Elke muzikant heeft een plaat die hem heeft doen beslissen: aan déze muziek wil ik mijn leven wijden. Deze week: de eyeopener van bassist Ruben Samama, die onverwacht opstapt bij het Jef Neve Trio.
RUBEN SAMAMA: Ik heb nooit getwijfeld over wat ik wilde doen. Wellicht omdat mijn ouders in de muziek zitten. Mijn moeder is klassieke fluitiste. Mijn vader is professor musicologie, componist, auteur, en manager en directeur van orkesten en koren. Het mooie is dat hij lezingen kan geven als een professor – ook tegen mij – maar dat hij nooit zal zeggen of hij iets goed vindt of niet. Iets is wat het is, en dan probeert hij het uit te leggen. Ik ben dus niet opgevoed als een snobberig klassiekemuziekkind. Ze zagen dat ik overal voor openstond. Te gek. Neem nu de school. Ik ben op mijn zestiende van school gegaan. Dat was hún idee, haha. Had je het gezicht van de rector moeten zien.
Ik was wel in contact gekomen met jazzmuziek, zonder te weten dat het jazz was. Voor mij waren er geen hokjes, zie je? Rond mijn twaalfde deed ik een jaartje klassieke bas. En daarna namen mijn ouders me mee om auditie te doen bij Hein van de Geyn (bassist van onder anderen Chet Baker en Toots Thielemans; nvdr.). Zo ben ik geïmproviseerde muziek gaan spelen. Op het conservatorium stonden alle deuren letterlijk open, dus liep ik hier en daar naar binnen. Compositieles? Elektronica? Cool! En langzaam maar zeker kregen die dingen vat op wat ik doe.
Het album, Ruben, het album.
SAMAMA: Juist ja. Oké, toen ik zes was, kreeg ik een bandje van Sting: Bring on the Night, zijn liveplaat met jazzmuzikanten Branford Marsalis, Darryl Jones, Kenny Kirkland en Omar Hakim. In het eerste nummer, When the World Is Running Down, zit een pianosolo van zes minuten. Twee maanden lang heb ik dat dag in dag uit gespeeld. Het is nog altijd een van mijn favoriete cd’s. Die liedjes zijn natuurlijk heel goed, maar er wordt ook ongelofelijk goed gespeeld en de solo’s zijn best heavy. Die solo’s van Kirkland gaan waanzinnig out. Precies dat waren mijn favoriete momenten – al wist ik toen nog niet waarom. En dan die versie van Tea in the Sahara, hmm…
Waarom ga je weg bij het Jef Neve Trio?
SAMAMA: Het heeft zeker niets met de muziek te maken. Het is een kwestie van tijd en van logistiek. Vorig jaar was ik zeven maanden van huis, en ik kan niet goed tegen reizen. Ik wilde het proberen, maar ik werd miserabel. Meestal lagen er een paar dagen tussen de concerten, maar niet genoeg om naar New York terug te keren. Voor Jef en Teun (Verbruggen, drummer; nvdr.) ging het leven dan gewoon verder, maar ik zat me in een vreemd huis af te vragen waarom ik niet bij mijn vrouw was. Plus: ik was nooit eerder sideman geweest. Dat vond ik best lastig – al is Jef ontzettend gul en is hij echt benieuwd naar wat je te vertellen hebt.
Stop je ook bij Gabriel Rios?
SAMAMA: Met hem is het helemaal anders: Gaby woont ook in New York. We doen samen de preproductie voor zijn nieuwe cd, hier in mijn appartement. Superleuk, het voelt heel fris, en daardoor word ik nu ook door andere mensen als producer gevraagd.
Even geen jazzband meer voor jou?
SAMAMA: Toch niet als sideman. Tenzij (pianist; nvdr.) Herbie Hancock me zou willen. Maar ja, die man is niet alleen jazz. Dat is alsof Elvis je zou bellen.
STING BRING ON THE NIGHT
1986
A&M
BART CORNAND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier