‘AMBITIES ZIJN NIET VIES’
Wat actrice Maaike Neuville in dit regeringsloze jaar niet meer wil horen? Dat kunst moet renderen en dat ze een beetje spontaan moet spelen. ‘Spontaan is geen gevoel. Je kunt dat niet spelen. Enkel zijn.’
Muziek bindt hen. En het verlangen iets te doen dat sterker is dan om het even welke twijfel. Het leven is nu eenmaal te kort om op het juiste moment te wachten. Oh ja, ook religie is niet langer taboe. Een zomer lang portretten van woest en ander talent.
Vier meisjes op het strand. Raymond van het Groenewoud had erbij moeten zijn. Of toch niet. Het zou de magie doorbreken. Een zomer lang zitten Maaike Neuville, Eline Kuppens, Ellen Schoeters en Marieke Dilles in een huis aan zee voor de opnames van Weekend aan zee, de eerste langspeelfilm van Ilse Somers. De film vertelt het verhaal van vier vrouwen die tegen de dertig aanschuren en nog eens een weekend naar zee gaan, zoals in de gouden tijd dat ze nog volstrekt jong, ongerimpeld en onbekommerd waren. Natuurlijk waait de realiteit van een gebroken liefde en de algemene ontgoocheling over wat het leven bracht door kieren naar binnen. Het besef groeit dat vroeger echt voorbij is en de toekomst misschien wel hoopvol, maar toch vooral onzeker en zelfs een beetje saai is. ‘Precies wat er in minder dramatische mate in mijn eigen leven aan de hand is’, vertelt Neuville. ‘Als je de dertig ziet naderen, merk je dat elke keuze zijn consequenties heeft. Alsof ik de adem van de tijd in mijn nek voel.’
Hoe heet voelt die aan?
Maaike Neuville: Tussen lauw en warm. Dan vraag ik me af of het niet eens tijd wordt om te beslissen wat ik nu precies in het leven wil doen? Ik schrijf graag, ik heb een kortfilm gemaakt, ik acteer. Kun je die veelheid volhouden? Is het niet beter om je op één ding te concentreren en je daar dan volledig aan te geven? Van iemand die zich in volle concentratie op zijn job stort, komen zulke mooie dingen voort. Onlangs zag ik Control van Anton Corbijn over Ian Curtis van Joy Division. Die man kon niets anders doen dan wat hij deed. Geen haar op zijn hoofd dat eraan dacht om te stoppen. Hij ging door – op het destructieve af.
Fascinerend, maar ook nefast voor – ik zeg maar wat – je liefdesleven, niet?
Neuville: Absoluut. Het is geen evidente oefening jezelf in werk en relatie op te splitsen. De enige mogelijkheid is om je leven te delen met iemand die je de vrijheid geeft om je ambities te verwezenlijken. Ik heb me in een relatie nog nooit beklemd gevoeld, maar onbewust heeft het wel al meegespeeld. Een keer heb ik een relatie beëindigd met iemand die ik zo graag zag dat er gegarandeerd kinderen van gekomen waren. ‘Neen’, dacht ik. ‘Niet nu.’ Ik ben weggegaan. Er was nog te veel om te ontdekken. Dat is hard en compromisloos, ja. Ik denk – en ik vrees – dat het de enige weg is. Als je echt iets wilt vertellen in theater of in film, dan is er geen andere manier dan je leven ervoor te geven.
We zitten vier hoog in Molenbeek en slurpen van een kopje Yogithee met kruiden speciaal uitgezocht voor de vrouw in onszelf. Vraag me niet welke kruiden het zijn en wat die precies doen. Het heeft te maken met het evenwicht tussen maag en darmen en de balans tussen nieren, lever en haarvaatjes. Neuville is alweer een paar maanden terug van haar reis naar Nepal. Haar ambities branden heviger dan ooit. ‘Het is een boeiende contradictie’, zegt ze zelf. ‘De reis heeft alles gerelativeerd wat ik zo graag wilde, maar precies omdat het niet zo belangrijk lijkt, wil ik er meer dan honderd procent voor gaan.’
Wat wil je dan allemaal zo graag?
