VT4 dropte eind juni zestien Vlamingen en Nederlanders op een kleine vlek in de Stille Oceaan voor een spelletje ‘survival of the fittest’. Een productieploeg van vijfendertig man volgde het hele gebeuren vanop afstand. Désiré Naessens, presentator van deze ‘Expeditie Robinson’, hield voor Focus Knack een logboek bij van ’the making of’.
Expeditie Robinson. Elke zaterdag – 20.30 VT4
Donderdag 28 juni, Besar
Na een uur varen zijn we met de visserssloep terug bij de speedboten die ons naar Besar brengen, het eiland waar wij twee maanden zullen verblijven. We verplaatsen ons vanaf nu alleen nog per boot. ‘Another day at the office!’, roept een Zweed wanneer we aanmeren aan de jeti, de aanlegsteiger van Besar, waar ik vorig jaar ook al twee maanden doorbracht.
Mijn Nederlandse collega Ernst-Paul Hasselbach en ik hebben net zestien Vlamingen en Nederlanders van een Maleisische visserssloep in volle zee gegooid, vanwaar ze zwemmend in twee groepen van acht hun bestemming moesten bereiken: Lima en Simbang, twee eilanden waar hen honger en hitte wacht. De landing is gelukt. De zestien kandidaten hebben de eilanden veilig en wel bereikt en we hebben alles goed in beeld kunnen brengen. Dat is een opluchting, gezien de heisa van de avond voordien. Voor de kustlijn lagen twee vlotten op de kandidaten te wachten, waarmee ze hun tocht verder moesten zetten. Een van de vlotten was door de branding losgeslagen en in zee verdwenen. Een ploeg Zweedse schrijnwerkers _ robuuste kerels van wie sommigen lang op boorplatformen actief is geweest _ heeft de hele nacht moeten doorwerken om alsnog een vlot in elkaar te steken.
Het voelt goed om, een jaar later, opnieuw op het parelwitte strand van Besar rond te lopen. Het eiland is niet groter dan drie voetbalvelden samen. Er wonen alleen nog wat vissers, een opmerkelijke kolonie exotische koeien _ honderdvijftig ongeveer _ en hier en daar een aap. Toeristen zijn er haast niet: de touroperators hebben nog niet geïnvesteerd in de local resort business. De televisie-industrie wel: hier wonen momenteel 120 televisiemakers in houten chalets, verspreid over twee resorts. Het gros ervan zijn Zweden, voor de gelegenheid aangevuld met onze ploeg van 35 Vlamingen en Nederlanders. De Zweden vieren vanavond hun midzomernachtfeest. Onder de palmbomen verbroederen we, terwijl we ingelegde haring, knäckebröd en sterke jenevers naar binnen werken. Blote ruggen met tattoos, blonde juffrouwen met vlechtjes en mooie boezems; de sfeer in het kamp is die van een Hagar-dorp in de tropen.
De Zweden hebben twee maanden productie achter de rug voor de Denen en de Noren. Velen zien er moe uit. Hier op Besar houdt het Zweedse productiehuis STRIX de touwtjes in handen. STRIX stelt het format, de infrastructuur en logistieke knowhow ter beschikking van de Noren en de Denen, de Belgen en de Nederlanders, de Fransen, de Spanjaarden en de Baltische Staten. Allemaal programmeren ze Expeditie Robinson voor het najaar.
Kanakna, het Belgisch productiehuis dat Expeditie Robinson produceert voor VT4 en NET5, draagt de grote verantwoordelijkheid om beide zenders een afgewerkt televisieprogramma te garanderen. De generatoren draaien. De computers, monitors en log-apparatuur zijn geïnstalleerd, maar krijgen af te rekenen met stroompannes. De eerste cassettes met daarop de beelden van de landing van de kandidaten worden tot ’s avonds laat ingelogd.
Gert, onze eindredacteur, volgt de ontwikkelingen op Lima en Simbang op de voet. Hij wordt door de reporters en de cameraploegen via de walkies permanent op de hoogte gehouden van het doen en laten van de expeditieleden. Het gaat goed met onze kandidaten, al zijn ze er nog niet in geslaagd om vuur te maken. Lani, een van onze reporters, rapporteert van Simbang; “Ik kan bevestigen dat de teleurstelling bij sommige kandidaten groot is. Ik herhaal, sommigen zijn zwaar teleurgesteld. De inhoud van de survivalpakketten bevalt hen niet, vorig jaar stak er meer in. Over.”
