Het is een hardnekkig misverstand dat Roy Orbison tot stof is teruggekeerd. In Dreams, Running Scared, It’s Over: zijn tranentrekkende opera’s in zakformaat blijven generatie na generatie pal in de hartstreek treffen. Sterven zal hij nooit, zeker niet nu zijn zonen, als voorbode van een vloed aan heruitgaves, een luxeversie van Mystery Girl laten aanspoelen: de comebackplaat die vijfentwintig jaar geleden onverwacht Orbisons zwanenzang werd. ‘Zijn eindpleidooi luidde: liefde heeft alle wonden geheeld’, vertelt zoon Alex.

Roy Orbison horen is hem nooit vergeten. Zijn onschuldige, weidse register kon een steen ontroeren, zo’n onverzettelijk maar gedeukt vertrouwen in het wonder van de liefde sprak eruit. Orbisons onbeweeglijke présence was niet minder memorabel: altijd in het zwart, pak, haar, bril, een blok donker marmer waar de passie niettemin in gulpen uit sloeg. Paul Michiels van Soulsister over de eerste keer dat hij Only the Lonely hoorde: ‘Dat was een bom die ontplofte. Wij zaten allemaal aan de radio gekluisterd. Wij, kinderen van de jaren vijftig, waren het gewend om brave zangers als Frankie Avalon te horen, of Ricky Nelson en Fabian. En ineens hoor je dan aan het begin van de sixties Roy Orbison ‘dam dam dam dambiedoewa’ zingen. Dat was een nieuwe richting in de muziek. En dan de opbouw van die songs. Geweldige composities, waarbij hij stilletjes beneden begon en helemaal bovenaan op de ladder groots eindigde.’

Vijf jaar geleden bokste Michiels met Frank Ermgodts (ex-The Popgun) het liedjesprogramma In Dreams ineen, waarin ze Orbisonevergreens als Blue Bayou, Crying en Oh, Pretty Woman eer bewezen. Toch weet ook Michiels: niemand zingt Orbison zoals Orbison. De galante Texaan veroverde de wereld met een unieke combinatie van de muziek die hem als kind was aangewaaid: country-and-western, rhythm-and-blues, texmex, mariachi. In de jaren vijftig houdt Orbison zich nog keurig aan de gangbare definities van de rockabillydeun. Dat verandert nadat hij Sam Phillips van de legendarische Sun Studios – tweede thuis van Elvis Presley en Johnny Cash – de rug toekeert. Phillips duwt Orbison richting rock-‘n-roll, maar zelf voelt de zanger dat zijn kracht en talent in ballades schuilen. Want in tegenstelling tot Buddy Holly, Elvis Presley, Carl Perkins of Jerry Lee Lewis was Orbison nooit een jonge hond die het establishment met enkele wellustige hikken of snokken van zijn heup uitdaagde. In hem gloeit een onhoudbare stem, ‘een geschenk van God’ zoals hij het later zelf noemt. En tegen de Heer zegt men geen ‘neen, dankuwel’.

Nadat Roy Orbison onderkomen heeft gevonden bij Monument, een label in Nashville, begint hij samen met producer Fred Foster en medesongschrijver Joe Melson zijn kunst te vervolmaken. Als vanzelf glijdt hij het onontdekte land van de smachtende en epische melodrama’s binnen, waarin songs gedijen die zich met hun gestaag openklappende structuren niet onderwerpen aan de dictaten van strofes en refreinen. Only the Lonely, Blue Angel, I’m Hurtin, Crying: het zijn liedjes waarin Orbison zich in weerwil van de tijden kwetsbaar opstelt, onzekerheid en angst durft te etaleren, ja, zelfs tranen te plengen, vanwege de liefde die hem is ontglipt of nooit de zijne kan worden. Allemaal beschreven en getoonzet met het intense geklop van een onbezoedeld adolescentenhart. Een imago is geboren: Roy Orbison, de zanger die zich snikkend in eenzaamheid en verdriet wentelt, het theatrale buitenbeentje naast de aardse rock-‘n-rollmeute.