Neuville: Ik droom ervan een groep mensen – acteurs en dansers – rond me te verzamelen met wie het klikt zoals het tussen muzikanten kan klikken. In je spel bereik je dan een soort flow die ieder apart, maar ook de groep in zijn geheel hoger stuwt. Ik wil ook meer met regisseurs werken die me verder brengen dan ik zelf denk te geraken. Zelf films maken ook. En met mijn eigen teksten werken. Je merkt het: van dat ene ding en me daartoe beperken komt niets in huis.
Naar het schijnt zijn we met kunst bezig uit angst voor de dood en de vergetelheid die erop volgt. Herken je dat?
Neuville: Hmm, denken dat je jezelf de eeuwigheid in kunt katapulteren, lijkt me nogal verwaand. Ik voel meer een urgentie. Ik leef met het besef dat het morgen gedaan kan zijn. De dood is voor mij niet iets vreemds en onbekends. Op mijn zestiende ben ik op nauwelijks een jaar tijd een vriendin en mijn nicht verloren. Allebei in een verkeersongeval. Mijn vriendin is aangereden door een dronken chauffeur. Ze was op slag dood. Op dat moment denk je dat het leven voorbij is. We speelden samen toneel en deelden de droom om naar Studio Herman Teirlinck te gaan. Als de dood je op zo jonge leeftijd zo dicht nadert, dan schud je hem niet meer van je af. En dus probeer ik zo weinig mogelijk tijd te verliezen met twijfelen of wegzinken in de angst dat ik misschien niet goed genoeg ben. Het heeft geen zin dromen of ideeën voor je uit te schuiven en te denken: ‘Ik doe dat wel als ik veertig ben.’ Misschien haal je die veertig niet eens. En wat is dat uitstel anders dan de schrik om te falen? Neen, dan loop ik liever keihard met mijn hoofd tegen de muur. Ik eis trouwens voor iedere kunstenaar het recht op om een paar keer op zijn bek te gaan.
Falen lijkt niet meteen op jou van toepassing. Op je 22e debuteerde je in ‘De Indringer’ en dan volgden rollen in zowat elke serie die gemaakt werd – met ‘Van Vlees en Bloed’ als hoogtepunt. Verbeter me als ik me vergis, maar volgens mij ben jij nog niet tegen de muur gekwakt?
Neuville: Niet openlijk misschien. Films en tv-series zijn een veilige haven. Als je tijdens de opnames de mist ingaat, zie je dat zelden in het eindresultaat. In het ideale geval overleven enkel de beste shots de montage en worden de blunders er netjes uit geknipt. Als ik denk aan het recht op falen, dan heb ik het veeleer over die eigen projecten. Daarbij wil ik me niet laten leiden door de druk te moeten scoren of renderen. Ik wil tien dingen uitproberen, waarvan er één misschien echt aanslaat. De vrijheid om die negen pogingen te ondernemen wil ik houden. En dat is in een van marktlogica doordrenkte samenleving niet altijd evident.
Toch nog even over de dood van je vriendin. Ben je naar Studio Herman Teirlinck gegaan als eerbetoon aan haar?
Neuville: Goh. Ergens heb ik wel het idee dat ik het voor ons allebei gedaan heb, ja. Ik wilde er sowieso heen, net als zij. Haar dood was niet mijn motivatie, maar misschien hielp het wel om door te bijten.
Omdat de toneelschool niet altijd was wat je gehoopt had?
Neuville: Absoluut. Het heeft niet veel gescheeld of ik was ermee gestopt. Kijk, ik ben toneel beginnen te spelen toen ik negen jaar was. Vooral omdat mijn oudere zus dat toen deed en ik alles wilde doen wat mijn zus deed. Mijn moeder droomde er toen nog van dat ik een tweede Candy Dulfer zou worden.
Een meisje met een sax?