Zaterdag 14 juli, Besar
De cameraploegen vertrekken iedere ochtend om 6 uur naar Lima en Simbang, de eilanden waar de kandidaten verblijven. Ruim twintig camera’s, statieven, monitoren, geluidsapparatuur en onderwatercamera’s _ goed voor tientallen miljoenen franken _ staan opgesteld in een tent. Iedere ochtend duwen de cameraploegen hun materiaal met een kar naar de pier om het aan boord van de speedboten te laden die hen naar Simbang of Lima brengen. Het is voor iedereen hard werken, maar de meest uitputtende job is ongetwijfeld die van de cameralui. De camera’s wegen ruim 12 kilo en worden van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat op de schouder gedragen. Veel tijd om te rusten is er niet. Wanneer de kandidaten op hun eiland een zoektocht naar voedsel ondernemen, gaan onze cameramannen vaak tot het uiterste om ze te volgen, dwars door de jungle of over de klippen.
Gisteren is op de eilandraad de vierde kandidaat weggestemd. Elke aflevering van Expeditie Robinson wordt opgenomen in een tijdspanne van drie tot vier dagen. Dertien keer moet er een Robinson-proef, een eliminatieproef en een eilandraad worden afgelegd. Het tempo waarin het programma wordt geproduceerd is hels en weegt zwaar door voor iedereen die in deze schuit zit. Elke proef waaraan de kandidaten worden onderworpen, wordt vanuit verschillende camerastandpunten in beeld gebracht door de Zweedse OB-teams. Telkens moeten er stellingen worden gebouwd (en afgebroken) die kunnen dienen als platform voor de camera’s. Regietenten moeten worden opgezet om de monitors waarop de camera’s zijn aangesloten te beschermen. Dit seizoen wordt ook een kraan gebruikt, een constructie met een arm van ongeveer zes meter waarop aan het einde een camera zit die vanop afstand kan worden gestuurd. Er worden generatoren geïnstalleerd en kabels gesleept. De games, waar de schrijnwerkers maandenlang aan hebben gewerkt, worden de dag van de opnames uitgebouwd tot indrukwekkende filmsets in de jungle. Op de sets staan acht camera’s opgesteld en er lopen gemakkelijk zo’n 35 crewleden rond. ‘Competitors arriving, attention everyone: no smoking or eating on the set until the competitors have left the location’, roept Toby, de Zweedse setmanager. Voor Ernst-Paul en ik is dat het sein dat wij aan de beurt zijn. ‘Are you ready ? Three, two, one and action!’
De samenwerking met de Zweden verloopt vlot, maar is ook voortdurend een bron van spanningen. Soms zijn de sets niet op tijd klaar, af en toe zijn er vertragingen door wispelturigheden van de Zweden. Femke, onze gameproducer, wordt wel vaker geconfronteerd met de onvolmaaktheden van de Zweden. Het kan geen toeval zijn dat Kanakna voor deze functie een kickbokster heeft geëngageerd. Ze is zacht als fluweel, maar als ze boos is, maak je je beter uit de voeten. Afhankelijk van haar humeur loopt Femke op de set rond met een T-shirt met daarop BOYS LIE, I LOVE SWEDEN of OB ME. Ook bij ons zijn er geregeld spanningen, maar ze wegen niet op tegen de sfeer van welbehagen die in onze groep heerst. Bovendien zitten we hier met onze snoet zo dicht op mekaar, dat er altijd wel een gelegenheid is om alles bij te leggen.
In tegenstelling tot vorig jaar kunnen we beschikken over een zwembad dat KC, de eigenaar van het D’coconut-resort liet aanleggen om ons wat af te reageren. ’s Avonds is de poolbar uiteraard een favoriete plek. Peter, onze realityrunner die zich van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in het zweet werkt om de expeditie van petroleumlampen, visnetten en alle andere lokale benodigdheden te voorzien, vragen we telkens weer om zich eerst te wassen vooraleer hij aan de toog komt zitten. Hier worden vriendschapsbanden gesmeed, de roddels becommentarieerd en heel af en toe moeten we de Zweden de mond snoeren wanneer ze na een paar cocktails ’s nachts luidkeels om Femke roepen.
