Hartlijders en softies lopen in een wijde boog om de cinema heen: in ‘The Bourne Ultimatum’ beukt Matt Damon weer net niet dwars door het scherm als de met geheugenverlies kampende maar daarom niet minder doortastende CIA-spion Jason Bourne. Het resultaat is rauwer en opwindender dan ooit, al was de derde keer meteen ook de laatste. ‘Het is mooi geweest. Laat James Bond voortaan maar weer de wereld redden.’

Het zakenmagazine Forbes heeft het onlangs nog berekend en jawel: Matt Damon (37) is momenteel de meest rendabele ster ter wereld. Op basis van de drie laatste films van alle bekende Hollywoodacteurs blijkt dat Damon voor elke dollar die de studio’s op zijn loonbriefje bijschreven – en dat zijn er de jongste jaren nogal wat – er maar liefst 29 deed terugvloeien. En daarmee laat de breedgeschouderde A-lister uit Massachusetts moeiteloos Brad Pitt (24 dollar), Vince Vaughn, Johnny Depp en Jennifer Aniston (huh?) achter zich. Met zulke cijfers heb je geen Paul D’Hoore nodig – godzijdank – om Damon tot veilige investering te proclameren.

Toch blijft het enorme succes van de veelzijdige Harvard- drop-out met bijna evenveel mysterie omzwachteld als de roots van undercoveragent Jason Bourne. Was Damon niet diegene die zijn carrière begon aan de zijde van stijve hark en debaclemagneet Ben Affleck? Die blonde nerd die na zijn beloftevolle start met Good Will Hunting en The Talented Mr. Ripley ook een tijdlang in flops grossierde? En degene die in de politieke satire Team America: World Police nekhoog in de zeik werd gezet als houten marionet die hooguit zijn eigen naam kan kwaken?

‘Wie laatst lacht, best lacht’, moet Damon denken met het jongste Forbes-nummer op de schoot, al blijkt hij in het echt – met een kersenpitkussentje in zijn zere nek – toch net iets minder stoer dan de CIA-moordmachine uit The Bourne Ultimatum: de derde, beste en opnieuw door Paul ‘United 93’ Greengrass in rasechte guerrillastijl geschoten episode uit de actiefranchise naar de spionagebestsellers van Robert Ludlum.

Gaat het een beetje, meneer Damon?

Matt Damon:(lacht) Prima, dank je. In die drie Bourne-films heb ik geen schram opgelopen, maar mijn 14 maanden oude dochtertje Isabella ligt één nacht tussen mij en mijn vrouw te slapen en ik kan mijn nek niet meer bewegen. Blijkbaar lag ik in een rare houding en heb ik kou gevat. Hopelijk is het snel voorbij, want als Amerikaan kan ik niet rekenen op zo’n goede sociale zekerheid als jullie.

Kop op: ‘The Bourne Ultimatum’ doet het geweldig aan de kassa én bij de critici. Is dit de beste film uit je carrière?

Damon:Good Will Hunting blijft natuurlijk een speciaal plekje hebben in mijn hart. Omdat die film mijn carrière op gang heeft geschoten en omdat ik het scenario heb geschreven samen met mijn vriend Ben Affleck. Maar de Bourne-franchise leunt daar inderdaad dicht tegenaan. Vergeet ook niet dat Bourne in 2002 mijn carrière heeft gered. Iedereen vreesde dat de eerste film – The Bourne Identity – een dikke flop zou worden, omdat er nogal wat reshoots en desastreuze testscreenings waren geweest. Dat kon ik me op dat moment echt niet permitteren, omdat ik net een paar films had gemaakt die commercieel waren tegengevallen zoals All the Pretty Horses en The Legend of Bagger Vance. Bovendien dacht niemand dat ik een

geschikte leading man voor actiefilms was: daarvoor had ik een te braaf imago. Maar gelukkig bleek Identity een echte sleeper, zo’n hit die bescheiden start maar lang blijft hangen. Twee tegenvallers kun je als A-lister misschien nog overleven, maar drie op een rij and you’re out. Zo werkt Hollywood nu eenmaal, dus moet je ook die Forbes-cijfers van nu sterk relativeren. Straks maak ik een film die iets minder scoort en staat er weer iemand anders bovenaan. Ik lig er niet wakker van.

Je kunt ook nog altijd zelf gaan regisseren.

