Elke dinsdag, 20.50- vtm
Voor wie niet houdt van koken op televisie, breken barre tijden aan. Het succes van Mijn Restaurant heeft ervoor gezorgd dat koks in Vlaanderen de nieuwe tv-sterren zijn geworden, en de zenders spelen daar gretig op in (zie ook pagina 16). Afgelopen zomer was op vtm al de voorbode te zien van de lading kookshows, Chef vs. Vlaanderen, een wedstrijd waarin chef-kok Jeroen De Pauw wekelijks door een gepassioneerde kookliefhebber uit het Vlaamse land uitgedaagd werd. De ‘challenger’ koos de ingrediënten, en daarna probeerden beiden met hun gerecht een jury te overtuigen.
Eigenlijk is dit best wel een vreemd concept. Dat het idee dat een wedstrijd tussen een chef-kok en iemand die alleen na de werkuren achter het fornuis staat spannende televisie kan opleveren, bewijst ergens toch dat je geen al te hoge pet op hebt van koken. Dat je ervan uitgaat dat koken op topniveau helemaal niet zo moeilijk is als men laat uitschijnen. Het is alsof je enkele gemotiveerde cafévoetballers de mat op stuurt tegen de Rode Duivels en denkt dat je een evenwichtige match zal krijgen. (Oké, misschien is dát vandaag de dag nog mogelijk.)
In de aflevering van vorige week moest De Pauw het opnemen tegen Carlo, een Limburger met Italiaans bloed, die overdag een betonmolen en ’s avonds een pastamachine laat draaien. Carlo deed een gooi naar de overwinning met ravioli met zeebaars en gamba’s met tomatensaus, Jeroen De Pauw kwam op basis van dezelfde ingrediënten op mysterieuze wijze uit bij canneloni met zeetong en rivierkreeft. De twee trokken er eerst op uit om hun producten bij elkaar te zoeken – een onderdeel van het programma dat er vooral toe diende om winkels als ‘Italia Autentica’ of ‘Luc Vis’ wat schermtijd te gunnen – en gingen daarna elk achter een fornuis staan koken.
Het culinaire gedeelte van Chef vs. Vlaanderen leek goed op 1000 Seconden, met dien verstande dat er hier twee Herwig van Hoves rondliepen. De rol van Felice werd dan weer gespeeld door presentator Jan Van den Bossche, die tussen de koks heen en weer huppelde en hen tijdens het pannen schudden enkele woorden probeerde te ontlokken. Zijn prestatie was eigenlijk één lang argument voor de voice-over.
Toen de twee koks hun gerecht klaar hadden, werd de jury binnengeroepen, maar niet vooraleer Jezus was langs geweest voor een wonderbaarlijke vermenigvuldiging. Dat leidden wij toch af uit het feit dat Jeroen en Carlo één schotel hadden gemaakt, terwijl de elf jury-leden élk twee borden voor hun neus kregen. Hun beoordelingen waren trouwens de grootste bron van vermaak. De jury bestond uit mensen van de toeristische dienst van Kalmthout, maar zodra ze het eten achter de kiezen hadden, zaten ze met veel aplomb de compositie of de cuisson van de gerechten tegen elkaar af te wegen. Iemand liet zelfsnoteren dat de saus ‘perfect gemonteerd’ was. Dat iedereen in Vlaanderen zich nu als een culinaire criticus kan voordoen, is wellicht nog de grootste invloed van Mijn Restaurant.
Chef vs. Vlaanderen was bijwijlen leuk en ontspannend, maar een programma als dit kan enkel in de zomer uitgezonden worden op een tijdstip dat de kijkers al gegeten hebben.
Door Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier