DAME M

Shakespeare heeft voor haar geen geheimen meer, James Bond is ze al zeventien jaar de baas, FBI-duivel J. Edgar Hoover reduceerde ze onlangs tot een zielig moederskindje en nu schittert ze in een film over een onderwerp dat haar doorgaans doet steigeren: haar pensioen. ‘Spreek me liever over jong zijn!’ Gezellig op de thee bij Dame Judi Dench.

Vreemd: in de weken na mijn afternoon tea met Judi Dench koppen de kranten dat de 77-jarige actrice stilaan blind wordt. Daarvan was toch niets te merken toen ik haar ontmoette in het Londense Soho Hotel – ze keek me recht in de ogen en goot de thee niet naast haar mond. Nu ja, als er één actrice in staat is ons allemaal voor de gek te houden, dan wel Judi Dench.

Blind of niet, Dench rijgt de successen aan elkaar, met alleen al de voorbije maanden rollen in Clint Eastwoods Hooverfilm J. Edgar, het uitstekende Jane Eyre en Monroebiopic My week with Marilyn. In de herfst kruipt ze in de nieuwe Bondfilm Skyfall opnieuw in de huid van spionagebazin M., haar vaste bijbaantje sinds Goldeneye (1995). Maar eerst is er nog The Best Exotic Marigold Hotel, een bitterzoete film over enkele Britten op leeftijd die een sjofel hotel in India boven het rusthuis verkiezen.

‘Ja, dat is vijf filmreleases op amper een paar maanden tijd, maar denk nu niet dat ik zó hard werk: het is toeval dat ze snel na elkaar uitkomen’, lacht Dench. Hoewel ze al een eeuwigheid lijkt mee te draaien, is haar filmcarrière rijkelijk laat opengebloeid. Ze mocht zich al zeven jaar ‘Dame’ laten noemen voor haar verdiensten in het Britse theater toen ze in 1995 voor Goldeneye gevraagd werd – het begin van een tweede leven als filmster.

‘EIGENLIJK IS HET VERWONDERLIJK DAT IK ACTRICE GEWORDEN ben’, vertelt ze. ‘Ik was op weg om decorontwerper te worden, maar ondervond dat acteren me in de zevende hemel bracht. Ik hou er zielsveel van. Niet veel mensen hebben een job die ze doodgraag doen, en ik dank God elke dag op mijn blote knieën. Achter mij staan duizend bekwame actrices te popelen om mijn plek in te nemen, maar ik ga door zolang ik kan.’ De lach op haar lippen versterft bij de gedachte aan haar eerste rol. Ze herinnert haar aan acteur John Neville, die vorig jaar in november overleed (bij filmfans is Neville vooral bekend van de titelrol in Terry Gilliams The Adventures of Baron Munchausen, nvdr.). ‘Dat was in 1957 in The Old Vic. Ik speelde Ophelia, John Hamlet. Hij was een geweldige Shakespearevertolker.’ Een krop in haar keel vervormt haar stem. Nog voor de tranen opwellen, herpakt ze zich. Geen wonder dat Groot-Brittannië haar tot de grootste actrices rekent: de thee is nog te heet om te drinken, maar ze heeft mij bijna mee aan het huilen gekregen.

‘John Neville heeft me veel geleerd’, gaat ze verder. ‘Alles wat ik over het theater weet, weet ik van hem. En ook hoe ik me in een gezelschap moet gedragen. Op een dag zei hij: “Je moet beslissen waarom je dit werk doet. Je hoeft de reden aan niemand te vertellen, maar je moet je keuze wel respecteren.” En dat heb ik gedaan: de reden waarom ik acteer, is altijd dezelfde gebleven.’

Om de beeldjes hoeft ze het niet meer te doen. Ze werd al zes keer genomineerd voor een Oscar (zowel voor Beste Vrouwelijke Bijrol als voor Beste Vrouwelijke Hoofdrol) en kreeg de Award één keer mee naar huis: voor haar vertolking van Queen Elizabeth in Shakespeare in Love, in 1999. Welke rollen kunnen haar na zo’n royale carrière dan nog overtuigen?

‘Goh, ik ben héél slecht in kiezen’, geeft ze grootmoedig toe. ‘De regisseurs die mij vragen, zijn daar veel beter in. Ik bazuin gewoon rond dat ik graag uiteenlopende rollen speel. Nu ik erover nadenk: waarom maakt er eens niemand een theaterstuk over een Afghaanse vrouw die leert koorddansen en in de laatste act in een draak verandert?’ Dát is Dame Judi Dench: al is haar publiek beperkt tot een journalist en een persagente, ze entertaint.

‘MISSCHIEN VIND JE HET VREEMD OM TE HOREN, MAAR OOK IK kan nog starstruck zijn’, vervolgt ze. ‘Vorig jaar bijvoorbeeld, op de set van J. Edgar van Clint Eastwood.’ Wat volgt, is een kort toneelstuk met Dench in een dubbelrol. ‘Bij de voorbereidingen van de eerste opnamedag was Clint nergens te bespeuren. Ik liep volledig gekleed en opgemaakt de set op: geen Clint. Dus zette ik me even neer. Plots voelde ik een hand op mijn schouder…’

(Ze draait langzaam haar hoofd, kijkt met een bevangen gezicht naar boven en last een dramatische stilte in.)