Damon: Bijvoorbeeld. En dat ga ik ook absoluut een keertje doen. Ik wil beginnen met een karaktergedreven film met een budget van maximaal 15 miljoen. Dat is hetgeen Steven Spielberg ook altijd adviseert: begin klein en kijk eerst of je een simpel verhaal op een interessante manier kunt vertellen. Zijn debuutfilm Duel is een perfect voorbeeld. En ik kan me ook inspireren op Good Night and Good Luck van George Clooney. Of op Gone Baby Gone van Ben Affleck.

Een van de spannendste scènes in ‘The Bourne Ultimatum’ is die in Waterloo Station in Londen, waar je voortdurend gevolgd wordt door bewakingscamera’s. Hangen die daar echt allemaal?

Damon: Sinds de terreuraanslagen stikt Londen van de bewakingscamera’s. Paul Greengrass heeft vooraf ook onderzoek verricht naar dat hele veiligheidsnetwerk, waarbij hij kon putten uit zijn ervaring als documentairemaker. Wellicht hebben we een paar camera’s toegevoegd, maar die scène zit toch dicht bij de werkelijkheid. Het is ook bedoeld als kritiek op onze Big Brother-maatschappij. Er zit wel meer verdoken kritiek in de film. Er zijn de clandestiene moordoperaties van de CIA, maar scenarist Tony Gilroy heeft er ook verwijzingen in gestopt naar recente CIA-schandalen onder Bush. Het blijft in de eerste plaats een ontspannende blockbuster, maar hij is intelligent gemaakt en leesbaar op meerdere niveaus.

Klopt het dat het scenario voortdurend werd herschreven?

Damon: Ja, nog veel meer dan bij de eerste twee films. Maar dat hoeft geen bezwaar te zijn. Paul Greengrass zei: ‘We hebben geen afgewerkt scenario nodig, maar een goede kaart. We moeten weten waar we ons bevinden en waar ons einddoel ligt. Hoe we daar geraken zien we onderweg wel.’ De hele film is opgebouwd vanuit één kernvraag: wie is Jason Bourne? Alle set pieces – die in Parijs, Londen, New York of Tanger – zijn gewoon routes om tot bij die ene oplossing te komen.

De eerste film en het hele ‘Bourne’-concept zijn van de hand van Doug Liman. De sequels werden gedraaid door Paul Greengrass. Is er een groot verschil tussen die twee?

Damon: Doug is wilder en dwingender. Paul is meer de diplomaat met de zachte stem. Maar ze houden allebei van chaos. Ze leveren hun beste werk wanneer ze onder druk staan en moeten improviseren. Veel shots halen ze gewoon op straat of maken ze tussen de takes door, zonder dat je weet dat je in beeld bent. Daarin is Doug nog extremer dan Paul. Dit keer hadden we bijvoorbeeld toestemming om in de Parijse Gare du Nord te filmen, ten tijde van The Bourne Identity niet. Toen waren het gewoon Doug en ik die in burger door het station holden. Doug is echt onbevreesd in die dingen. De hele productie was die dag zelfs naar ons op zoek omdat we er met zijn tweetjes stiekem vanonder gemuisd waren.

Komen er nog sequels?

Damon: Alleen als ze een nieuwe Jason Bourne vinden. Voor mij was dit de laatste. Tenzij Greengrass binnen tien jaar afkomt met een geweldig idee en we een soort epiloog maken die op een intelligente manier inspeelt op dat hele comebackgegeven. Alleen dan wil ik het misschien nog overwegen. De boeken van Ludlum zijn ook op. Bovendien past zo’n trilogie bij de jachtige levensstijl van Bourne: drie enorme adrenalinekicks en dan foetsie. Bourne is nu eenmaal James Bond niet. Hij is realistischer, kwetsbaarder en menselijker. En echte mensen worden ouder en raken opgebrand. Bond niet. Die heeft al verschillende gezichten gehad en al 26 keer de wereld van de ondergang gered. Bourne is minder megalomaan. Die is allang blij als hij zichzelf kan redden. Voor mij is het mooi geweest. Laat James Bond maar terug de wereld redden.

Dat er geen Ludlumboeken meer zijn, is toch geen bezwaar? Die worden in de films amper gevolgd.

Damon: Da’s waar. Identity liep qua uitgangspunt en thematiek nog min of meer synchroon met het boek, maar Ultimatum heeft er inderdaad niks meer mee te maken. Het enige wat ervan overschiet, is de titel.

