Dancehall Days

Door velen verguisd wegens geweld predikend, maar dit jaar toch geïnfiltreerd in alle muziekgelederen: dancehall, de digitale reggaevariant uit de getto’s van Kingston.

Met een nieuw album, Peace Is the Mission, in de winkel en passages op de hoofdpodia van Werchter én Pukkelpop was er dit jaar opnieuw geen ontsnappen aan de toeters en bellen van Major Lazer. Wat in 2009 begon als een zoveelste folietje van producer Diplo groeide in zes jaar en drie albums tijd uit tot een grote – of moet dat zijn: groteske? – festivalact. Ter herinnering: Major Lazer begon als showcase voor Jamaicaanse dancehallartiesten als Vybz Kartel, Busy Signal, Mr. Vegas en T.O.K., met wie Diplo en Switch hun debuut Guns Don’t Kill People… Lazers Do (2009) gingen opnemen in Bob Marleys Tuff Gong-studio’s. Major Lazer was tegelijk een persiflage op en een hommage aan de dancehallcultuur, iets tussen stripclub, Rambo III en een foorkraam. Sinds Switch in 2011 uit het project stapte, schuift Major Lazer steeds meer op richting dat laatste, maar dat dancehall meer is dan een excuus voor schuddende derrières bewees Rebel Sound, het onlangs opgerichte soundsystem met Chase & Status, MC Rage, Shy FX en de 64-jarige dj-veteraan sir David Rodigan, die op Pukkelpop een masterclass bass music gaven. Dancehall in de Dance Hall, gebracht met zoveel vuur en zoveel stijl, dat alle aanwezigen zich in het zweet in de sokken dansten, en toch al hun kleren aanhielden.

Was er ook bij in Kiewit: Jamie ‘xx’ Smith, die met zijn single I Know There’s Gonna Be (Good Times) ook inspiratie uit een Caribisch vaatje tapte. Met vocale assistentie van nieuwe dancehallster Popcaan fabriceerde Smith een zwoele zomerhit pur sang, en volgens zijn label Young Turks komt er een remix aan waarop MC’s als Assassin en Konshens daar nog een Jamaicaans schepje bovenop doen – Assassin is trouwens ook te horen op The Blacker the Berry, een van de singles uit Kendrick Lamars To Pimp a Butterfly.

Dat dancehall tegenwoordig gretig aftrek vindt bij producers in de popmuziek, hiphop en dancescene hoeft volgens Brits rapicoon Roots Manuva, zelf van Jamaicaansen bloede, niet te verbazen. ‘Dancehall is altijd zijn tijd vooruit geweest’, vertelde hij deze zomer aan Knack Focus. ‘Het is het ultieme mash-upgenre. Whatever is around, they take it in and spit it out. Dancehall is schieten vanuit de heup, het is moderne, zwarte punk.’ Kevin Martin, de Londenaar die als The Bug al jaren zijn eigen, apocalyptische variant op dancehall propageert, treedt hem bij. ‘Dancehall – of ragga, of bashment – is muziek die steeds voorwaarts denkt. De eerste dancehallproducers in Jamaica zochten continu naar nieuwe, bizarre riddims om het publiek mee omver te blazen. Het is brutaal en agressief, net als punk, maar ook futuristisch. Het allereerste digitale dancehall-riddim heet Sleng Teng, en werd bedacht door producer Prince Jammy toen hij op een Casio-keyboard het ritme van Eddie Cochrans Somethin’ Else probeerde na te bootsen. De oorsprong van dancehall ligt dus in Amerikaanse rock-‘n-roll. Dat dancehall nu volop geadopteerd wordt door westerse producers maakt de cirkel rond.’

JONAS BOEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content