‘Berlin ist ganz geil!’ Als we specialisten mogen geloven, is Berlijn momenteel dé place to be voor al wat jong, hip of ANDERSZINS cool is. Op zoek naar een verklaring, in het kielzog van Soulwax – ‘Deze stad is vijftig procent New York en vijftig procent jungle.’ Door Wouter Van Driessche l FOTO’S CHARLIE DE KEERSMAECKER

Een paar weken geleden gelezen op een flyer: ‘Berliniamsburg. Party like it’s 1989 in Williamsburg.’ En in Time Magazine: ‘Vergeet Londen, Parijs en New York, momenteel is Berlijn de meest opwindende metropool ter wereld.’ ‘De hoogdagen van de jaren ’70 zijn in de hoofdstad van Duitsland weer helemaal terug’, stond onlangs ook in The Guardian te lezen, ’toen David Bowie en Iggy Pop er Heroes en Lust For Life gingen opnemen.’ Heroes? Lust For Life? Een retourtje, bitte, en snel een beetje!

Schönen und Hippen

Berlijn, Alexanderplatz, Park-Inn Hotel. Op onze iPod staat Berlin van Lou Reed op endless repeat, voor ons ligt het stadsmagazine Zitty, dat ons hotel vreemd genoeg op zijn cover heeft staan. Blijkbaar hebben we stomweg een kamer gereserveerd op ‘het spannendste plein van Berlijn, wo am Wochenende die Schönen und Hippen tanzen’, dus dat begint alvast goed. En het wordt nog beter, want Stephen en David Dewaele van Soulwax spelen hier dit weekend ten dans met hun Nite Versions – volgens NME‘a record that perfectly encapsulates the excitement of modern European underground clubbing’.

De Alexanderplatz, zo lezen we in Zitty, was tijdens de Koude Oorlog de transitzone tussen West- en Oost-Berlijn, de laatste voorpost van de beschaving, op de grens met de wildernis ‘. Tijdens de jaren ’70 liet Erich Honecker hier alle historische gebouwen vervangen door commie kitsch – grote boulevards, monotone woonkazernes en een enorme televisietoren, samen met de Brandenburger Tor nog steeds hét symbool van de stad. Naar herkenningspunten uit Berlin, Alexanderplatz van Fassbinder is het vruchteloos zoeken. Maar de retro-futuristische gebouwen tonen wél hoe het voormalige Oost-Berlijn er moet hebben uitgezien. Sinds de eenmaking staat Alexanderplatz bekend als ‘ein Anti-Platz’ en ‘die sehnsucht eines Platzes’ – ‘Pleingeworden heimwee naar vroeger’, zeg nu nog eens dat Duitsers geen gevoel voor poëzie hebben.

Geld om de Alexanderplatz op te waarderen was er sinds de val van de Muur niet, maar net dát verklaart waarom het een hippe buurt in wording is. De huren zijn laag, en dat trekt artiesten aan – de Zwitserse dj Headman is hier onlangs komen wonen, en naar verluidt zouden ook Tiefschwartz, Lee Ronaldo (Sonic Youth) en Erlend Oye (Kings Of Convenience) hier appartementen hebben. Een paar kleine clubs en platenwinkels hebben zich hier al gevestigd, maar grote winkels en multinationals hebben (voorlopig) geen interesse. Voor Starbucks of McDonalds moet je naar opgewaardeerde wijken als Kreuzberg of Prenzlauer Berg – dit blijft een stukje ongerept Oosten in het Westen, waar nog steeds meer Berlijners dan toeristen komen.

Hip als herpes

Net als Parijs en Londen heeft Berlijn altijd een belangrijke rol gespeeld als culturele metropool. Berthold Brecht en Kurt Weil maakten hier hun beste werk, en tijdens het interbellum was het de heimat van de Bauhaus-beweging en een gebuisde schilder die Adolf Hitler heette. ‘Berlijn is een melting pot van al wat slecht is’, zei Jo-seph Goebbels toen hij in 1926 een nazibijeenkomst in de stad bezocht: ‘Prostituees, uitzuipkroegen, cinema’s, marxisten, joden, strippers, dansende negers en moderne kunst.’ Onder het naziregime vluchtten tal van kunstenaars naar Hollywood – sinds de herverkiezing van George Bush is naar verluidt een omgekeerde beweging op gang gekomen, met wachtlijsten van Amerikaanse artiesten die zich hier willen komen vestigen.

