RAYMOND GEERTS
KISS
‘Ik ben er intussen 46, en de jaren zeventig waren mijn glorietijden. Midden in mijn puberteit kwam de glamrock opzetten, en dat heeft zo zijn sporen nagelaten. Ik hield van The Sweet en van Slade, tot ik op Veronica – toen nog hét alternatieve station waar ze al eens vreemde dingen durfden te tonen – een band zag met een image dat me helemaal omverblies. Die fascinatie voor de uitstraling van een band heeft er altijd ingezeten – ik ben zelfs ooit een tijd in de ban geweest van The Bay City Rollers, Schotse gasten met te korte broeken en voor de rest weinig soeps. Maar toen kwam Kiss, en die droegen géén korte broeken. Vuurspuwers! Indoor vuurwerk! Confetti! Plateauliften die boven het publiek zweefden! Gene Simmons die in de nok van het dak hing! En op de koop toe viel de muziek nog mee ook. Ik ben er nooit van genezen.
Zal ik het maar bekennen? Ik heb me ooit verkleed als gitarist van Kiss. De eerste keer was op een fuif: ik droeg een zilveren pak en monsterachtige plateauschoenen met een opbouw van mousse. Voor een keer had ik alle aandacht. De tweede keer was in 1997, toen we in Philadelphia het voorprogramma van Fiona Apple speelden. Het was Halloween, en zowel haar bandleden, Hooverphonic als het publiek werden vriendelijk verzocht om zich te verkleden. We hebben toen de klassieke Kiss-aankondiging door de zaal laten schallen – ‘ You wanted the best? You got the best!‘ – waarna we zo’n monsterriff hebben ingezet, met alle poses van dien. Een ware hoogdag in mijn bestaan, jazeker. Ik probeer al jaren om Alex (Callier, nvdr. ) tot het Kissdom te bekeren, zij het met wisselend succes. Er schuilt in hem een kleine Kiss-fan die door zijn hand onze muziek schrijft, maar dat zal hij nooit hardop willen toegeven.
Alles van Kiss verzamelen, kun je nooit. Elk jaar nog staan ze in de top twintig van de meest verdienende artiesten, en 80 procent van hun inkomsten halen ze uit merchandising. Er is gewoon niets wat ze níét verkopen. Mijn collectie is nogal uitgebreid, gaande van een gitaar als die van Paul Stanley via live-opnames tot een display met poppetjes van alle muzikanten inclusief een mengpaneel voor de batterij lichtjes. Daar ben ik heel, heel trots op. Maar mijn mooiste stukken zijn wellicht mijn euh, Barbie-achtige poppen uit de jaren zeventig. De mijne hebben 125 euro gekost, maar ze zaten dan ook niet in de originele verpakking. Echte gekken betalen voor ongeschonden originelen makkelijk 2000 euro. Wat me meteen ook bij de zwartste dag uit mijn leven brengt: ooit is (gitarist) Ace Frehley van het schap gedonderd en heeft hij zijn twee benen gebroken. Ik durf te wedden dat hij eraf is gestampt door Paul Stanley, met wie hij al jaren op voet van oorlog leeft.
De heilige graal van het Kissdom is natuurlijk de legendarische beschilderde én gesigneerde doodskist, die je in afwachting van de grote farewell tour ook als frigo kunt gebruiken. Dubbel gebruik voor je 4700 dollar, dus. Mijn omgeving vindt het toch iets te morbide, dus ik hou het bij de ultieme flipperkast, beschilderd als de hoes van hun bekendste plaat, Destroyer uit 1976. Eén keer heb ik er eens een te koop gezien, maar 5000 euro was me toch iets te veel. Mochten er lezers zijn die van hun exemplaar af willen: ik wil wel eens in mijn portefeuille tasten.’
Bart Cornand
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier