo’n milieu opgegroeid. En de rest is gewoon veel fantasie, en het scenario. De scènes en de dialogen waren zo goed, eigenlijk was 60 procent van het werk al gedaan. Daarna is het gewoon nog een beetje zoeken en de uiterlijke kenmerken van Kenny boetseren. Hoe je hem laat praten, hoe hij beweegt, hoe hij reageert… Daarvoor laat je je onderbewuste werken, daarvoor moet je heel hard op je intuïtie, je instinct afgaan. Je moet je openstellen voor wat in een bepaalde situatie zou kunnen gebeuren, denken aan hoe Kenny zou reageren en op je impulsen werken.

Helpt het uiterlijk van het personage daarbij?

JANSSENS: Heb je gezien hoe ik eruitzie in deze film? Dat helpt altijd, natuurlijk. Je begint automatisch anders te bewegen, of anders te spreken als je dat kostuum aantrekt of wanneer je in die schmink zit. Ook wanneer we niet draaiden, stond ik de hele tijd zo (maakt vreemde ADHD-bewegingen met zijn handen) te doen. Je kunt dat niet uitzetten. Dat ging pas uit wanneer ik afgeschminkt was, mijn pots op had en naar huis ging.

Ben jij een matthew mcconaugheytje aan het doen? Jezelf aan het heruitvinden met ‘serieuzere’ rollen?

JANSSENS: Je wordt al snel met iemand vergeleken maar, weet je, eigenlijk was wat hij vroeger in die romcoms deed ook al keigoed. Maar ineens word je door bepaalde anderen, door een bepaalde groep mensen wel gewaardeerd omdat je in iets alternatievers of in een ander genre speelt, maar eigenlijk is het verschil niet zo groot. Hij was daarvoor ook al goed. Dat heeft niet alleen met keuzes te maken maar ook met kansen. Je moet de kans krijgen om andere dingen te laten zien.

En het risico willen nemen?

JANSSENS: Mja, risico… Elk project dat je aanneemt, elke keuze die je maakt, is een risico. Je moet sowieso van jezelf weten wat je wel en niet kunt. Ik ben sowieso heel intuïtief ingesteld. Soms lees ik iets en denk ik: ‘Interessant, maar niks voor mij.’ Ik heb al heel veel aanbiedingen gekregen die ik boeiend vond maar waar ik om die reden toch niet op ben ingegaan.

Zoals?

JANSSENS: Een tijdje geleden vroegen ze mij auditie te doen voor Terug naar morgen. De rol van Koen De Graeve, denk ik. Toen ik dat las, dacht ik: ‘Een wiskundige, hmm. Fijn dat jullie aan mij denken, maar ik ga het niet doen, want ik ben daar niet de juiste man voor.’

Je wist dat je dat wel was voor de rol van een moordende junkie/johnny?

JANSSENS: Onmiddellijk. Ik las het scenario en wist dat ik het moest doen.

Denk je dat er voor jou meer kansen zijn nu Matthias Schoenaerts in het buitenland zit? Deze rol zou tenslotte eerst naar hem gaan.

JANSSENS: Goh, ik denk dat Matthias en ik totaal verschillend zijn als acteur. Sowieso qua fysiek, ik kan twee keer in hem. Ik begrijp de vergelijking wel, maar aan de andere kant ook totaal niet. In ieder geval, als je ziet hoeveel films er tegenwoordig in België gemaakt worden, denk ik dat er voor iedereen genoeg vlees is. Ik vind het vooral fantastisch dat hij in het buitenland mooie kansen krijgt. Ik denk ook dat hij nog in België zal willen werken. En terecht. Maar ik ben er niet zo hard mee bezig of ik nu meer dit of dat ga krijgen. We zullen wel zien.

Heb jij zelf buitenlandse ambities?

JANSSENS: Vroeger heel hard. Toen ik jong was, wilde ik echt naar Amerika, maar dat is allemaal serieus gemilderd met het ouder worden. Ik laat alles gewoon op mij afkomen. Maar komt het niet, dan komt het niet.

Je hebt de politieserie Vermist gedaan. En er is nog altijd het theater. Doe je dat liever?

JANSSENS: Film zal altijd mijn grootste passie blijven. Ik ben acteur geworden om te kunnen filmen, ik doe niets liever. Een paar jaar geleden heb ik er wel bewust voor gekozen om weer even theater te doen, terug naar de basis, terug wat inhoud. Het is ook niet goed om elke dag of elke week met je gezicht op het scherm te komen. Mensen worden je beu dan. Ik zou dus graag de twee kunnen blijven combineren, maar dat is de perfecte situatie en die heb je niet altijd.

Waarom liever film?

