De presentatie van ‘De Gouden Uil’ (za 22.00 – Canvas) is dit jaar in handen van Heidi Lenaerts (31), het Ketneticoon dat wel eens achtervolgd wordt door haar uitspraken. Speelt haar grote mond haar vaak parten?

Als je ziek bent geweest met de nodige onsmakelijke symptomen, doe je die dan graag in geuren en kleuren uit de doeken?

Hangt ervan af wie er gedegouteerd moet worden. (lacht) Bij mensen die ik goed ken, durf ik dat wel eens. Maar als andere mensen te veel in detail treden, heb ik toch de neiging ze het zwijgen op te leggen, om ze tegen zichzelf te beschermen. Mensen die te veel over zichzelf prijsgeven, verraden ook nogal eens dingen waarbij ik denk: dat je mij zoiets maar niet lapt.

Kent je omgeving de intiemste details van je liefdesleven?

Integendeel. Ik loop niet te koop met wat er tussen mijn vriend en mij gebeurt. Zulke dingen hou je best tussen je tweetjes; relaties zijn zo al niet gemakkelijk. Mensen die openlijk over hun seksleven praten, vind ik heel vreemd. Ik heb daar niet eens de behoefte aan, en het getuigt ook niet van veel respect tegenover je partner. Maar hoe discreet ik ook ben, blijkbaar doen de gekste geruchten over mij de ronde sinds ik met mijn kop op tv kom. Zo wist een stagiair bij NT van Ketnet op een redactievergadering te vertellen dat ik in de stationshal van Gent-Sint-Pieters had staan kussen met Wim Oosterlinck. Onzin: onze monden zijn in de verste verte nog niet in elkaars buurt geweest.

Kun je een geheim bewaren?

Als het gaat om iets dat erg gevoelig ligt, weet ik het misschien liever niet. Je zou het er op een onbewaakt moment maar eens uitflappen. Al ken ik wel wat geheimen die ik nooit van m’n leven zou doorvertellen. Welke ga ik niet vertellen. (lacht) Nu ik eraan denk, komen wel heel wat mensen met hun geheimen bij mij. Al zijn het eerder dingen die ze elkaar niet kunnen of durven vertellen. Mensen hebben het daar blijkbaar steeds moeilijker mee.

Zin in een spelletje waarheid, durven of doen?

Daar ben ik onderhand toch wel te oud voor. Mensen van mijn leeftijd die dat nog doen zijn nog een beetje op zoek denk ik, of hebben een bijzonder hoge nood om zich te amuseren. Ik heb dat niet meer nodig, ik amuseer me zo al genoeg.

Hoe vaak hang je aan de telefoon?

Heel veel, en doorgaans heel lang. Omdat het zo gemakkelijk gaat, merk ik dat ik tijdens dooie momenten op de VRT meteen met mijn ouders of vrienden zit te bellen. Ik ben er wel selectief in met wie ik bel. Ik kijk altijd eerst naar het schermpje, is het een onbekend nummer, dan neem ik niet op en zie ik wel wat op het antwoordapparaat staat. Eigenlijk bel ik vooral om af te spreken, diepgaande gesprekken voer ik toch liever face to face. Dan krijgt de ander ook echt al mijn aandacht. Iemand die op zo’n moment zit te bellen, ga ik zeker niet op de vingers tikken, maar zal ik toch minder graag zien.

Volgens de computer heb je het ideale evenwicht tussen ‘zwijgen’ en ‘assertief zijn’ gevonden. Kan iemand een te grote mond hebben?

Je krijgt zo’n etiket nogal vlug opgeplakt, vind ik. In het algemeen ben ik vrij rustig, maar ik heb geleerd niet op m’n kop te laten zitten en te zeggen wat ik denk. En dan vindt men je nogal vlug een strekenwijf. Moet je je dan laten doen of zo? Ik flap er trouwens niet zomaar iets uit, ik denk doorgaans goed na voor ik iets zeg. Een grote mond opzetten voor de grote mond, om stoer te doen zonder dat je iets te zeggen hebt, dát vind ik pas belachelijk.

Door Hans Van Goethem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content