En dan vat de realiteit Roy Orbison brutaal bij het nekvel. In juni 1966 komt zijn vrouw Claudette om bij een motorongeval. Twee jaar later sterven zijn twee oudste zonen in een brand die zijn huis in Hendersonville nabij Nashville verteert. De carrière van The Big O, die nu alleen nog zijn jongste zoon Wesley rest, is dan al een tijdlang bergafwaarts gerold. Te midden van het oprukkende psychedelische rocktumult wordt Orbison vliegensvlug tot een sentimenteel anachronisme gedegradeerd. Hij blijft weliswaar aan de lopende band platen uitbrengen, nu voor MGM, maar hits vloeien daar niet langer uit voort.

Tijdens de jaren zeventig blijft Orbison nagenoeg onzichtbaar. Het is dat hij blijft optreden, anders zou men vermoeden dat hij van de aardbodem is verdwenen. De waarheid is dat Orbison opnieuw het gezinsgeluk heeft gevonden aan de zijde van de jonge Duitse Barbara Wellhöner Jakobs, met wie hij in 1969 trouwt en twee jongens krijgt. ‘Wanneer mensen mij vragen waar Roy in de seventies heeft uitgehangen, antwoord ik altijd: hij was een verrukkelijke zoener’, vertelt ze later. ‘Wellicht heb ik hem de carrière ontnomen die iedereen van hem verlangde.’

Ondertussen scoren anderen wel hits met zijn songs: Linda Ronstadt en Mireille Matthieu met Blue Bayou (respectievelijk in 1977 en 1978), Don McLean met Crying (1980) en Van Halen met Oh, Pretty Woman (1982). Daartussenin: de single That Lovin’ You Feelin’ Again, een hit op eigen kracht, al betreft het dan een duet met Emmylou Harris. Zo keren stilaan de tijden. Voor de film Insignificance neemt Orbison in 1985 Wild Hearts op, uitgebracht bij het bedenkelijke maar trendy ZTT-label. Maar het is vooral regisseur David Lynch die de deuren weer openramt naar Orbisons bitterzoete, zelfs ietwat surreële wereld, waarin regenbogen ook een zwarte strook vertonen. Eerst door In Dreams prominent te gebruiken in een verontrustende scène in zijn prent Blue Velvet (1986), daarna door Orbison achttien van zijn hits te laten heropnemen voor een dubbele verzamelaar die in 1987 wordt gesignaleerd. In januari van dat jaar is Orbison overigens al opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame, waarbij Bruce Springsteen een van de mooiste inhuldigingsspeeches ooit bij zo’n evenement laat optekenen.

Vrouwlief en manager Barbara Orbison laat er geen gras over groeien. In september 1987 organiseert ze een eerbetoon aan haar man in de Coconut Groveclub in Los Angeles, waarvoor Springsteen, Elvis Costello, Tom Waits, Jackson Browne, Bonnie Raitt en KD Lang met hangende pootjes opdraven. Het blakende resultaat verschijnt, in klank en beeld, prompt onder de titel Roy Orbison and Friends – A Black and White Night. Zo baadt Roy Orbison plots in het licht van een hernieuwde aandacht. Alleen de kers op de grandioze comebacktaart ontbreekt: een nieuwe plaat. Dat wordt uiteindelijk Mystery Girl, grotendeels afgerond nadat Orbison eerst nog in zeven haasten een plaat heeft gemaakt met de superkliek Traveling Wilburys.

Vijfentwintig jaar na het postume verschijnen van Mystery Girl, begin 1989, zindert de vaststelling nog na: Roy Orbisons carrière had haar zenit nog niet bereikt toen die op 6 december 1988 werd gekortwiekt, na Orbisons fatale hartaanval. De zanger was tweeënvijftig maar stierf, voor zover de buitenwacht daar zicht op had, als een gelukkig man.

Ja toch?

‘He was on a high in life’, knikt jongste zoon Alex Orbison resoluut. ‘Het leven lachte hem toe. Als prille tiener – ik was dertien – voelde ik me natuurlijk van iets onmetelijk kostbaars beroofd toen hij stierf. Maar vandaag overheerst dankbaarheid. Omdat hij in de laatste jaren van zijn leven nog zoveel mooie, gelukkige momenten heeft gekend. Omdat hij alle tragedies te boven is gekomen en kon doen wat hij belangrijk vond.’