Na de Tweede Wereldoorlog werkte vooral de Muur als een magneet op kunstenaars van allerlei rang en slag. Berlijn was een lege, kille en unheimliche stad, die te boek stond als de heroïnehoofdstad van Europa (zie: Berlin van Lou Reed, een gitzwart verhaal over een dealer en zijn liefje in de schaduw van de Muur.) ‘I can remember, standing by the Wall, and the guns shot above our head’, zong David Bowie in 1976 in Heroes, en dat vatte de aantrekkingskracht van de stad in die dagen perfect samen. Veel muzikanten stopten helmen en kogelvrije vesten in hun bagage als ze er gingen opnemen – mythisch, gevaarlijk: Berlijn was zo hip als herpes, maar de spirit zat wel goed.

Omdat Berlijners aan de dienstplicht ontsnapten, werd de stad tijdens de seventies een toevluchtsoord voor punkers, krakers, amateur-filosofen en andere dropouts. Door het relatieve isolement werd in de stad boeiende muziek gemaakt – denk maar aan Einstürzende Neubauten van Bad Seeds-veteraan Blixa Bargeld, die allerlei avant-gardistische dingen deden met slijpschijven, boormachines en andere bouwmaterialen. Al die tijd bleven ook de mythes van het Oostblok en het decadente Weimarcabaret muzikanten inspireren. Siouxsie Sioux organiseerde in Londen Berlin Baby Bondage Parties, de Sex Pistols schreven Holidays In The Sun ( ‘Gotta Go Over The Berlin Wall’) en de New Romantics dweepten met de musical Cabaret met Liza Minelli – het eerste optreden van Duran Duran met Simon LeBon begon op de tonen van Tomorrow Belongs To Me, en de film uit 1973 is nog steeds een inspiratiebron voor Marilyn Manson, Goldfrapp en The Dresden Dolls, die hun muziek graag omschrijven als ‘Brechtiaans punkcabaret voor beginners’.

Tweedehands brood

Sinds de val van de Berlijnse Muur in 1989 lijken vooral de lage huurprijzen muzikanten en artiesten aan te trekken. In bepaalde wijken vind je al voor minder dan 200 euro lofts van 150 m2 – een gevolg van de economische crisis, waardoor Berlijn de enige West-Europese hoofdstad is die inwoners verliest. Na de eenmaking verdwenen meer dan 100.000 jobs en werd voor 60 miljard (!) euro schulden gemaakt. Een derde van de Berlijners is werkloos en naar schatting driekwart van hen leeft onder de armoedegrens – vooral jongeren, want de helft van de 3,4 miljoen inwoners is jonger dan 35. Hoe arm Berlijn precies is, mocht blijken toen een bakker in Prenzlauer Berg zich specialiseerde in ’tweedehands brood’. Geen voorgekauwd brood, maar brood van een paar dagen oud, dat met een fikse korting wordt verkocht.

Door in 1999 de Bundestag van Bonn naar Berlijn te verhuizen, hoopten Duitse politici het tij te doen keren. Helaas maakten ze er de situatie alleen maar uitzichtlozer op. Van de 210.000 gesubsidieerde gebouwen die werden opgetrokken, bleef het grootste gedeelte onbewoond – goed voor meer dan 1.000.000 m2, boven op de massale leegstand die er voordien al was.

