Atlanta

ATLANTA: rapper's delight.

Zaterdag 10/12, 22.45, Fox

‘Ik wil mensen laten voelen wat het betekent om zwart te zijn’, aldus de beloftevolle 33-jarige acteur, schrijver, komiek en muzikant Donald Glover in augustus op de Television Critics Association in Los Angeles, een evenement voor journalisten en tv-makers. ‘En ik heb altijd al een Twin Peaks met rappers willen maken.’

Hij doelde op Atlanta, de dramadyserie die hij voor zender FX bedacht en producete, en die in de pers al onder de nodige jubelkreten werd bedolven. Terecht, want al vallen er geen knalrode kamers en lijkbleke dwergen in te bespeuren, je kunt er wel een surreële en poëtische toon in ontwaren die voor dit slag Amerikaanse indiecomedyreeksen over young black people in de grootstad behoorlijk ongewoon is.

De plot, als je al van een plot kunt spreken, is bedrieglijk banaal. Earnest ‘Earn’ Marks (Glover) is een zwarte parttime bankkaartenverkoper die zichzelf ’technisch dakloos’ noemt en, net als zijn rappende vrienden, droomt van een betere toekomst voor zichzelf en voor zijn dochtertje in Atlanta. Hij ruikt zijn kans door zich op te werpen als manager van zijn neef Alfred (Brian Tyree Henry), alias Paper Boi, die aan een loopbaan als rapper timmert en wiens mixtapes behoorlijk wat weerklank vinden in de lokale undergroundscene van Atlanta.

Donald Glover, straks in de bioscoop te bewonderen als Lando Calrissian in de Han Solo-spin-off, maar vooral bekend van zijn doorbraakrol als de nerdy Troy Barns in de sitcom Community en – voor de hipsters onder u – van zijn rapper-alter ego Childish Gambino, is dus tegelijk maker én hoofdrolspeler van Atlanta, en daarmee doemen onvermijdelijk vergelijkingen met Girls op. Net als Lena Dunham speelt Glover duidelijk een veel minder succesvolle en ambitieuze versie van zichzelf. En ook thematisch – de zoektocht naar werk, de twijfels over de keuzes die je maakt, de dagdagelijkse struggle for life – kun je de serie parkeren naast de vele bitterzoete, schijnbaar geïmproviseerde comedy’s die de afgelopen jaren zijn verschenen – van Togetherness over Louie tot Master of None.

Maar Atlanta staat vooral heel sterk op eigen benen. Glover trommelde voornamelijk zwarte schrijvers op – onder wie zijn broer Stephen – die zich nooit eerder aan televisie hadden gewaagd. Een serie over en door zwarten loopt vaak het risico om als een politiekestatementreeks gelabeld te worden – zeker omdat Atlanta een verhaal vertelt over een historisch onvertegenwoordigd milieu, in een stad die anderhalve eeuw geleden nog te boek stond als de hoofdstad van slavenstaat Georgia. Maar Atlanta is meer dan dat, en hanteert een losse aanpak die maakt dat er genres kunnen worden afgetast en risico’s worden genomen. En dat is op zich al lovenswaardig. Indiewire sprak van ‘essentieel kijkvoer’, The Guardian noemde het ‘de slimste en grappigste serie van het moment’. FX heeft intussen al een tweede seizoen besteld.

(A.I.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content