DE AUTOBIOGRAFIE

‘Mijn business is SHOWBUSINESS en dat betekent LATEN ZIEN, niet VERTELLEN.’ Goed, Bruce Springsteen drukt zich graag uit in hoofdletters. Maar heeft hij met Born to Run dan niet de overbodigste autobiografie ooit geschreven?

Springsteens memoires verschenen eerder deze week, op 27 september, simultaan over de halve globe, in tweeëntwintig talen. Aan het boek hangt een verzamelplaat vast, Chapter and Verse, die vijf onuitgegeven nummers prijsgeeft uit Springsteens leerschooljaren, van het midden van de sixties tot het begin van de seventies, toen hij in groepjes als The Castiles en Steel Mill aan de weg timmerde.

Vraag was alleen wat uit Born to Run nog geoogst zou kunnen worden wat deze wereldster in de afgelopen veertig jaar al niet had ontrafeld in die honderden publiekelijke ontginningen van zijn identiteit: zijn songs, zijn interviews en zijn optredens – die drie tot vier uur durende knievallen voor het schrijn van de rock-‘n-roll.

Het antwoord op die vraag ligt in de reden waarom Bruce Springsteen (net 67 geworden) dit boek over een periode van zeven jaar heeft voltooid. ‘In mijn nummers ben ik niet helemaal eerlijk geweest over mijn vader en heb ik hem neergezet als het archetype van een verwaarlozende, dominante ouder’, schrijft hij vroeg in het boek. Het feit dat Springsteen doorheen de jaren is gaan inzien dat die kenschetsen weliswaar correct maar onvolledig waren, nog bezwaard door de akelige vaststelling dat hij meer genetisch materiaal van zijn ouwe heeft geërfd dan hij wilde aanvaarden, vormt het onrustig kloppende hart van Born to Run.

EXPLOSIES

Bruce Springsteen groeit op als kind van een Ierse vader en een Italiaanse moeder, in het arbeidersstadje Freehold, New Jersey. Hij is zeven wanneer hij Elvis op tv ziet, ‘in een flits zo verblindend als een heelal dat een miljard nieuwe zonnen baart’. Maar het hemelgewelf hangt nog veel te hoog voor een knul met kleine handen en verrassend snel geeft hij het rocken op. Zijn gitaar gaat – voorlopig – terug naar de winkel.

In het relaas van zijn prilste jaren biedt Springsteen wel af en toe een doorkijk op wat komen zal. De al vroeg tot definitieve working class veroordeelde levensloop van zijn oudste zus, die hem de vonk voor het latere lied The River schenkt. De drummer in een van zijn eerste bandjes, die sneuvelt in Vietnam, tijdens de oorlog waarvan hij de naweeën zou aansnijden in het door Ronald Reagan zo misbegrepen Born in the USA. De onthechting wanneer hij op zijn negentiende alleen aan de oostkust achterblijft wanneer zijn ouders en jongste zusje de wijk nemen naar Californië, en die hem prepareert voor het leven on the road: ‘Ik zou mijn leven al reizend doorbrengen en honderdduizenden kilometers afleggen en dat verhaal was iedere keer hetzelfde… man komt stad in, laat haar exploderen en rijdt de avond in, verdwijnt in de nacht. Precies zoals ik het wil.’

Maar wat voor de buitenwereld een haast buitenaardse toewijding lijkt, geeft Springsteen nu verrassend toe, was ook zelfmedicatie. De disfunctionele gezinssituatie waaruit hij is ontsproten, ontneemt hem elke drang om zich te settelen, en staat op lange termijn zijn geluk in de weg. Platen opnemen en toeren, daarin lag zijn bestaansreden, maar het was ook een blijk van onvermogen om zijn demonen onder ogen te zien. Geboren om te vluchten dus. Daarom zijn de momenten waarop zijn vader het verhaal komt binnenvaren talrijk, en daarom zijn ze altijd op een bijzondere manier geladen. Met woede, afkeer, teleurstelling, verwarring, angst, verdriet en, ten slotte, begrip.

DEPRESSIES

Maar nog daarvóór, halfweg het verhaal, valt het woord ‘depressiviteit’. Een destructieve kwelling die Springsteen al ruim dertig jaar bestrijdt met therapie en ‘onberekenbare’ pillen. Zijn reddingsboei is zijn tweede vrouw Patti Scialfa, tevens de spil in hun gezin met drie kinderen en zangeres in zijn E Street Band. Wanneer ‘die goederentrein vol dynamiet’ weer eens komt aandenderen, bekent Springsteen deemoedig, ‘bewaakt Patti het fort dat ik probeer plat te branden’.

Uiteraard is Born to Run veel meer dan de aanloop naar die verlossing alleen. Op zoek naar betekenis in alle aspecten van zijn leven wil Springsteen wel eens doordraven, dat is zo in zijn muziek en hier niet anders. Maar wat hij schrijft over die befaamde recensie van zijn latere manager Jon Landau (‘I saw rock and roll future and its name is Bruce Springsteen‘), gaat in grote lijnen ook op voor zijn eigen vurige, ontwapenende boek: ‘(Het was) een door een muziekliefhebber prachtig geschreven erkenning van de macht en de betekenis van de rock-‘n-roll, het gevoel van plaats en continuïteit die de muziek in ons leven brengt, de gemeenschap die de muziek alleen maar kan versterken, en de eenzaamheid die zij verlicht.’

Hier past een amen.

BORN TO RUN – MIJN VERHAAL ****

Bruce Springsteen, Lannoo, 528 blz., ? 25.

door Kurt Blondeel

Springsteen geeft toe dat wat voor de buitenwereld een haast buitenaardse toewijding lijkt, ook zelfmedicatie was.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content