BINGEN MET BOB

JOOST VANDECASTEELE, auteur van onder meer Massa en Vel, stilt met een maandelijkse column zijn innerlijke nerd.

Ik zal toch niet de enige geweest zijn die in trance naar het televisiescherm wees, de klanken ‘maar, maar, maar’ bleef herhalen en vervolgens vloekte van ‘godgloeiende hufters, mogen jullie moeders vervuld worden van walging bij elke aanblik van jullie babyfoto’s en mogen jullie vaders laattijdig de herenliefde ontdekken en bij jullie intrekken met hun nest aangekochte Vietnamese boys’.

Of zoiets.

Want ik was toch niet de enige die Netflix had toegelaten in mijn woonst vanwege hun belofte dat elke aflevering van elke aangeboden serie stante pede te bekijken viel. En verbeter mij als ik me vergis, maar die belofte had toch niet enkel betrekking op Vlaamse middenmootseries als Dubbelleven met Lucas ‘ik spreek elke zin uit met totale verwondering’ Van den Eynde of het fantastische Fargo (of ik daarbij de film of de reeks bedoel, laat ik aan de lezer over, aangezien een discussie over welk van de twee het ander overtreft bijna Kerstmis bij de Vandecasteeles heeft verknald).

En net bij het meest gehypete ding sinds vuur in de grot, namelijk de serie Better Call Saul, verbreekt Netflix zijn belofte en verplicht het ons elke keer tot dinsdag te wachten om de volgende aflevering te zien. Toch komen we niet in opstand tegen die onrechtvaardigheid.

Ten eerste, het is maar televisie – een zin die iemand misschien eens Bart De Pauw in het oor moet fluisteren, zodat zijn volgende serie niet meer gebaseerd is op zijn valse veronderstelling dat mensen een vastgeroest beeld van hem koesteren, wegens een andere serie, tien jaar geleden.

Of zoiets.

En ten tweede, we vergeven Netflix omdat deze reeks niks fouts kan doen wegens haar geloofsbrieven. Voor de meesten omdat de makers ook verantwoordelijk zijn voor Breaking Bad. Voor mij vanwege de acteur die het hoofdpersonage van Saul Goodman vertolkt, de heer Bob Odenkirk.

Ik neem u mee, lieve lezer, naar een meer onschuldige tijd, door historici beschreven als ‘midden jaren negentig’. Alles was anders toen. We staken onbekende mensen in een huis vol camera’s en ze kwamen er beroemd weer uit. Mensen met magische namen als ‘Spillie’, ‘Betty’ en ‘Frank Molnar’, die daarop werden verbrand om een vruchtbare oogst af te smeken van de goden waarin we toen geloofden.

Of zoiets.

Ik ga ervan uit dat ze dood zijn, want nooit meer iets van gehoord en beroemd ben je een leven lang. (Toch? Ja toch, hé? Oh shit.)

Het was een periode waarin alles mogelijk leek, zoals een socialistische partij waarvoor we ons niet hoefden te schamen. Ook op televisie kon veel, zeker voor Bob Odenkirk en zijn comedypartner David Cross, die de wereld trakteerden op de sketchshow Mr. Show op HBO. En nu, volgens de wetten en praktische bezwaren van papier, die mij niet toelaten hier even een YouTube-filmpje te tonen (want alle Mr. Shows staan online), heb ik de onmogelijke taak die baanbrekende reeks te omschrijven.

In interviews hebben Odenkirk en Cross nooit de invloed van de Monty Python-mannen verheeld, die op hun beurt zwaar geïndoctrineerd waren door de nonsensicale en absurde humor van Spike Milligan. Dus net als bij die voorgangers vloeit ook in elke aflevering van Mr. Show de ene sketch over in de volgende, van een over ouders die een man van 40 adopteren, die weer buitengesmeten wordt en dan op de tonen van een kinderliedje op weg wordt geholpen door een rode ballon die hem aan het zuipen en gokken brengt en zo een sekswinkel binnen leidt, gerund door een koppel bezorgde uitbaters dat elke klant behandelt als zijn eigen kinderen, en dan bezocht wordt door de god van de porno, gewoon twee mannen op elkaars schouders in een grote regenjas, met de hulp van een witte baard en een rookmachine.

Of zoiets.

En dat laatste bewijst ook hun grootste invloed, namelijk die van het livevariété. Het is werkelijk impressionant hoe die switches tussen scènes vaak ook switches tussen opgenomen materiaal en liveoptredens zijn. Met fantastische truken van de foor, zichtbare draden die meubels wegtrekken, acteurs verstopt tussen het publiek en halfslachtige kostuumwissels op het podium.

Na vier seizoenen werd Mr. Show stopgezet en kreeg de reeks de vergiftigde eretitel van cult. Wat eigenlijk wil zeggen, geniaal maar niemand keek. Een lot dat ze deelt met Arrested Development (niet toevallig ook met David Cross in de cast). Maar toen, lieve kinderen, leefden we zonder de alomtegenwoordigheid van het internet en konden geen fragmenten gedeeld en zo nieuwe fans gegenereerd worden. We waren gelukkig toen, maar verstoken van veel kwaliteit door vreemde beslissingen als regio-instellingen op dvd’s.

Maar die vier seizoenen zijn niet nutteloos gebleken. David Cross is in meerdere films verschenen en brengt superieure stand-up-dvd’s uit. Mr. Show lanceerde ook de carrières van Jack Black, Sarah Silverman en de hier onterecht onbekende Paul F. Tompkins. En nu is er eindelijk lof en erkenning voor Bob Odenkirk, het zoveelste voorbeeld dat goed geregisseerde komieken straffe acteurs kunnen zijn.

Ik eindig met een schone belofte, getweet door Tompkins, samen met een reüniefoto van de Mr. Show-cast: dat de twintigste verjaardag van het programma dit jaar niet zomaar zal passeren. Wat er precies zal gebeuren, is nog onduidelijk, maar dat zijn de beste dingen meestal.

NET BIJ HET MEEST GEHYPETE DING SINDS VUUR IN DE GROT, NAMELIJK DE SERIE BETTER CALL SAUL, VERBREEKT NETFLIX ZIJN BELOFTE.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content