DE WEED

Ring of Fire (Universal, 2005)

Het hele overzicht van de Sun-dagen tot de sessies in de woonkamer van Rick Rubin op één cd. Verplicht voer voor iedereen die wil weten waar de fuzz nu eigenlijk about is.

DE PEP

Johnny Cash with His Hot and Blue Guitar (Sun, 1957)

Cash’ eerste album op Sun Records laat een traditionelere kant van hem horen dan zijn (opgelegde) singles lieten vermoeden, al zijn I Walk the Line, Cry! Cry! Cry!, So Doggone Lonesome en Folsom Prison Blues natuurlijk vintage Cashiana.

Ride This Train (Columbia, 1960)

Het eerste expliciete Americana conceptalbum, over treinen, sporen en hoe ze het leven hebben veranderd. Dat klinkt als Canvas op een doorsnee zaterdagavond, maar Ride This Train is een curieus mengsel van train songs en spoken word.

Bitter Tears (Columbia, 1964)

Alweer een conceptalbum in een reeks waarin cowboys en indianen een hoofdrol spelen (zie ook: Songs of Our Soil en Sings the Ballads of the True West). Geen duels of Pocahontas-romantiek hier, wel een eerbetoon aan het leed van de Native Americans. Strak, onsentimenteel, en zijn beste conceptplaat van de jaren zestig.

At Folsom Prison (Columbia, 1968)

Het eerste van de twee legendarische livealbums voor een publiek in streepjestenue. Cash bespeelt de bajesklanten met songs over de lik, moord, spijt, verlies, moeders en zonen, God en eenzaamheid, en doet zijn verhaal als een van de jongens: been there, done that. Donker tot in de verste uithoek van elke strofe. Op de heruitgave uit 1999 staan drie niet eerder uitgegeven songs.

At San Quentin (Columbia, 1969)

Cash’partner in de Tennessee Two, gitarist Luther Perkins, stierf zeven maanden voor de opname van deze set, en Cash barstte tegen deze tijd zowat uit zijn vel van de pillen. Als u ooit een gevangenisopstand wil orkestreren is dit uw soundtrack: rauw, wild, losgeslagen. Zorg dat u de heruitgave uit 2000 in handen krijgt, met negen bonustracks.

Orange Blossom Special (Columbia, 1965)

Cash zet zijn Stetson/brylcrèmekapsel af voor Bob Dylan middels covers van It Ain’t Me Babe (met June Carter én mariachitrompetten), Mama, You Been on My Mind en Don’t Think Twice.

American Recordings (American, 1994)

Nadat hij zich zowat dertig jaar heeft verveeld in het museum van de country tekent Cash een contract bij Rick Rubin, een man met een hart voor harde rock en rap. Songs van Nick Lowe, Leonard Cohen, Kris Kristofferson, Glenn Danzig en Tom Waits, maar vooral één vent, één microfoon, één gitaar. Strak als een kalfshuiden drumvel.

DE DOWNERS

The Holy Land (Columbia, 1969)

Een mix van zelfgeschreven country en gospel met ingesproken beschrijvingen van een trip naar Israel. Potentieel interessant, maar klinkt uiteindelijk als een gids die van een bus gepensioneerden Duitse oorlogsmarken als fooi heeft gekregen. Desondanks één grote hit, Daddy Sang Bass, en met Nazarene een song die niet op At Folsom Prison had misstaan.

Children’s Album (Columbia, 1975)

Op cd alleen verkrijgbaar als onderdeel van It’s All in the Family. Samengevat: nonkel Van Grauwel goes country. Cash waagt zich aan een plaat met kinderliedjes, inclusief geforceerde vrolijkheid. Op eenvoudig verzoek komt hij ’s nachts zure melk overgeven in uw warme bedje.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content