Vier jaar na het meesterlijke ‘In the Mood for Love’ tekent de Hongkongse perfectionist Wong Kar Wai voor een fascinerende en oeverloos romantische sciencefictionfilm die zich afspeelt in het verleden. DOOR BEN VAN ALBOOM

‘2046’ VANAF 15/12 IN DE BIOSCOOP

2046 , de achtste film van de Hongkongse filmmaker Wong Kar Wai, had vorig jaar al op het filmfestival van Cannes vertoond moeten worden. Zo dachten de goedgelovigen er toen althans over. Wie de meester de afgelopen jaren volgde, wist dat hij er steeds langer over doet om een film af te werken. Alleen al de opnames van In the Mood for Love (2000), zijn chef-d’oeuvre, duurden vijftien maanden. Vervolgens zat hij nog eens een jaar in de montagekamer, alvorens er uiteindelijk vier jaar geleden mee naar Cannes te trekken. Toen was de film echter nog niet af. Officieel heette het dat er nog wat aan het geluid moest worden gesleuteld, maar toen het bloedgeile meesterwerk een half jaar later in de zalen werd gebracht, bleek dat de filmmaker ook de montage nog eens door elkaar had geschud.

‘Ik heb een deadline nodig, anders blijf ik aan een film werken’, zei de perfectionist zes maanden geleden toen hij – ditmaal met een kopie van 2046 – voor de derde keer in zijn carrière neerstreek in de Franse badplaats. Op dat moment was het echter al voor iedereen duidelijk dat hij met ‘dead-line’ niet noodzakelijk het prestigieuze filmfestival bedoelde. Al had Wong Kar Wai alles op alles gezet om zijn eerste excursie in het sciencefictiongenre tijdig in Cannes te krijgen, de print werd toch pas op de valreep (onder politiebegeleiding nota bene) aan de trappen van het festivalpaleis afgeleverd. Op dat moment hadden de organisatoren al uit voorzorg twee voorstellingen van de film afgelast, ongezien in Cannes.

Tot overmaat van ramp – 2046 werd getipt als een van de grootste kanshebbers op de Gouden Palm omdat juryvoorzitter Quentin Tarantino tot dan toe enkel in de overtreffende trap over het oeuvre van Wong Kar Wai had gesproken – bleek de film ook nu weer niet af. ‘Zo erg is het echter niet’, probeerde een zwaar vermoeide filmmaker nog. ‘Enkel aan de speciale effecten en het geluid is nog wat werk. Ik werk pas voor het eerst in mijn carrière met speciale effecten en dat blijkt iets meer voeten in de aarde te hebben dan ik dacht.’ Hij was nog zeer voorzichtig. In werkelijkheid zaten de (sporadische) speciale effecten nog in een embryonale fase, ‘maar verder zal er dit keer niets meer aan de film veranderen’, voegde hij er nog aan toe.

Dat was buiten de bijna onverschillige kritieken van de internationale pers gerekend en het verraad van Quentin Tarantino. Die negeerde zijn idool compleet en verkoos met Fahrenheit 9/11 een cinematografisch waardeloos politiek pamflet boven een (op elk vlak) onwaarschijnlijke krachttoer. 2046 kon er onmogelijk nog beter uitzien, de passie kon onmogelijk nog meer van het scherm spatten en de plot kon onmogelijk nog vernuftiger in elkaar steken – hij was zo ingenieus dat je de film op zijn minst twee keer moest bekijken om te weten hoe het allemaal precies in elkaar stak.

De uiteindelijke versie van de film verschilt dus ook nu weer van wat de festivalgangers een half jaar geleden te zien kregen. ‘Toch was Cannes zeker geen vergissing’, vertrouwde de filmmaker ons onlangs toe. ‘Op een bepaald moment moet je gewoon ergens een punt achter kunnen zetten, al was het maar omdat het geld op is en je niet kan verwachten dat de cast en crew onophoudelijk beschikbaar blijven. Beperkingen zijn in mijn geval een zegen geworden, want anders zou ik nooit meer ergens mee kunnen stoppen en was ik hier over twee jaar nog aan bezig.’ Vreemd genoeg heeft Wong Kar Wai de afgelopen maanden gebruikt om de film in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. ‘We hadden beloofd de film af te werken voor Cannes. Van sommige scènes was ik destijds echter nog niet tevreden, dus zat er niets anders op dan ze uit de film te snijden. Toen moesten we noodgedwongen ook met andere scènes beginnen schuiven. Zo is een deel van de film verloren gegaan en leek het ook allemaal iets moeilijker dan het daadwerkelijk is.’

De plot is nu inderdaad minder ingewikkeld. Je moet er wel nog altijd je hoofd bij houden. Ook kan het zeker geen kwaad om vooraf In the Mood for Love (nog eens) te bekijken, want in zekere zin is 2046 daar het vervolg op. ‘Ik zie het anders. In the Mood for Love maakt deel uit van 2046, samen met Days of Being Wild. De drie films vormen samen een geheel, een doorlopende verhaallijn, maar 2046 is zonder twijfel de lijm die de verschillende verhaallijnen samenbrengt. Het is echter niet onmogelijk dat ik over enkele jaren nog een vierde film draai om deze trilogie verder aan te vullen. Dat zien we dan wel weer.’ (lacht)