JANSSENS: Ik voel mij zekerder in film, meer op mijn gemak. Ik denk dat ik dat medium beter beheers. Theater, voor een publiek spelen, is fijn, maar filmen is elke dag weer op een andere plek komen. Ik hou van de mystiek van een filmset, van de romantiek ervan. Dat je met licht, geluid en camera iets creëert dat niet echt is. Dat je een scène zit te draaien die je dan later op een groot scherm ziet. Dat mensen helemaal mee kunnen gaan in een fictief verhaal. En dat je zelf mee aan de basis van dat verhaal en dat beeld stond.

Voel je dat dan op de set? Is dat niet gewoon in de kou en de modder, pakweg ergens in de Ardennen, ploeteren?

JANSSENS: Ja, maar als je een scène hebt gedraaid, kijk je al even naar het scherm en zie je de sfeer die gecreëerd wordt. Dat is zo fijn. Je staat wel in de kou maar van zodra er ‘actie’ wordt geroepen, is dat weg. Dan ben je met een ander leven bezig. Dan zit je in een ander verhaal, ben je iemand anders. Het fijnste aan acteur zijn is dat je dingen kunt doen die je in het dagelijks leven niet doet. Ik was als kind al gepassioneerd door films.

Welke films zag je dan?

JANSSENS: Ik ben in 1979 geboren. Ik ben dus van een generatie die is opgegroeid met én blockbusters én Martin Scorsese, maar ik heb dan weer niks met Europese cinema, met Italiaanse cinema, bijvoorbeeld, met Pasolini. Top Gun, dat wel, maar dat is cult, hé, dat is top. Star Wars ook, en alles van Scorsese, Brian De Palma, Elia Kazan, Orson Welles. Alles met Humphrey Bogart ook.

Top Gun?

JANSSENS: Snapt niemand, hé. Maar kijk eens naar een making of daarvan. Als je ziet hoe ze dat destijds allemaal hebben gedraaid. Die straaljagers, dat is allemaal liveaction. Nu zou dat gedigitaliseerd worden, maar toen… Die mannen vlogen echt mee. Onwaarschijnlijk, toch? De muziek, alles, ik vind dat echt een keigoede film. Je moet dat durven te benoemen, durven zeggen dat het goed is, maar er is een breed scala dat mij intrigeert en ontroert. Mijn smaak gaat van Top Gun naar John Huston. Film hoeft niet altijd iets te vertellen, film is ook soms puur entertainment. Je mag af en toe wel eens een maatschappelijke boodschap meegeven, maar niet altijd. Ik ga graag naar de cinema voor Mission: Impossible met Tom Cruise. Dan zit ik daar twee uur lang – ‘wauw’ en ga ik buiten met een goed gevoel. En, ja, af en toe ga je naar iets als A Separation van Asghar Farhadi, en dat raakt je. Maar je moet dat andere ook goed durven te noemen.

Het is net hetzelfde wanneer mij gevraagd wordt naar mijn favoriete acteurs. Natuurlijk is dat voor mij Al Pacino of Robert De Niro of Sean Penn – of Orson Welles in Citizen Kane – maar ik vind Tom Cruise ook een hele straffe acteur. Robin lacht mij dan uit, ‘allé jong, gij met uwen Tom Cruise altijd’. Maar als je ziet wat die allemaal al gedaan heeft. De verscheidenheid. De prijzen. En hij is toch de enige Hollywoodster van die generatie die nog altijd keigoed scoort aan de kassa. Al de anderen? Wie is er nog? Niemand.

Ga je nog veel naar de bioscoop?

JANSSENS: Minder dan vroeger, maar toch nog vaak, ja.

Word je daar niet lastiggevallen door mensen die je herkennen?

JANSSENS: Nee, dit is hier België. België is een dorp. Natuurlijk word je herkend of vragen mensen wel eens een foto, maar zolang ze vriendelijk blijven…

En blijven ze vriendelijk?

JANSSENS: Als ze niet gedronken hebben wel, ja.

En als ze toch gedronken hebben, komt de Kenny in jou dan boven?

JANSSENS: Nee, nee, die zit ver weg nu.

Hou hem daar.

D’ARDENNEN

Opent op 13/10 het Film Fest Gent. Vanaf 14/10 in de bioscoop.

DOOR SAM DE WILDE – FOTO’S FILIP VAN ROE

Kevin Janssens ‘BLIJKBAAR VINDEN MENSEN DAT VERWONDERLIJK, DAT IK KAN ACTEREN. NU, MET D’ARDENNEN, IS HET WEER VAN DAT. MISSCHIEN MOET IK HET GEWOON MAAR ALS EEN COMPLIMENT ZIEN.’

Kevin Janssens ‘NIEMAND SNAPT DAT IK TOP GUN FANTASTISCH VIND. DIE STRAALJAGERS, DE MUZIEK, ALLES: JE MOET DURVEN TE ZEGGEN DAT DAT KEIGOED IS.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content