Vreemde titel trouwens: in de hele film wordt met geen half woord over een ultimatum gerept.

Damon:(ironisch) O, maar ik herinner me dat ik op een gegeven moment wel degelijk iemand een ultimatum geef hoor. Die scène zullen ze er wellicht net uitgeknipt hebben.

Vanwaar eigenlijk al die aanpassingen? De boeken waren toch bestsellers?

Damon: Ja, maar ze speelden zich af ten tijde van de Koude Oorlog. Er zaten ook typische seventiesdingen in zoals de jacht op Carlos de Jakhals. Dat was toen erg actueel en spannend, maar ondertussen zit Carlos al jaren in de cel en heeft hij zijn titel van meest gezochte terrorist moeten afstaan aan Bin Laden (lacht). Vandaar dat we de boeken naar het post-9/11-tijdperk hebben vertaald. Het gaat over de CIA en de politieke complotten van nu, met knipogen naar de neocons, Big Brother, cyberterrorisme en noem maar op. Dat maakt de films ook zo succesvol. Ze zijn een uitvergrote en hyperintense versie van de politieke paranoia van vandaag.

Bourne zet zich af tegen de perfide methodes van de CIA. Een patriot kan je hem niet noemen.

Damon: Precies. Wat Bourne ook nog uniek maakt, is dat hij een van de weinige actiehelden is die zich in de eerste film zelfs excuseert voor het feit dat hij een moord heeft begaan. Dat vond ik zo frappant dat het een van de voornaamste redenen werd waarom ik heb toegezegd voor de twee sequels. De gemiddelde actiefilm is gewoon speelgoedcinema met hopen geweld. Maar het gevolg van dat geweld wordt nooit getoond en er worden ook nooit kritische vragen bij gesteld. Bij Bourne kun je elke klap voelen en je weet ook dat hij moreel in de knoop ligt met zichzelf, omdat de CIA van hem een moordmachine heeft gemaakt. In vergelijking met de eightiesfilms van Schwarzenegger is Bourne een tragische sukkel. Dat maakt hem herkenbaar en sympathiek.

Je hebt dus wel degelijk getwijfeld aan de sequels?

Damon: O ja. Ik kreeg nochtans veel meer betaald dan bij Identity, maar ik weet hoe Hollywood werkt. Als je goed scoort met een actiefilm, dan mag je de volgende tien jaar de ene actiefilm na de andere doen. En daar had ik geen zin in. Ik wil me blijven ontwikkelen als acteur. Wat me over de streep heeft getrokken, waren de scenario’s van Tony Gilroy en de regie van Paul Greengrass, die me verzekerden dat ze de entertainende deklaag gingen injecteren met politieke thema’s. En dat is het soort film dat me interesseert. Kritische films over echte mensen met echte conflicten zoals deze, The Departed of The Good Shepherd.

Is dat moed of naïviteit, nu je de meest rendabele ster van Hollywood bent?

Damon:(lacht) Nu is er niks moedigs meer aan om Bush te bekritiseren, want nog amper 25 procent van de Amerikanen staat achter zijn beleid. Maar toen ik helemaal in het begin van de Irakoorlog een petitie ondertekende waarin werd gevraagd om eerst alle diplomatieke middelen aan te wenden, werd ik bijna verketterd als landverrader. Het heeft me zelfs een bijrolletje in Team America opgeleverd (lacht). Je kunt dus niet beweren dat ik op de kar spring nu het bon ton is om Bush te bashen. Ik heb mijn mening nooit onder stoelen of banken gestoken, ook al zal me dat misschien bepaalde fans of zakendeals hebben gekost. Ik heb een dochtertje van veertien maanden en wil haar liefst zien opgroeien in een vreedzame wereld. Ik zou me dan ook heel slecht voelen mocht ik nooit een beetje verantwoordelijkheid hebben getoond.

Op wie ga je stemmen?

Damon: Op Barack Obama. Als democraat ben ik blij dat we dit keer zo veel goede kandidaten hebben. Ook John Edwards en Hillary Clinton zouden prima presidenten zijn, maar Obama kan wellicht het grootste electoraat aanspreken. Veel Amerikanen vinden Hillary te koel en Edwards te links. Al hoop ik nog altijd stiekem dat Al Gore terugkeert en zich alsnog kandidaat stelt.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content