‘In andere grote steden hadden we niet eens moeten dromen van een loft’, zegt de New Yorkse inwijkelinge Melissa Logan van Chicks On Speed. ‘Maar hier in Berlijn gaf men ons graag een huurcontract. De helft van de gebouwen staat hier tóch leeg, en de huiseigenaars hebben liever muzikanten dan ratten.’ Met Chicks On Speed tekende Logan de voorbije jaren voor een van dé succesverhalen uit de Berlijnse underground. Het meidencombo sierde de covers van zowat alle hippe bladen, richtte een eigen platenlabel op en werkte samen met ontwerper Jeremy Scott (zie ook: Christina Aguilera en Madonna). ‘Maar,’ benadrukt het Amerikaans-Australisch-Duitse trio, ‘dat alles was alleen maar mogelijk omdat we in Berlijn kwamen wonen. Dit is de enige plaats waar je als artiest nog gekke dingen kunt doen. Het leven is goedkoop en je wordt met rust gelaten. In andere steden zou je nog geen tiende moeten proberen van wat hier allemaal gebeurt. Je zou in de goot belanden, omkomen van honger, of desnoods opgesloten worden. De electro porn van Peaches, bijvoorbeeld, was ergens anders compleet ondenkbaar geweest.’

Van alle Ausländer die de voorbije tien jaar in Berlijn neerstreken (Luomo, Richie Hawtin, Gonzales und so weiter) spreekt de Canadese Peaches inderdaad nog altijd het meest tot de verbeelding. ‘Nergens anders dan in Berlijn hadden ze iets baanbrekends durven horen in haar oversekste, humorloze en ongetalenteerde raps’, schreef een zure Engelse recensent over Fatherfucker. ‘In Parijs of New York hadden ze er gewoon eens ostentatief om gegeeuwd.’ Maar de vraag is of Peaches haar muziek in Parijs of New York überhaupt wel had kunnen maken – zelfs in Toronto moest ze de kost verdienen door aan kinderen muziekles te geven. ‘Paris is about maintaining the past, Berlin is about building the future’, liet ze in een interview optekenen – geen wonder dat de BBC haar vroeg om een documentaire over haar nieuwe thuisstad te maken.

Mission Impossible

Bad times make for good art, zeggen ze in het Engels, en dat heeft ook de sociaal-democratische homo-burgemeester Klaus Wowereit goed begrepen. Om Berlijn uit de economische crisis te halen, besloot hij er een ‘city of glamour’ van te maken, ‘zoals Londen tijdens de economische crisis van de swinging eighties.’ De voorbije jaren overtuigde hij Universal Music, V2 en MTV al om hun hoofdkwartieren in zijn stad te vestigen, en haalde hij met subsidies een paar grote Hollywoodproducties naar Berlijn, zoals The Bourne Supremacy en Mission Impossible III. Architect Helmut Jahn tekende vijf jaar geleden al een futuristisch kantoorcomplex voor entertainmentgigant Sony aan de Potzdammer Platz – intussen hét symbool van Berlijn als ‘Entertainment Hauptstadt’.

Tegenstanders verwijten ‘de glamourburgemeester’ een non-beleid te voeren, maar voorlopig lijken de cijfers hem gelijk te geven. De voorbije jaren realiseerde de Duitse muziekindustrie meer dan de helft van zijn omzet in Berlijn, en met 20.000 professionele muzikanten en meer dan 600 onafhankelijke platenlabels (onder meer Kitty-Yo, !K7, Mute en Nucleus) mag de stad zich met recht en rede ‘Musikstadt’ noemen. Blijft de vraag natuurlijk of dat de stad ook op lange termijn zal kunnen redden. De muziekindustrie is niet meteen een booming business, en zowel de Love Parade als Popkomm, een alternatieve muziekbeurs die twee jaar geleden werd afgesnoept van Keulen, zien hun bezoekersaantallen jaar na jaar slinken.

Maar intussen lijkt ook de modewereld Berlijn opnieuw in de armen te sluiten. Twee jaar geleden hield Hugo Boss een defilé in een vervallen postkantoor (het Postbahnhoff, intussen een rockclub) en nu verkopen ook designers als Kostas Murkudis en Rei Kawakubo hun kleren in anonieme winkels in Prenzlauer Berg. Dior-ontwerper Hedi Slimane, in muziekkringen vooral bekend als de huiscouturier van Franz Ferdinand, opende hier drie jaar geleden zelfs een studio, om een fotoboek over de stad te maken – ‘In Berlijn draait nog niet alles om status of geld’, liet hij onlangs optekenen. ‘Mensen kunnen hier nog gewoon creëren, de stad is één groot laboratorium.’

