In een carrière die zes decennia omspande nam Frank Sinatra 1414 liedjes op, waarvan vele intussen zijn bijgezet in het pantheon van de populaire muziek. Een overzicht van een schitterend oeuvre dat wellicht nooit zal worden overtroffen.

SKINNY BONES: DE RCA-JAREN

Frank Sinatra kreeg zijn eerste echte kans als zanger bij de splinternieuwe band van trompettist Harry James, die het broodmager ventje gehoord had in een kroeg in Jersey en zijn manier van talking a lyric bewonderde. In 1939 scoorde Sinatra met All or Nothing at All zijn eerste succesopname. Maar toen hij een aanbod kreeg van Tommy Dorsey, die toen de beste band van het land had, verbrak Sinatra zijn contract voor twee jaar met het orkest van Harry James en ging hij als zanger aan de slag voor de ‘Sentimental Gentleman of Swing’. Waar hij al snel een ster werd met I’llnever smile again, dat wekenlang op nummer één in de hitparade stond.

Beste koop: De meeste vroege opnamen van Sinatra waren singles die later vaak in albums gecompileerd werden, alhoewel ze nooit zo geconcipieerd waren. Tommy Dorsey-Frank Sinatra: The Song Is You is een verzamelbox met vijf cd’s van een tachtigtal songs waarin Sinatra, sterk beïnvloed door zijn baas, zijn eigen muzikale identiteit aan het zoeken is en klinkt als een trombone met een accent uit New Jersey.

THE VOICE: DE COLUMBIAJAREN

Vastbesloten de beste zanger ter wereld te worden, vond Sinatra dat hij weg moest bij Dorsey en alleen verder moest gaan. In 1942 tekende hij een contract met Columbia Records. Het bigbandtijdperk was afgelopen, nu was het tijd voor de heerschappij van de Vocalist. Met zijn zachte liefdesliedjes met mierzoete arrangementen van Axel Stordahl stootte de crooner zijn grote voorbeeld Bing Crosby van de troon en werd hij het romantische ideaal en lustobject voor een generatie van tienermeisjes, bobbysoxers genaamd, vanwege de witte sokken die ze droegen. In de beginjaren had hij zijn zeg over de Columbia-opnamen, maar later raakte hij hoe langer hoe meer gefrustreerd door de brutale managementstijl van Columbia en het minderwaardige materiaal en de onnozele gimmicks die de platenfirma hun best verkopende artiest opsolferde. Toen hij in Mama Will Bark een blaffende hond moest nadoen, was de maat vol. In 1952 maakte hij er een eind aan.

Beste koop:The Best Of The Columbia Years. Deze 4 cd-box bundelt de meest opmerkelijke vroege opnamen van Young Blue Eyes die terwijl de meeste jonge mannen naar het front trokken, hun achtergebleven liefjes en bruiden troostte met zijn onschuldig sensuele en tedere ballades.

DE COMEBACKKAMPIOEN: DE CAPITOLJAREN

Toen hij onderdak vond bij Capitol zat Sinatra in een diep dal: zijn filmcarrière zat in het slop, zijn huwelijk met Ava Gardner liep op de klippen en zelfs zijn kostbaarste goed, zijn stem, liet hem in de steek. De jaren vijftig werden echter zijn gloriejaren als zanger en een van de meest fascinerende voorbeelden van hoe iemand het tij kan doen keren.

Wat de Sint-Pietersbasiliek is voor kardinaal Danneels is de Capitol Building, een torengebouw in Los Angeles in de vorm van een stapeltje lp’s, voor wie Sinatra vereert. Eerst in de KHJ Studio op Melrose Avenue en later in de Capitol Tower op het kruispunt van Hollywood en Vine begon Sinatra in 1953 met het opnemen van een reeks conceptalbums die samenvielen met de opkomst van de lp en geschiedenis maakten als the fabulous sixteen. Cruciaal was zijn ontmoeting met dirigent/arrangeur Nelson Riddle, die als geen ander de definitieve Sinatrasound zou kneden die de maatstaf zou worden van alles wat komen zou. Riddle, meest bekend voor zijn arrangement van Nat King Cole’s Mona Lisa, deed Sinatra’s ballades de pan uit swingen en gaf er met zijn meeslepende arrangementen vol onstuimig koper een grote romantische spanning aan. Ook deelde hij Sinatra’s passie om van elke song een miniverhaaltje te maken dat op dramatische wijze naar een hoogtepunt wordt gestuwd.

Beste koop: Songs For Swingin’ Lovers. U moet natuurlijk álle zestien conceptalbums in huis hebben, maar als u er toch eentje moet uitkiezen, laat het dan deze uitbundig swingende selectie zijn van volwassen liefdessongs waarin de vocale en instrumentale bravoure en virtuositeit van Sinatra en Riddle hemels harmonieus klinken.

OL’ BLUE EYES: DE REPRISEJAREN

In december 1960 wandelde Sinatra voorbij de Capitol Building in Los Angeles en hij zei tegen de platenbons die hem vergezelde: ‘I helped build that. Now, let’s build one of my own.’ Een jaar later had hij zijn eigen platenmaatschappij: Reprise Records. Sinatra’s platen voor zijn eigen label zijn niet het onverdeelde succes van zijn werk voor Capitol maar zeker in de vroege jaren zestig perfectioneerde hij zijn zangkunst en exploreerde hij met veel lef nieuwe muzikale stijlen in een snel veranderende muziekindustrie. Terwijl hij geregeld bleef samenwerken met Capitolgetrouwen als Billy May, Nelson Riddle en Gordon Jenkins, nam hij ook platen op met Don Costa, Neal Hefti, Sy Oliver en later ook met Quincy Jones. Hij maakte een sensationeel debuutalbum, Ring-a-Ding-Ding, met jazzy arrangementen van Johnny Mandel, zette zijn jazzgeoriënteerde opnamen verder met twee albums met de Count Basie Band, één (teleurstellend) album met het Duke Ellington Orchestra en ging de bossanovatoer op begeleid door stem en gitaar van componist Antonio Carlos Jobim. Minder succesvol (als het Sinatra betreft probeer ik altijd beleefd te blijven) waren zijn excursies in het country- en folkdomein, desastreus en vernederend zijn toegeving aan de discorage.

Beste koop: September Of My Years. Op zijn vijftigste zingt Sinatra afwisselend melancholisch en majestatisch met een donkere en diepere stem doordrenkt van spijt, verlies en berusting een reeks gelijkgestemde songs met arrangementen van Gordon Jenkins over een man die met weemoed terugblikt op zijn leven. Het is dé plaat die van Sinatra’s muziek definitief een gezongen autobiografie maakte.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content