‘… en ik keek recht in het gezicht van die lange, lange man. Het was de rustigste set die ik ook heb meegemaakt. Niemand schreeuwde om stilte, Clint fluisterde wanneer we mochten beginnen te spelen. Zelfs als de scènes ingeblikt waren, riep hij niet ‘cut’, maar zei hij heel zachtjes ‘stop’, meestal gevolgd door een even zacht ‘print’. Ik geloof zelden dat de eerste opname meteen de goede is, dus vraag ik regelmatig om een tweede take. Dat heeft hij me snel afgeleerd. (imiteert Clints grafstem)“Why?” “Omdat ik het misschien anders kan spelen?” (opnieuw de grafstem)“Why?” “Ik denk dat…” “Niet denken!” Een magische man, Clint. Voor hem keer ik met plezier uit mijn pensioen terug.’

Het hoge woord is gevallen: denk je daar dan aan?

DENCH: Zeer zeker niet!

Verfrissend aan ‘The Best Exotic Marigold Hotel’ is dat het over oudere mensen gaat. Kletsten jullie tijdens de pauzes over de voor- en nadelen van de leeftijd?

DENCH: Hemeltje, natuurlijk niet! (Berispend) Spreek me daar toch niet op aan! Jij zal ook nog vanzelf oud worden, en dan zal je begrijpen waarom we daar liever niet over praten. Spreek liever over jong zijn.

Dan mag je wel niet klagen dat er over oudere mensen weinig films worden gemaakt.

DENCH: Daar heb je gelijk in. Doorgaans moeten vrouwen ongelooflijk mooi zijn om in dienst te worden genomen. Nu was er eindelijk een film waar we met z’n allen in konden spelen. Haast de hele cast bestond uit oude bekenden. Met Bill Nighy heb ik al een keer of drie samengewerkt, en Maggie Smith is al heel lang een vriendin van mij.

Kon je je makkelijk inleven in die rol van oud besje?

DENCH: Onze persoonlijkheden liggen heel ver uiteen, maar één ding delen we: elf jaar geleden heb ik mijn man verloren, met wie ik lang in een gemeenschap heb gewoond. Na de dood van mijn vader zijn we met de familie samen in een huis gaan wonen. Twaalf jaar lang, tot mijn moeder en schoonmoeder stierven. In India is dat gebruikelijk, in Engeland veeleer uitzonderlijk. Wij sluiten oudjes liever op in een kamertje in een rusthuis, met de televisie als enige gezelschap.

Jullie zijn in India gaan filmen. Welke indruk heeft het land op je gemaakt?

DENCH: Het moet zowat de enige plek ter wereld zijn waar ik nog níét geweest was. En ik sta te popelen om terug te keren. E. M. Forster (schrijver van ‘A Passage to India’ en ‘Howards End’; nvdr) heeft het nog zo gezegd: je leven is nooit meer hetzelfde nadat je in India bent geweest. Het land is een aanslag op de zintuigen. Neem nu de meren van Rajasthan, die na de moessons zo met water zijn gevuld dat ze de verbluffende schoonheid van het landschap nog eens weerspiegelen. De Indiase geuren zijn nergens mee te vergelijken, en de kleuren zijn overweldigend – in de kleden van de vrouwen, de pakken van de mannen én in hun ogen. Plus: de geluiden zijn betoverend. mensen zingen, reciteren, praten – en dan hebben we het nog niet over het verkeer, hoe vrachtwagens, scooters, fietsers, auto’s, tuktuks en olifanten allemaal door elkaar snellen. Het is alsof mijn huid ginder eens zo gevoelig is geworden. Dingen raken me feller. Ik was nochtans al twee keer in West-Afrika geweest. God weet hoe hard dat was.

Hoe rijm je die schoonheid met alle miserie?

DENCH: Elke dag ging ik kijken naar een bepaald gezin, dat leefde onder een tussen drie stokken aangespannen zeil. Zij hadden niets aan, maar wat een effect dat had op mij! De tegenstelling van die buitengewone rijkdom met die abjecte armoede is ver-schrik-ke-lijk schokkend: de één heeft alles, de ander helemaal niets. Nochtans leven ze zij aan zij. De schoonheid van Indië en de Indiërs, en hun zachtheid en hoffelijkheid lijken die kloof deels te overbruggen. Maar daarmee weet ik nog altijd niet wat ik kan en moet doen. Wat als ik alles wegschenk wat ik bezit? Dat maakt geen noemenswaardig verschil. Je wil helpen, dus je helpt. Maar je hulp is nog geen druppel op een hete plaat. Daarmee in het reine komen is ontzettend moeilijk. De maharadja zei me dat er gestaag wel dingen veranderen. Scholing en een grote bewustwording van de problemen vergroten de bereidheid om er wat aan te doen.

MET EEN DRAMATISCH PERFECT GETIMED TIKJE VAN DE ZILVEREN lepel tegen het kopje thee in haar handen sluit ze het interview af. Tijd voor een tweede kopje heeft ze niet: ze wordt verwacht op de set van Skyfall, haar zevende James Bondfilm ondertussen. ‘M spelen geeft me een ongelofelijk gevoel van macht’, wil ze nog snel kwijt. ‘Het is keihard werken, maar de productie verwent je. Ik vind het leuk om een deel te zijn van de franchise en van de familie. Bovendien win ik er het respect mee van mijn kleinzoon en zijn veertienjarige vrienden. Als ik op straat al herkend word, dan is het altijd om mijn aandeel in de Bondfilms. Mensen kennen me niet van andere rollen. Onlangs kwam een onbekende man naar me toe tijdens een jazzconcert, en zei me: ‘Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die zo op Judi Dench leek.’

Ik ook niet.

THE BEST EXOTIC MARIGOLD HOTEL

Vanaf 28/3 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

JUDI DENCH

‘VOOR CLINT EASTWOOD KEER IK MET PLEZIER UIT MIJN PENSIOEN TERUG.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content