Michael Dewaele

‘Berlijn is echt de max‘, vindt ook Stephen Dewaele. ‘Als ik hier drie platenwinkels doe, kom ik iederéén tegen. Jammer dat er geen tijd is, want anders zou ik je graag een paar uur rondleiden’ – de groep is met een halve dag vertraging uit Munchen gearriveerd, waar ze tot acht uur vanochtend hebben gefeest. ‘We hebben vijf gigantisch zware weken gehad’, klinkt het, bij wijze van excuus. ‘Maar het was onze beste tournee ooit. Als je je bandopnemertje afzet, wil ik het je allemaal vertellen.’ Een publicéérbare anekdote? ‘Onze roadies hebben een paar interviews gedaan in Frankrijk en Zwitserland, waarin ze David en mij speelden. Heel grappig, kreeg je achteraf in Franse kranten interviews te lezen met Michael Dewaele.’

Om kwart voor twee sluiten Stephen en David Dewaele het eerste luik van de Radio Soulwax-tournee af in de Weekend, een kleine club op de twaalfde verdieping van een kantoorgebouw aan de Alexanderplatz. Het is een hippe undergroundclub, zoals Berlijn er honderden telt – op de website vind je enkel een adres, alle andere informatie wordt gecommuniceerd via flyers en mond-aan-mondreclame. ‘Het doet wat denken aan het decor van The Office, maar dan met een schitterend uitzicht over Berlijn’, hadden we ons door een habitué laten vertellen. Het uitzicht is inderdaad schitterend, en David Brent zou hier effectief geen mal figuur slaan – in designerkleren dan wel, want de dress code is hier über-trendy.

Backstage maken we kennis met Trevor Jackson, ontwerper van de hoes van Soulwax’ Any Minute Now en eigenaar van het hipper-dan-hippe Output-label. Hij heeft al een paar keer overwogen om van Londen naar Berlijn te verhuizen, zegt hij. ‘Berlijn is vijftig procent New York, maar ook vijftig procent jungle. Wie in Londen platen uitbrengt, moet zeker zijn van minstens 3000 verkochte exemplaren. Hier ligt dat aantal veel lager, omdat het leven hier zo goedkoop is. Muzikanten kunnen nog met de essentie bezig zijn: de artistieke kant van de zaak, niet de financiële.’

‘Het begint hier ook nog maar pas’, zegt Stephen. ‘Volgend jaar hebben ze hier de Wereldbeker, dan wordt dit pas écht de place to be. Voetbal is de nieuwe rock-‘n-roll.’ Excuseer? ‘Voor wie vallen de mensen tegenwoordig op straat op hun knieën? Niet voor Robbie Williams, hé? Voor Zidane, Ronaldinho of David Beckham. Dát zijn de nieuwe popsterren.’ Stephen, zo vernemen we, heeft ooit bij de Uefa’s van Club Brugge gespeeld, en heeft nog altijd spijt dat hij daar niet het onderste uit de kan heeft gehaald. Onlangs ontmoette hij op Old Trafford de vader van David Beckham – ‘Vriendelijke man, de nieuwe adel.’ Met de clubeigenaar worden plannen gesmeed om een Wereldbeker-lounge te maken, op de bovenste verdieping van het kantoorgebouw. ‘Je zou er een grasveld kunnen aanleggen’, suggereert Stephen. ‘En we zouden met twee teams van dj’s tegen elkaar kunnen spelen.’ De man knikt en noteert – the sky is hier wel degelijk the limit, er is een gevoel dat alles kan.

Deutschland über alles

Part of the weekend never dies. Op het vliegtuig naar huis lezen we in een Duitse krant dat Berlijn zijn hipste tijd stilaan heeft gehad. ‘Het nieuwe Berlijn is Beiroet’, vertelt een trendwatcher. ‘Momenteel is dat het Parijs van het Midden-Oosten.’ Beiroet het nieuwe Berlijn? Voetbal de nieuwe rock-‘n-roll? Het zijn verwarrende tijden, maar gelukkig blijft er één zekerheid: de bal is rond, en Duitsland wint altijd.

Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content