Film: Extra’s: 0 (RCV)

Op de hoes wordt Carnal Knowledge aangeprezen als ‘de meest romantische film aller tijden’, terwijl precies het tegendeel waar is: wat deze film van Mike Nichols uit 1971 ook nu nog zo sterk (en meer dan ooit uniek) maakt, is de volstrekt cynische kijk op man-vrouwverhoudingen. ‘Male chauvinist pig’ Jack Nicholson en een onzekere Art Garfunkel (toen een van de populairste zangers ter wereld) zijn de twee boezemvrienden van wie we de seksuele en in mindere mate sentimentele escapades volgen van de late jaren ’40 tot het begin van de jaren ’70, vanaf hun nog hoopvolle universiteitsjaren tot hun apathische bitterheid op middelbare leeftijd.

Bij het begin van de film vallen ze op een feestje alle twee voor hetzelfde meisje (Candice Bergen); Garfunkel maakt haar onhandig het hof en begint een frustrerende romance terwijl de wellustige Nicholson achter zijn rug ook met haar naar bed gaat. De pijn en de ironie van het verraad en het bedrog worden door Nichols en zijn scenarist , de cartoonist Jules Feiffer, fijntjes geanalyseerd. Later trouwt Bergen met Garfunkel, maar verdwijnt ze meteen ook van het toneel: de filmmakers concentreren zich op Nicholsons schrijnende affaire met een model met grote borsten (Ann-Margret), hun latere desastreus huwelijk en Nicholsons stijgende erectieproblemen, terwijl op de achtergrond Garfunkel van een echte feeks naar een pril hippiemeisje dwarrelt.

Wat deze bikkelharde, ingetogen satirische portrettering van de Amerikaanse man (schitterend geïncarneerd door een jonge Jack Nicholson die hier al op het randje van het psychotische danst) zo beklemmend maakt, is de meesterlijke cinematografische vormgeving. Wat in schril contrast staat met de hedendaagse relatiekomedies, die visueel en dramatisch te banaal zijn om dood te doen.

Nichols vindt in Carnal Knowledge een passende filmische stilering voor de summiere cartoonstijl van Feiffer. Hij beantwoordt de strenge, schematische opbouw van het scenario met een even dwingende mise-en-scène waarin het widescreen-formaat optimaal wordt benut. Lang aangehouden close-ups van de protagonisten (ook in discussies blijft de camera vaak geconcentreerd op één personage terwijl de anderen buiten beeld blijven) wisselen af met strakke, frontaal gekadreerde totaalopnamen, alsof we de blik op het podium gericht hebben. De personages zijn stelselmatig losgemaakt uit hun omgeving, zoals ook enkele opvallende ruimteverkennende rijopnamen losgekoppeld zijn van de acteurs. Nichols zweert de hele film lang trouw aan een aantal esthetische principes, zoals hij dat in mindere mate ook al deed in zijn twee vorige films ( Who’s afraid of Virginia Woolf en The Graduate). Onvoorstelbaar dat dezelfde man in zijn latere carrière bijna de ene stijlloze miskleun na de andere tekende, culminerend in absolutie dieptepunten als Regarding Henry, Birdcage en Working Girl.

Zelfs zonder noemenswaardige extra’s blijft de herontdekking van deze seventies cultfilm een must.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content