Alex Orbison is naar Brussel afgezakt om uitleg te verschaffen over de heruitgave van Mystery Girl. Die bevat namelijk een making of, opgebouwd rond (hoofdzakelijk) nieuwe interviews met producers, cosongschrijvers en opnamepersoneel. Sinds weduwe Barbara Orbison in 2011 is overleden (dag op dag drieëntwintig jaar later dan haar man), is het aan Orbisons driekoppige nageslacht om de muzikale erfenis van hun ouweheer met gepaste eerbied te behandelen. Roy’s Boys, zo hebben ze het familiebedrijf genoemd. Ze, dat zijn: Wesley Orbison (°1965), de enige overlevende zoon van Roy Orbisons eerste huwelijk; Roy Jr. (°1970), die samen met zijn moeder Barbara in 2009 de geweldige Orbisonbox The Soul of Rock and Roll ontwierp (en in zijn liner notes helaas de hagiografie niet schuwde); en ten slotte levensgenieter Alex (°1974), wiens tatoeages, gruizige stem en waterige ogen een levensloop doen vermoeden die danig van vaderliefs zaliger is afgeweken.

Geen vermoeden maar een feit is gelukkig dat Mystery Girl: Unraveled een respectvolle, allerminst opgeklopte blik biedt op de totstandkoming van Roy Orbisons onbedoelde afscheidsplaat. ‘Het oorspronkelijke idee komt van mijn moeder, die er al enkele jaren mee bezig was, tussen andere projecten door. Dus ben ik in de beeldarchieven gaan snuffelen, en dat gaf mij een heel goede basis om een documentaire op te bouwen, omdat er zoveel beeldmateriaal van achter de schermen voorhanden bleek. Ik wist bijvoorbeeld niet dat coproducer Mike Campbell in zijn garagestudio een statische camera had. Maar dat moest wel, aangezien de controlekamer zich in een logeerruimte in het huis zelf bevond. Ze konden elkaar dus niet rechtstreeks zien terwijl ze aan het opnemen waren. Maar dankzij die camerabeelden konden hij of Jeff Lynne bijvoorbeeld tegen mijn vader zeggen dat hij dichter bij de microfoon moest staan. Mystery Girl heeft op een heel ongedwongen manier zijn beslag gekregen. Je ziet dat er wordt gewerkt, maar geen spoor van stress. Iedereen kon met elkaar overweg, aan goeie ideeën was nooit gebrek, en met elke ingeving werd diplomatisch omgegaan. Het was de ultieme creatieve situatie.’

Met een verloop dat een voor een alle songs op Mystery Girl belicht – van het door Bono en The Edge van U2 geschreven She’s a Mystery to Me tot de met Jeff Lynne en Tom Petty gepende hits You Got It en California Blue – vallen er misschien weinig spectaculaire inzichten te rapen. Of het zou moeten zijn dat Orbison graag roze hemden droeg en rookte in de studio. Toch pelt de docu behoedzaam enkele laagjes van de Roy Orbison die iedereen denkt te kennen. ‘Hij was zo zeker van zichzelf dat je er bang van werd’, weet Bono bijvoorbeeld te vertellen. Een observatie die Alex Orbison onderschrijft. ‘Hij had een aura van onaantastbaarheid rond zich. Hij was verrast door het succes dat zijn comeback te beurt viel, maar hij bleef er ook bescheiden onder. Volgens mij wist hij heel goed hoe groot de dingen weer zouden worden, omdat hij in een hecht team zat dat ongelofelijk gesmeerd draaide. Er hing iets in de lucht. Niet alleen vanwege de muziek die hij maakte, maar ook door de manier waarop mijn moeder hem steunde als manager, hoe onze persagent en de internationale vestigingen van zijn nieuwe label Virgin achter hem stonden, van Parijs tot Londen en Los Angeles. Dat zijn omstandigheden waarvan je alleen maar kunt dromen. Wanneer ze zich dan voor je ogen ontvouwen, kun je alleen maar tevreden zijn.’