Aanvankelijk hadden de drie films niets met elkaar te maken. ‘Ik ben gewoon toevallig op hetzelfde moment aan In the Mood for Love en 2046 beginnen schrijven. Omdat ik al vlug op beide projecten verliefd ben geworden, werd het steeds moeilijker om ze van elkaar te scheiden. Daarom zocht ik naar een manier om ze aan elkaar te linken. Zo had ik tenminste niet het gevoel dat ik een van hen aan het bedriegen was.’ In 2046 neemt Tony Leung opnieuw zijn rol op uit In the Mood for Love. Zijn relatie met Maggie Cheung is alweer enkele jaren achter de rug en aan de hand van zijn schrijfsels maakt hij de balans op van zijn liefdesleven. Vier vrouwen treden op de voorgrond. Ze maken echter nagenoeg allemaal deel uit van zijn verleden of van een vreemdsoortige en hoogtechnologische toekomstfantasie, een fantasie die hem in staat moet stellen om terug te keren naar het verleden. Wanneer Zhang Ziyi in het appartement naast hem komt wonen, besluit hij dat het tijd wordt om weer in het heden te leven, alleen loopt niet alles even vlot als hij had gehoopt. Hoe meer hij het verleden probeert te vergeten, hoe meer hij eraan wordt herinnerd en hoe meer pijn het doet.

Het klinkt onwaarschijnlijk, maar de plot is gegroeid uit een politiek geïnspireerd scenario over de overdracht van Hongkong aan China. De Chinese overheid beloofde toen dat ze vijftig jaar lang niets zou veranderen in de voormalige stadsstaat. De titel van de film verwijst dan ook naar het jaar waarin China die belofte niet langer hoeft na te komen. ‘Wat mij vooral fascineert, is de invulling van die belofte, want hoe realiseer je zoiets in een stad die voortdurend in beweging is en constant evolueert? Wat zal over vijftig jaar nog altijd hetzelfde zijn? Eigenlijk betekent die belofte weinig, want uiteindelijk blijft niets hetzelfde, alles verandert, of we dat nu willen of niet. Het enige dat we kunnen doen, is het verleden neerpennen of vastleggen op film, zodat het bewaard blijft. Alleen heeft iedereen de neiging om enkel de fijne herinneringen op te schrijven of de leuke plekken te fotograferen. Zo kwam ik al vlug weer uit bij een melancholisch liefdesverhaal en was het bijna evident om In the Mood for Love op te nemen in 2046. Het futuristische aspect maakte op die manier ook weer plaats voor nostalgie. Ik was niet geïnteresseerd in een realistisch toekomstbeeld. Wat mij boeit, is hoe mensen uit het heden of het verleden naar de toekomst kijken. Hoe ziet een verliefd koppel de toekomst, zonder voorbij te gaan aan voorgaande relaties? Hoe vult China de toekomst van Hongkong in, zonder zijn eigen tradities te verloochenen?’

Als je de man hoort praten, lijkt hij altijd ontzettend zeker van zijn stuk. Toch duurt het een eeuwigheid voor hij erin slaagt een film af te werken. Omdat hij zonder scenario aan de slag gaat, natuurlijk. ‘Maar neen! Ik weet ook niet wie die mythe de wereld heeft ingestuurd. Ik zeg niet dat er op het einde van de rit nog veel van overblijft, maar ik vertrek wel degelijk altijd van een scenario. Mijn acteurs licht ik daar nooit over in, noch mijn fotografieleider Christopher Doyle, maar hem interesseert het ook helemaal niet. (lacht) Een acteur zal ik wel alles vertellen over zijn personage zodat hij er zich een beeld van kan vormen. Vervolgens verplicht ik hem vanuit zichzelf te vertrekken, want ik wil helemaal niet weten hoe hij dat personage ziet; ik wil weten hoe hij daadwerkelijk zelf zou zijn als hij in de schoenen van dat personage zou staan. Voor mijn acteurs schrijf ik dus louter het levensverhaal van de personages uit, maar ik vertel hen nooit wat er in het verhaal met hen gebeurt. Dat bepalen ze zelf. Zo bouwen we de plot samen op en ik wijzig waar nodig het oorspronkelijke scenario. Het duurt dan misschien wat langer om een film in te blikken, maar dat heb ik er graag voor over.’

Christopher Doyle, de fotografieleider met wie Wong Kar Wai al een eeuwigheid samenwerkt, moet op de generiek van zijn films meer en meer het gezelschap dulden van mindere goden, maar daar zijn blijkbaar praktische verklaringen voor. ‘De verhalen over ruzies op de set zijn uit de lucht gegrepen. Christopher ligt gewoon goed in de markt. Omdat ik zo nodig anderhalf jaar per film wil draaien, gebeurt het wel eens dat hij een paar weken verstek moet geven omdat hij verwacht wordt op de set van een andere film. Ik neem hem dat zeker niet kwalijk, integendeel. Omdat we intussen perfect op elkaar ingespeeld zijn, zullen we elkaar altijd wel weer vinden. Dat betekent in de praktijk dat hij mij het leven moeilijk maakt, terwijl ik hem het leven onmogelijk maak. (lacht) We leven beiden voor de uitdaging, dus zetten we elkaar aan om zoveel mogelijk buiten de lijnen te kleuren.’

En de toekomst? Naast 2046 komt binnenkort ook Eros (het gezamenlijke project van Wong Kar Wai, Steven Soderbergh en Michelangelo Antonioni) bij ons in de zalen. De film bestaat uit drie kortverhalen over liefde en seks. Verder werkt Wong Kar Wai op dit moment aan het scenario van een film met Nicole Kidman, The Lady from Shanghai. ‘De vraag kwam in elk geval van haar. Het wordt wellicht iets behoorlijk mysterieus.’ Ten slotte werkt hij ook aan een onvervalste kungfufilm met Tony Leung, die de rol van de kungfumeester van Bruce Lee op zich zou nemen. ‘Hij begint binnenkort aan een uitgebreid trainingsprogramma.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content