Zondag 15 juli, Besar
Het is ochtend en vanavond pas is er een nieuwe Robinson-proef. De houten chalet waarin ik woon, is gezellig en mijn terras wordt opgewaardeerd door een bougainville met prachtige bloemen die regelmatig door vlinders worden bezocht, soms zo groot als een handpalm. We zijn hier nu al bijna drie weken en hoewel ik geen horloge draag en de dagen met opzet vergeet, realiseer ik mij hoe snel het allemaal voorbijgaat. Ik troost mezelf met de gedachte dat ik hier nog vijf weken kan blijven en kruip in mijn hangmat. Dit seizoen heb ik mij wat beter kunnen voorbereiden op een lang verblijf in de tropen en het aanschaffen van zo’n hangmat is het beste wat ik kon doen. Bij ons krijg je zo’n ding nooit fatsoenlijk opgehangen. Als ik er de tijd voor vind, trek ik soms de heuvels in om er te kijken naar de planten en de vogels. Ik heb wilde orchideeën gevonden. Mijn belangstelling voor die dingen doet sommigen hier glimlachen, maar het is mijn manier om ook eens met andere ogen naar de wereld te kijken. In de tien jaar dat ik hoofdzakelijk reportages heb gemaakt voor de nieuwsdiensten ben ik vooral geconfronteerd geweest met de minder fraaie kanten van de samenleving. Een beetje schoonheid en troost vinden in de natuur doet mij deugd. Ik ga regelmatig snorkelen boven het rif, honderd meter voor de kust. Ik kan mij soms een uur lang roerloos vergapen aan wat zich daar afspeelt.
Noem het verzachtende omstandigheden, want vrije dagen heb ik hier niet. Ernst-Paul en ik volgen de situatie van de kandidaten twee maanden lang van dichtbij. Vrijwel iedere dag moet er worden gepresenteerd en zo niet werken we aan de voorbereiding van de proeven. Vergaderen doen we hier regelmatig, gezien de complexiteit van de productie. Belangrijk is de debriefing ’s avonds. De reporters brengen dan uitgebreid verslag uit over de ontwikkelingen op de eilanden. Alle mogelijke verhaallijnen worden gezamenlijk besproken en Gert, de eindredacteur, geeft de reporters aanwijzingen over de invalshoeken die hij wil uitwerken. Gert werkt zich uit de naad, neemt nooit vrijaf. Wanneer iemand van de kandidaten op de eilanden ’s nachts een strandwandeling maakt, weet hij dat.
Het enige houvast dat de kandidaten hebben, is het eiland waar ze op zitten. De uitdaging is overleven met wat er aan voedsel te vinden is. Voor al het overige zijn ze grotendeels afhankelijk van de productie. Vanavond staat er tijdens de Robinson-proef voor de kandidaten veel op het spel. Het kamp dat de proef wint, wordt een etentje aangeboden met alles erop en eraan. Het eten moet wel worden opgediend door iemand uit het verliezende kamp, zonder dat hij mag meesmullen. Expeditie Robinson is geen programma voor doetjes. Er zijn nachtwakers, een interventiehelikopter, een arts, verplegers en veiligheidsprocedures, maar beletten dat iemand van een rots glijdt, kunnen we niet.
Vrijdag 20 juli, Besar
De beide kampen zijn nu samengevoegd. De kandidaten die nog overblijven, kunnen de honger, de uitputting, de fysieke en mentale ontreddering en vooral mekaar aan. Ze zijn geradbraakt en zijn tot het uiterste gegaan tijdens de proeven. Geplaagd door zandvliegen, muggen en televisiemakers. Sommigen hebben het opgegeven, anderen zijn weggestemd omdat ze niet goed in de groep lagen. Het verblijf op de eilanden is harder nog dan vorig jaar. Maar de overgebleven kandidaten zijn niet van het soort dat terugdeinst. Stuk voor stuk zijn het sterke persoonlijkheden met karakters die tot de verbeelding spreken. Naarmate de weken verstrijken, worden ze scherper, mooier en echter. Wij stellen hen de middelen ter beschikking om de fantasie van een onbewoond eiland aan de werkelijkheid te toetsen. Kandidaten en televisiemakers, ons verblijf in deze waterwereld heeft vaak iets onwezenlijks, het is een boek dat we zelf aan het beleven zijn, een avontuur dat lichaam en geest sterkt.
De kritiek op ondernemingen als deze is er een van alle tijden; het is beter met beide voeten op de grond te blijven. Maar uitgerekend hier besef je dat de werkelijkheid in onze contreien al langer dan vandaag is zoekgeraakt, alleen is dat nog niet helemaal doorgedrongen. Straks staan we weer aan te schuiven in de files op onze autosnelwegen. Dat vinden we normaal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier