Anatomy of a Murder is een van de meesterwerken uit de tweede fase in de carrière van Otto Preminger. …
Film: **** Extra’s: ** (Columbia Tristar)
Anatomy of a Murder is een van de meesterwerken uit de tweede fase in de carrière van Otto Preminger. Nadat hij in de jaren ’40 naam en faam verworven had met een opmerkelijke ‘film noir’-cyclus (met als sleutelwerk zijn doorbraak Laura), maakte hij in de jaren ’60 een aantal groots opgevatte ‘dossierfilms’, waarin hij telkens een andere institutie of kwestie onder de loep neemt: rechtspraak ( Anatomy of a Murder; 1959), zionisme ( Exodus; 1960), de Amerikaanse politiek ( Advise and Consent; 1962), de kerk ( The Cardinal; 1963), het leger ( In Harm’s Way; 1964).
James Stewart speelt in een van zijn meest gedenkwaardige rollen een kleinsteedse advocaat, die een luitenant verdedigt die de verkrachter van zijn vrouw heeft gedood. De rechtszaak spitst zich toe op de vraag of het om een simpele moord ging, of de dader handelde met voorbedachten rade of tijdelijk niet verantwoordelijk was voor zijn daden.
De titel Anatomy of a Murder geeft perfect weer wat Preminger nastreeft. Hij bouwt zijn film, zeker volgens de huidige normen, tergend langzaam op en analyseert feilloos de procedures bij het proces. Het oproepen van de diverse getuigen vormt geen aanleiding tot de bekende halfkomische nummertjes, maar helpt mee de zaak vanuit verschillende hoeken te belichten. De toeschouwer komt niet méér te weten dan wat er tijdens de rechtszaak boven water komt. Tot het eind blijft er ruimte voor ambiguïteit en interpretatie.
Wat de film cinematografisch zo opmerkelijk maakt, is hoe Premingers geroemde ‘objectieve’ mise-en-scène volledig is afgestemd op zijn analytische benadering. De regisseur manipuleert zo weinig mogelijk met montage; zijn favoriete beeldinstelling toont ons een globale situatie en houdt de kijker op een afstand, zodat hij zelf moet ontleden wat er gebeurde. Met andere woorden: cinema die de intelligentie van de toeschouwer respecteert.
Preminger was in de jaren ’50 en ’60 samen met Hitchcock een van de weinige regisseurs die bekendheid genoten bij het grote publiek. Wat bijvoorbeeld blijkt uit de waanzinnige bioscooptrailer waarin een tirannieke Preminger zijn acteurs en crew aan de balie doet zweren dat ze hun uiterste best hebben gedaan. Het bonusmateriaal bestaat verder uit filmografieën, trailers voor vier andere films, enkele voorbeelden van de originele reclamecampagne (gebaseerd op de sterke grafische design van Saul Bass, zie illustratie) en een fotogalerie, mooi gemonteerd op de baanbrekende originele jazzscore van Duke Ellington (die in de film een gastoptreden maakt).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier