Met ‘Far From Heaven’ treedt Todd Haynes letterlijk – of liever: ‘beeldelijk’ – in de voetsporen van Douglas Sirk, de keizer van het Hollywoodmelodrama uit de jaren vijftig. En dat levert een prachtige film op.

‘Far From Heaven’ Vanaf 13/3 in de bioscoop. ‘All That Heaven Allows’ Te koop op dvd (Criterion Collection, regio 1)

In de jaren dertig was Douglas Sirk een voorname Europese kunstenaar-intellectueel. Hij vertaalde Shakespeare, regisseerde op het toneel Ibsen en Shaw, kon Bertolt Brecht tot zijn peers rekenen en werd in 1934 door het UFA aangezocht om films te regisseren. Nazi-Duitsland dwong hem (en zijn tweede, joodse vrouw) echter om uit te wijken: eerst naar Nederland en Frankrijk, daarna naar de VS. Na enkele onafhankelijke proeven van melodrama en film noir werd Sirk in 1950 contract director bij Universal. Hij zou in negen jaar maar liefst 22 films voor de studio draaien, tot hij in 1959 op het hoogtepunt van zijn carrière abrupt stopte met filmen en zich opnieuw in Europa vestigde. De regisseur overleed in 1987.

Sirks affaire met Hollywood leek aanvankelijk de omkering van zijn vooroorlogse kunstenaarschap. Zijn job was om de filmvariant te draaien van romantische pulpboekjes voor vrouwen en daarvoor ging hij in zee met weinig salonfähige producenten als de homoseksuele Ross Hunter en king of exploitation Albert Zugsmith. Bovendien had Sirk de behoorlijk aardse taak een ster te maken van (de heimelijk homoseksuele) posterboy Rock Hudson. Een hele klus, die hij echter in 1954 klaarde met een nieuwe versie van John Stahls melodrama Magnificent Obsession uit 1934. Deze remake, waarin Rock als verwende playboy na een reeks rampzalige daden een liefde opvat voor de blinde Jane Wyman, was de eerste in een handvol cinematografische orgieën van emotie en Technicolor en kroonde Sirk tot de keizer van de women’s picture of weepie. Magnificent Obsession werd gevolgd door All that Heaven Allows (1955, eveneens met Hudson en Wyman), en zou met Written on the Wind (1956), The Tarnished Angels (1958) en vooral Imitation of Life (1959) Sirks plaatsje in de filmgeschiedenis garanderen.

Critici deden destijds de in kunststatigheid zwelgende smartlappen af als glansrijke kitsch. Maar het publiek verslond ze. In de jaren zestig en zeventig werd Sirk door een nieuwe generatie filmcritici als auteur binnengehaald. Zij zagen zijn glimmende tearjerkers als meesterlijke demonstraties van ironie, als feesten van schone schijn en cliché, die scherpe portretten van hypocrisie, onverdraagzaamheid en eenzaamheid verborgen. Bovendien zou een homoseksuele, politiek radicale theater- en filmmaker uit de Heimat zich door Sirk laten inspireren om een eigen, perverse draai aan het melodrama te geven: Rainer Werner Fassbinder. ‘Sirk zei dat je geen films kon maken over iets’, vertelde Fassbinder ooit, ‘maar alleen met iets: met mensen, licht, bloemen, spiegels, bloed… Hij maakte de meest tedere films van allemaal, films van een man die menselijke wezens liefhad en hen niet verachtte zoals wij doen.’ Zelf niet zelden een sadist voor zijn personages, was het alsof Fassbinder jaloers was op Sirks zorg en sympathie voor de vrouwen in zijn melodrama’s: ‘Tot ik Sirks films zag, had ik nog geen films gezien waarin je vrouwen op het scherm echt ziet denken.’ Fassbinder bracht in 1974 de ultieme hommage met een remake van All that Heaven Allows voor de werkende klasse: Angst Essen Seele auf.

Meer dan een kwarteeuw later neemt een andere homoseksuele regisseur opnieuw Sirks film (gefilterd door Fassbinders oeuvre) als basis voor een stoutmoedig project. Far From Heaven van Todd Haynes – die ook geïnspireerd werd door John Stahls Leave Her To Heaven en Max Ophüls’ The Reckless Moment – is echter niet zomaar een remake van All that Heaven Allows. Het is vooral een stilistische, thematische, emotionele imitatie van Sirks werk. Julianne Moore (die al in Haynes’ Safe het scherm deed knetteren) levert een uitmuntende prestatie – ze kreeg er een oscarnominatie voor – als Cathy Whitaker, een voorbeeldige moeder, huis- en gastvrouw die met haar man Frank, een succesvol tv-reclameman, van keeping up appearances een tweede natuur heeft gemaakt. Als Frank echter homoseksueel blijkt te zijn, stort Cathy’s wereld in. Haar meer dan vriendschappelijke relatie met een zwarte tuinman (in Sirks origineel gaat het om de relatie tussen een weduwe en een veel jongere tuinman) wordt op de koop toe het onderwerp van een racistische roddelcampagne.

Voor de onafhankelijke Amerikaanse filmer Todd Haynes zijn de beste films diegene die de toeschouwer ook bewust maken van de grenzen van wat hij of zij te zien krijgt. Een film is nooit echt, altijd een voorstelling. Maar terwijl de stijl of look van de jarenvijftigmelodrama’s allesbehalve realistisch is, zijn de emoties des te werkelijker. De kunstmatigheid (van licht, decor en acteren) schept afstand, maar zorgt er ook voor dat de kijker betrokken is. In een poging diezelfde Brechtiaanse afstand te creëren, legden Haynes en cameraman Edward Lachman (bijgestaan door production en costume designers) zich dezelfde technische beperkingen op als die waarmee Sirk en zijn briljante cameraman Russell Metty te kampen hadden. Far From Heaven gebruikt achtergrondprojecties tijdens autoscènes en houdt alle overvloeiers of visuele effecten puur optisch (ze gebeurden in camera, met kleurenfilters, niet digitaal). De ‘verzadigde’ Technicolor- look, met diepe schaduwen en harde kleurencontrasten (Rembrandts clair-obscur, dat al in de monochrome film noir furore maakte) werd met dezelfde middelen bereikt als in de jaren vijftig. Het kleurgebruik is Sirkiaans dramatisch: hoe emotioneel kouder een scène, des te warmer kleur en licht, en omgekeerd. Ook de objectieven zijn dezelfde als die van Sirk en Metty: breedhoeklenzen in plaats van telelenzen (ook voor close-ups), omdat die de claustrofobische relatie van de personages tot hun verstikkende omgeving beter weergaven.

Precies doordat Haynes en zijn team Sirks visuele conventies zo strikt hebben gevolgd, kregen ze de vrijheid om een heel aangrijpend kijkspel te creëren. De herfstige pracht van de film, de hemel nabij, geeft de implosie van gevoelens en de mentale ademnood door de sociale controle over ras en seks een extra dimensie. De kans is erg klein dat u dit jaar in de bioscoop een film zult vinden die even goed stijl en inhoud zowel op een natuurlijke als op een kunstmatige manier met elkaar in harmonie brengt.

Door Jo Smets

Doordat Haynes en zijn team Sirks visuele conventies zo strikt hebben gevolgd, konden ze een heel aangrijpend kijkspel creëren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content