BRUSSEL, ‘WANT DAAR KAN ALLES’

Een relatiecrisis, liefdespijn, angst voor het vaderschap, een bizar moordonderzoek, ons onverwerkte koloniale verleden en een overdosis Brussel: Pieter Van Hees kijkt in zijn derde film, de psychologische politiethriller Waste Land, niet op een thema meer of minder. ‘We praten niet meer over Congo en denken dat het probleem zich zo wel zal oplossen. Ráár.’

Waste Land een psychologische thriller noemen met Jérémie Renier als Brusselse politie-inspecteur die de trappers verliest, is te simpel. Regisseur Pieter Van Hees kruist Bad Lieutenant met Brussels by Night en ontleent titel en thema’s aan een beroemd modernistisch gedicht waarin T.S. Eliot de ondergang van de beschaving bezingt. En terwijl hij toch bezig is, rondt hij er Anatomie van liefde en pijn mee af, zijn trilogie die verder bestaat uit een horrorfilm (Linkeroever) en een zwarte komedie (Dirty Mind). Hoe kan dat nou? ‘Het verband tussen de drie films is losser dan in pakweg de Batman-trilogie. Ik heb geen superheld die de drie films verbindt’, lacht Van Hees. ‘Het zijn wel drie films over een relatie. In Linkeroever (2008) komt de eerste grote liefde aan bod. In Dirty Mind (2009) worden mensen die al een relatie hebben plots op elkaar verliefd. In Waste Land zie je de meest volwassen relatie: het koppel is al een tijd samen, heeft het hoogtepunt van hun relatie mogelijk al achter de rug en vraagt zich af waar ze staan. Driemaal kruip ik in het hoofd van een hoofdpersonage dat door een liefdescrisis zijn donkere kant verkent. Vandaar die titel: Anatomie van liefde en pijn.’

Zuivere genrefilms maakt Van Hees niet. ‘Van mij mag Jonas Govaerts met Welp de titel van eerste Vlaamse horrorfilm claimen. Voor zover Harry Kümel die met Daughters of Darkness (1971) niet claimt. Ik maak genrefilms ‘op mijn manier’. Vergelijk het met TC Matic die James Brown wilde spelen maar eindigde met muziek die je alleen maar als TC Matic kunt bestempelen.’

De moordzaak in kwestie dompelt inspecteur Leo Woeste (Jérémie Renier) onder in Matongé, de Brusselse wijk waar de Congolese gemeenschap thuis is. ‘De Fransen hebben veel films gemaakt over hun relatie met Algerijnen, de Britten over hun relatie met de Indiërs, en wij doen niks. Er is één boek, Congo van David Van Reybrouck, en daar moeten we het mee stellen. Eén. In onze populaire cultuur komt ons koloniale verleden niet aan bod. Dat is iets heel Belgisch. We zijn daar weggegaan en dat is het. We praten niet meer over Congo en denken dat het probleem zich zo wel zal oplossen. Ráár.’

Waste Land toont een woeste kant van Brussel die zelden aan bod komt in films. ‘Brussel bestaat uit twee steden. De stad bij nacht is nauwelijks te vergelijken met die overdag: een andere bevolking bezet de straten, een andere economie draait, een ander leven wordt geleefd. Brussel is altijd een soort vrijhaven geweest. Vroeger voor Karl Marx en Arthur Rimbaud, vandaag voor migranten. Ook Vlamingen die hun woonplaats beu zijn, trekken nog altijd naar Brussel ‘want daar kan alles’. Of dat ook klopt, is een andere zaak maar dat idee is aantrekkelijk. Een van de charmes van deze stad is dat mensen geloven dat hier minder grenzen zijn. Helaas verliezen veel mensen zich daar ook in. Hoe minder grenzen, hoe moeilijker het is om je staande te houden.'(N.R.)

(N.R.)

Pieter Van Hees ‘IK MAAK GENREFILMS ZOALS TC MATIC JAMES BROWN WILDE SPELEN MAAR EINDIGDE MET MUZIEK DIE JE ALLEEN MAAR ALS TC MATIC KUNT BESTEMPELEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content