BART & SISKA

Omdat niemand het risico wilde lopen dat hij op tafel zou springen, hadden ze hem met klittenband rond de bovenbenen aan zijn stoel gebonden. Het bovenlijf van Bart Peeters mocht zich in de meest gymnastische bochten wringen, maar in het kader van het concept van de show was het belangrijk dat hij – wat er ook gebeurde, wie hij ook voor zich kreeg – bleef zitten. Als er al iemand op tafel belandde, dan was het een gast. Want, had men uit het handboek van de beginnende psycholoog geleerd, een mens vertelt meer als hij ligt.

Zo werd onder anderen miss België in een weinig verhullend kleedje op de natuurhouten tafel gedrapeerd en kreeg ze van achter haar hoofd vragen voorgeschoteld die men vroeger al eens terugvond in de checklijsten van het PMS. Wat ze vandaag zoal gedaan had? Hoe het kwam dat ze gewonnen had? Stijn Van de Voorde – de allesweter van de show – zat ongeveer ter hoogte van haar schaamstreek en wist voor een keer niet zo goed waar te kijken. Hij had nog nooit met zijn neus op de foef van een miss gezeten. De miss kwetterde vrolijk als een mus op een lenteochtend dat ze die dag om halfzeven was opgestaan, verder was er niet zo veel gebeurd en haar blinkende tiara, ja, die had ze vooral te danken ‘aan het feit’ – en dit vergt wat gymnastiek van het brein – ‘dat ik mezelf ben gebleven’. Het omgekeerde had me ten zeerste verbaasd.

De miss werd van de tafel geschraapt en vervangen door whisky. ‘Niet siski’, grijnsde Peeters terwijl hij onder tafel onmerkbaar aan zijn klittenband peuterde. Siska rolde eens met haar ogen en gaf verder geen krimp. Want dat moet je hen meegeven: ze lachen niet verplicht met elkaars grapjes. Integendeel. Ze scheren in hun vragen en in hoe ze naar de mensen rond hun tafel kijken dolgraag langs de absurde hoekjes en kantjes van het bestaan. Aan de 27-jarige taxidermist bleef Peeters vragen of hij platte katten kon opblazen. En Stijn Van de Voorde vond er in de marketingcampagne voor whisky die rond de tafel ontstond, niets beters op dan gin met het sap van Zwanworstjes te promoten.

Maar altijd blijft die grootste gemene deler in de oortjes van de presentatoren schreeuwen. Absurd, goed, meer niet. Hilarisch, fijn, maar niet overdrijven. De taxidermist had hen tijdens de repetitie een geinig verhaal verteld over de dode beesten in de diepvriezer van zijn moeder. En dus informeerde Peeters ook tijdens de show losjes naar ’s mans moeder. ‘Ze is geweldig’, zei hij. Dat zal wel, bevestigde Peeters op en neer wippend, maar er was toch iets met een diepvriezer? Tot zover het idee dat improvisatie, gestampte absurditeit en de onverwachte grap werkelijk de kern van Bart & Siska vormen. Het boeiende zit niet in de brave, licht verplichte vraagjes, wel in de vondsten, in de ‘geniaal of sympathiek?’-uitvindersrubriek of in het journalistieke intermezzo met Bart Schols. Die had door vergelijkend onderzoek van boekhoudkundige gegevens ontdekt dat Herman Schueremans leeft voor de winst. Niemand die daar nog aan twijfelde, maar Bart had de cijfers om het voor eens en altijd te bewijzen. En kijk, zo kreeg men meer journalistieke vingeroefeningen dan in de gemiddelde nieuwsuitzending en werd het al bij al een informatieve, onderhoudende en soms grappige avond. Het schijnt dat dat niet meer moet zijn in tijden van absolute vrijheid van meningsuiting.

** , van maandag tot donderdag, 22.00, één

DOOR TINE HENS

HET BOEIENDE VAN BART & SISKA ZIT NIET IN DE BRAVE, LICHT VERPLICHTE VRAAGJES, WEL IN DE VONDSTEN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content