Chalet 152
Eerste zin Een van de eigenaardigheden waarvoor de schilder van lantaarnpalen zich gesteld ziet is dat hij bij voortduring tegen het licht in kijkt.
Wanneer de tante van Djoeke van ’t Hull dement wordt, krijgt hij de vraag voorgelegd of hij op haar chalet wil passen, die op een vakantiecamping ergens aan de Nederlandse kust staat. Djoeke heeft toch niets omhanden, denkt iedereen – geen vrouw, geen werk en geen bestaansreden – het zal hem goed doen. Maar dat doet het niet, toch de eerste maanden niet. Hij voelt zijn depressie groeien en ziet zijn masturbatiefrequentie krimpen. Maar dan krijgt hij Audrey d’Audretsch in het oog, de vrouw uit chalet 63 die spirituele seances organiseert en zegt dat hij aan stille opgefoktheid en ontreddering lijdt en dat er dringend een paar geblokkeerde chokra’s op het afwerpen van hun ketenen zitten te wachten. Terwijl hij maar één ding wil: seks.
De bewoners van camping ’t Ezeltje vormen een meelijwekkend allegaartje. Zo heeft Aiden iets seksueels met naar mannenzweet riekende rubberen laarzen en is Patrick overspannen geraakt door te veel naar de mindfulness te gaan. Wanneer coördinator Lex onder het motto ‘Met zijn allen tegen de negativiteit’ een intekenformulier uithangt waarin de bewoners worden opgeroepen hun steentje bij te dragen aan het renoveren en verfraaien van de omgeving, is Djoeke de eerste en enige vrijwilliger. Hij gaat de lantaarnpalen schilderen die her en der verspreid over de camping staan – hoeveel het er precies zijn, weet niemand.
Valens bouwt zijn Chalet 152 op aan de hand van drie door Audrey georganiseerde ayahuascasessies, waarbij een uit de Amazone overgewaaid plantenbrouwsel gedronken wordt waardoor je je lijf binnenstebuiten kotst en de metafysische waarheid te weten komt over jezelf en de wereld. Een waarheid trouwens die je niet altijd wilt weten, zo ervaart Djoeke aan den lijve. Soms gaat Valens al te lang door in die psychedelische scènes, waardoor de schwung wat uit zijn roman verdwijnt, maar zelfs dan blijft hij qua vernuftig taalgebruik en humor tot de toptenoren behoren. Vooral ook omdat hij zo goed is in het blootleggen van de waarheid van de clown dat de lach er alleen maar is om de traan te verdoezelen. De begrafenisscène waarin twee mannen na elkaar hetzelfde gedicht voorlezen dat ze allebei onafhankelijk van elkaar van het internet hebben geplukt, spreekt wat dat betreft boekdelen.
Chalet 152 ***
Anton Valens, Atlas Contact, 192 blz., ? 19,99.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier