Maak kennis met de nieuwste folky sensation: Jessica Pratt, zangeres van tijdloze, akoestische songs die al de vergelijking met Karen Dalton, Vashti Bunyan en Joanna Newsom doorstaan. Op haar nieuwste, vijfsterren-cd On Your Own Love Again, zoekt ze nog meer naar haar eigen stem. ‘En ik weet best dat die vrij bizar klinkt.’

Jessica Pratt (27) werd in San Francisco ‘ontdekt’ door White Fence, het alias van de psychedelische rammelrocker en stadsgenoot Tim Presley. In 2011 verscheen een eerste titelloze, elf ruwe maar melodieuze songs tellende langspeler, die in de loop van 2012 door steeds meer muziekmedia positief werd opgepikt. Sinds vorige week is er de opvolger, On Your Own Love Again.

Een debuut dat meteen als cultplaat wordt gesleten: zegen of vloek?

JESSICA PRATT: Dat album was eigenlijk geen volwaardig debuut. De meeste songs waren al een paar jaar oud toen de plaat verscheen. Ze vormen ook totaal geen coherent geheel en zijn heel amateuristisch opgenomen. Voor On Your Own Love Again heb ik veel meer moeite in de opnames gestoken – vooral de postproductie nam meer tijd in beslag dan verwacht. Ik ontdekte totaal onvoorbereid de controlefreak in mezelf, en dat was even schrikken.

Ik denk dat veel mensen die Jessica Pratt goed vinden net gecharmeerd waren door dat amateurisme.

PRATT: Kan goed zijn, en het is de aanwezigheid van dat wachtende, verwachtingen koesterende publiek, hoe klein ook, die zoveel druk bij me opwekte. Tegelijk is het best een constructief gevoel, hoor, dat er mensen rondlopen die een ruk geven om wat je aan het doen bent. Ik moet er alleen nog een beetje aan wennen. But it feels good, that someone gives a fuck.

Tim Presley alias White Fence richtte speciaal Birth Records op om je eerste album uit te brengen, maar On Your Own Love Again verschijnt via de Amerikaanse independent Drag City. Is hij triest om je te zien vertrekken?

PRATT: Integendeel. Tim heeft al een fulltimejob: zelf muziek maken en uitbrengen. Een label runnen was nooit zijn bedoeling. Ik geloof niet dat hij het ziet zitten om nog eens een hele dag vanuit zijn woonkamer platen en cd’s in te pakken. Sommige exemplaren zijn waarschijnlijk nog altijd onderweg. (lacht) Tim is mijn beschermengel. Toen hij me vertelde dat hij absoluut mijn songs wilde releasen was ik er even van overtuigd dat ik hallucineerde. Maar Tim legde mijn twijfels en mijn neiging tot overdreven zelfkritiek het zwijgen op, en daar ben ik hem enorm dankbaar voor.

Klopt het dat de ooit zo bloeiende garagerockscene in San Francisco helemaal dood is? Tim en Ty Segall zochten al andere horizonten op, ook jij woont tegenwoordig in LA.

PRATT: Het is blijkbaar traditie in San Francisco, die korte, hevige opflakkeringen vanuit de underground die even snel weer gaan liggen zodra artiesten succes beginnen te krijgen. Iedereen is er gaan lopen, het is een spookstad momenteel. Het is dan ook de duurste Amerikaanse stad om te wonen, duurder dan LA. Het enige nadeel hier in LA is dat ik geen rijbewijs heb. San Francisco is een kleine stad, een auto is er geen noodzaak. En nu zit ik hier mooi, in de meest op auto’s ingestelde metropool ter wereld. Slim.

Dat je een aparte stem hebt, hoor je waarschijnlijk vaker, maar ook je accent is iets bijzonders. De manier waarop je ’there is a time’ zingt in Back, Baby, bijvoorbeeld, waarin je plots een zuiderse twang hebt, zo lijkt het.

PRATT: San Francisco heeft geen onderscheidbaar dialect. Mijn accent is gevormd door al de muziek waar ik naar geluisterd heb, het is een samenraapsel waarin sommige woorden anders klinken dan andere. Ken je Al Stewart?

Year of the Cat! Een van mijn favoriete softrocksongs.

PRATT: Inderdaad. Zijn stemgebruik en uitspraak zijn ook zo’n verwarrend zootje, maar net daarom hou ik ervan. Hetzelfde gevoel heb ik ook bij iemand als Van Dyke Parks.

‘The helium-voiced Jessica Pratt’, las ik onlangs op een blog. Geen idee of dat als compliment bedoeld was.

PRATT:(lacht) Ik neem in elk geval nooit aanstoot aan de manier waarop mijn stem soms beschreven wordt, want ik weet best dat mijn soms bizarre manier van zingen geen spek naar ieders bek is. Mijn muziek is dan ook niet bedoeld als toegankelijke middenmootmuziek, hé. Ik hou van humor en surrealisme, van groepen als The Mothers of Invention, en fantasierijke artiesten als Ariel Pink. Het is ook niet zo dat ik mezelf opzettelijk een bizar, hoog stemmetje aanmeet om mensen in de war te brengen.

In sommige songs verander je onderweg verschillende keren van toon. Een bevreemdend effect, alsof je naar een seance zit te luisteren.

PRATT: O, maar dat is goed, dat je die paranormale en satanische invloeden opgepikt hebt. (lacht) De realiteit is simpel: ik ben nog volop mijn stembereik aan het exploreren, aan het uitzoeken waar ik mee wegraak en waarmee niet.

Naar het einde toe van Jacquelyn in the Background lijkt het alsof de tape langzaam stilvalt en opnieuw wordt opgestart. De hele plaat zit vol zulke geestige ingrepen en achtergronddetails.

PRATT: Ik had het einde van Jacquelyn vroeger dan het begin opgenomen en zocht een manier om de twee samen te brengen. Nu, de hele plaat is op tape ingespeeld, met een oude viersporenrecorder, het was dus geen sinecure om verschillende stukken mooi aan elkaar te plakken, dus heb ik maar een grappig clichétrucje gebruikt. Sorry.

Dankzij die grappige details voel je dat dit een eigentijdse plaat is, want de muziek zelf is van een tijdloze kwaliteit. Vroeger zou een song als Back, Baby op maat van Roy Orbison of The Crystals gesneden kunnen zijn.

PRATT: Met een compliment als tijdloos doe je me een groot plezier. Nieuwe muziek die haar best doet om te klinken als oude muziek is zo… vals. Niet interessant, niet intens. Maar wat je zei over Roy Orbison is wel maf. Telkens ik Back, Baby aanhef, moet ik aan hem denken. ‘Sometimes I pray for the rain’, een openingszin die niet eens aanvoelt als iets van mezelf, maar wel very Roy Orbison.

Wie bidt er nu ook voor regen?

PRATT: Mensen die in Los Angeles wonen, tiens!

ON YOUR OWN LOVE AGAIN

Uit op Drag City. Op 23/2 concerteert Jessica Pratt in Brussel, in de Witloof Bar van de Botanique. Alle info: botanique.be

DOOR JONAS BOEL

Jessica Pratt: ‘DE GARAGEROCKSCENE IN SAN FRANCISCO, MET TY SEGALL EN WHITE FENCE, IS MORSDOOD. IEDEREEN IS ER GAAN LOPEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content