Marcel Vanthilt presentator (tv1)

‘Bob Van Bael was een van de pioniers van de human interest – al noemden ze dat toen nog niet zo. Hij sprong eruit qua gestalte en qua stem. Hij had het timbre van een bosbeer, een indrukwekkend diepe basstem die normaal ernstige nieuwsprogramma’s vergezelde omdat ze zoveel sérieux insinueert. Bob Van Bael gebruikte zijn stem om met de grootste ernst bij wijze van spreken een omelet aan te kondigen. “En meneer, u kweekte een meloen die groter is dan je vrouw. Vertel. ” Wat die mens ook voor vreemds of bizars zei, Van Bael ging erop verder. “Boeiend. En wat gebeurt er als je dit doet?” Thuis lag je dubbel, zijn gezicht bleef in de plooi. Hij droeg ook altijd pak en das, netjes zoals het hoorde. Een reporter voor de televisie was presentabel.’

Echo verlegde volgens mij grenzen. Zowel qua stijl als qua onderwerpen. Legen-darisch is hun filmpje van de werkmannen van Aarschot. Ze staan met zevenen rond een put. De ene krabt aan zijn achterwerk, de andere zet zijn pet recht. Ze kijken, wachten af, zuchten. Als je dat kunt filmen, heb je een goed oog en een fijn idee van wat tv kan zijn. Ze waren voorlopers op dat vlak. Misschien hadden ze ook meer de vrijheid om te zoeken. Marketing bestond toen nog niet. Wij zijn een soort onschuld kwijt.’

‘Ik heb Van Bael nooit ontmoet. Daarom is hij voor mij een mythisch figuur gebleven. Hij is me wel blijven inspireren. Dankzij hem begrijp ik dat gewone mensen vaak boeiender zijn dan de zoveelste acteur of ster. Het kwam door hem dat ik in de eerste reeks van Thilt! op VTM mijn moeder als reporter gebruikte: zij vloog er onbevangen in. Ondertussen is human interest bijna een ziekte, maar als het echt en oprecht wordt gedaan, is het wonderschoon. Bob Van Bael vertrok vanuit respect en nieuwsgierigheid.’

‘Tv heeft me altijd naar zich toe gezogen. Ik herinner me nog de dag dat de eerste tv bij ons thuis binnenkwam: een meubel op pootjes met een rolluik. Als de uitzendingen om tien uur stopten, ging het rolluikje dicht. Het allereerste wat ik zag, was een missverkiezing. “Wel leuk, zo’n tv”, dacht ik. “Ze staan hier allemaal in hun onderbroek. ” Op zondag verzamelde de hele familie zich voor de tv. Aperitief rond zeven uur, daarna licht uit en tv aan. De stoelen stonden in een halve cirkel rond het scherm en we keken er in volkomen stilte naar. Als konijnen naar een lichtbak. Ik heb nooit bewust gedacht: ik ga voor tv werken, maar ik heb wel alles gedaan om dicht bij de televisie te zijn. Al mijn vrienden studeerden in Gent of Leuven, ik trok naar Brussel. Toen ik op bus 71 van het Centraal Station naar de VUB voor het eerst voorbij het Flageyplein reed, deed ik het in mijn broek van opwinding. Later kwam ik geregeld in het Amerikaans Theater. Als je er vriendelijk was tegen de juffrouwen van de cafetaria verkochten ze je fluo-oranje kaarten met het logo van de BRT. Ik legde die op mijn dashboard om te tonen: mannen, ik ben van de BRT. Belachelijk, maar ik heb het gedaan.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content