Maar het is vooral de grootste mythe die over Roy Orbison blijft bestaan – de artiest als diep romantische treurwilg en eenzame zielenpoot – die de kijker voor zijn ogen ziet verschrompelen. ‘Een van mijn voornaamste betrachtingen was om de essentie van zijn persoonlijkheid in de documentaire te vatten’, stelt Alex. ‘Toen we onlangs de interviews deden met alle betrokkenen, vroegen we na afloop steevast of ze nog iets kwijt wilden over Roy Orbison, een anekdote, een verhaal. In die afsluitende minuten schilderde men telkens een warm, zacht portret van mijn vader dat voor ons, broers, heel levensecht was. Daar ben ik trots op. Wij, zijn kinderen, wisten goed genoeg hoe uitbundig, opgewekt en grappig hij was, in weerwil van het beeld dat de buitenwereld van hem cultiveert. Hij was perfect in staat een kamer in lachen te doen uitbarsten.’

Het moet waar zijn. Want had Roy Orbison niet ooit zijn mede-Wilburys tot de slappe lach bewogen tijdens de videoclipopnames voor single Handle with Care, door op zijn eentje een volledige Monty Pythonsketch te debiteren, accenten incluis? En, nog straffer, had hij zelf niet ooit doen optekenen: ‘Ik heb al mijn beste songs geschreven toen ik volmaakt gelukkig was. In mijn meest onfortuinlijke dagen kon ik niet eten, niet slapen, niet communiceren, en zéker geen songs schrijven.’

Nader kennismaken met Roy Orbison en zijn ontzagwekkende stem (waarin, dat mag toch worden onderstreept, nooit een blijk van ouderdom is getrokken) kan binnenkort à volonté. Vasthouden aan de takken van bomen is zelfs aangewezen, want Roys Jongens plannen binnen afzienbare tijd zo maar even eenentwintig reissues. ‘Het zou mooi zijn mocht de luisteraar bij elke song de juiste Roy zien’, stelt Alex uitgelaten. ‘Je hebt de vroege haarachterovergekamdperiode, opgesplitst in de dagen met en zonder bril, en daarna de zonnebril. Vanaf 1970, met So Young, een song die hij voor mijn moeder schreef, ging zijn haar dan naar voor. Het kan met mijn vader gerust zijn zoals met Elvis, waarbij mensen vaak hun favoriete versie van een artiest hebben.’

Alex Orbison noemt de minder bekende MGM-periode van de tweede helft van de jaren zestig tot begin jaren zeventig het dringendste werkpunt. ‘Die alleen al bestrijkt twaalf platen die in de praktijk niet meer bestaan, en die we digitaal beschikbaar willen maken. Daarna concentreren we ons op drie nog onuitgebrachte platen. En met A Black and White Night en King of Hearts(een veredelde bundeling van restopnames die in 1992 verscheen, nvdr.) plannen we een gelijkaardige luxeuitgave als nu met Mystery Girl, documentaire incluis.’

Ten slotte nog even stilstaan bij The Way Is Love, de opgekuiste demo waaraan de (half)broers onlangs gezamenlijk hun gitaar- en drumpartijen hebben toegevoegd. Daarmee is een onvervulde jeugdwens toch enigszins bewaarheid geworden: de zonen spelen in vaders band. ‘Vooral het onderwerp maakt die song bijzonder’, betoogt Alex. ‘Het was Roy Orbisons manier om voorbij de eenzaamheid en de triestheid te kijken die in zijn hele carrière een rode draad hadden gevormd. Net als nog een andere demo die als extraatje aan Mystery Girl is toegevoegd, You’re My Love, was dat een nummer dat dieper groef dan de andere. Vergevingsgezinder. Matuurder. Spiritueler. Het waren geen songs bedoeld om aan het publiek vrij te geven, hij schreef ze voor zichzelf, voor zijn familie. Wat hij in The Way Is Love bezong, was zijn eindpleidooi: liefde heeft alle wonden geheeld.’

MYSTERY GIRL: UNRAVELED

Uit bij Sony Legacy.

DOOR KURT BLONDEEL

Barbara Orbison ‘WANNEER MENSEN MIJ VRAGEN WAAR ROY ORBISON IN DE SEVENTIES HEEFT UITGEHANGEN, ANTWOORD IK ALTIJD: HIJ WAS EEN VERRUKKELIJKE ZOENER.’

Alex Orbison ‘MIJN VADER WAS ON A HIGH IN LIFE TOEN HIJ STIERF. ALS PRILLE TIENER VOELDE IK ME TOEN VAN IETS ONMETELIJK KOSTBAARS BEROOFD.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content