Neuville: Ik heb een paar jaar saxofoon gespeeld, maar dat bleef bij het mechanisch reproduceren van noten. Ik deed dat niet met overgave. In de manier waarop we muziek aangeleerd kregen, vond ik mijn vrijheid niet. Die examens, dat melodische dictee waar ik niets van bakte en die lerares die nooit lachte: ik herinner me dat ik op die muziekschool soms pure, diepe angst voelde. Bij theater was dat het radicaal andere uiterste. Spelen, optreden, de nodige aandacht krijgen: wat wil een kind nog meer? In die jaren twijfelde ik er geen seconde aan dat ik absoluut goed was. Ik speelde en ik had er plezier in. Bovendien kreeg ik van alle kanten te horen dat ik talent had en bijzonder was. Op Studio kwam ik terecht tussen anderen die dat ook allemaal gehoord hadden, precies hetzelfde wilden en op sommige vlakken duidelijk beter waren. Mijn ego kreeg een fikse deuk. Er zijn veel tijd, bloed, zweet en tranen over gegaan om het weer uit te deuken. De eerste twee jaar was ik mijn plezier helemaal kwijt. Plots hing er van dat acteren van alles af. Als je iets toonde, was dat voor punten. Altijd die kritiek, altijd die commentaar. Ik werd er behoorlijk ongelukkig van.
En dus dacht je: ‘Genoeg, ik stop ermee.’
Neuville: Dat was op het einde van mijn tweede jaar. Een homeopaat die ik een paar keer had bezocht, heeft me er doorgesleurd. ‘Misschien moet je in je leven eens iets afmaken’, zei hij. Ik ben nog steeds blij dat hij mij toen dat duwtje gegeven heeft. Ik zat klem in een allesoverheersende onzekerheid, waardoor ik het bredere kader uit het oog verloor. ‘Maak het gewoon af.’ Onlangs heb ik het zelf tegen een meisje van achttien gezegd. Ik vind het een van de betere leidraden in het leven. Vooral omdat ik de hardnekkige neiging heb aan iets te beginnen, maar het dan halverwege links te laten liggen omdat er plots iets anders en toffers opduikt. Soms moet je jezelf in penibele situaties brengen. Je komt er enkel sterker uit.
Kun je ondertussen ook beter met kritiek en commentaar om?
Neuville: Het blijft dubbel. Op Studio kon ik er echt niet mee om. Ik was te trots, te koppig en te onzeker om echt naar commentaren te luisteren. De laatste jaren merk ik dat ik soms hunker naar opmerkingen, omdat kritiek essentieel is om jezelf te verbeteren of om jezelf te dwingen het op een andere manier te proberen. Ik heb er nood aan dat een regisseur me als acteur aanspreekt en zegt: ‘Zoek eens wat verder.’ Ik herinner me een scène in De smaak van De Keyser, de enige die ik had met Frank Van Passel als regisseur. ‘Denk aan je boogje’, zei hij net voor de opname. Het was een opmerking van niets, maar hij bracht me wel in de juiste concentratie. Vaak is het snel goed genoeg en nog vaker verwachten ze gewoon dat je opnieuw speelt wat je al eens gespeeld hebt. Daarom hebben ze je gekozen. Niet om in een andere lade van je persoonlijkheid te snuisteren.
Dreigt die stereotypering altijd? Of verdwijnt die als je wat ouder bent?
Neuville: Je moet daar toch heel bewust mee omgaan. Ik heb absoluut het geluk gehad dat ik in De Indringer ben gedebuteerd. Het was geen eenduidige rol: als toeschouwer kreeg je niet meteen vat op mijn personage. Die rollen zijn echter veeleer uitzondering dan regel. Het lot van de meeste jonge actrices is dat ze de jolige, spontane factor in het verhaal moeten zijn. De joy-factor. Echt, ik kan er niet meer tegen dat een regisseur tegen me zegt: ‘Het mag wat spontaner.’ Dan vallen mijn ledematen als een blok naast mijn lichaam. Spontaan is geen gevoel, je kunt dat niet spelen. Hoe je vermijdt dat je in het straatje van de immer vrolijke rollen belandt? Bij ieder voorstel jezelf de vraag stellen: ‘Kan ik hier iets tonen wat ik nog niet getoond heb?’ Variatie is mijn graadmeter. Zolang ik geen gezin heb en dus enkel verantwoordelijk ben voor mezelf, kan ik me de luxe permitteren ‘neen’ te zeggen. Ik heb nog nooit iets enkel voor het geld moeten doen.
Het cliché wil dat je je als actrice meestal in de afwachtende positie bevindt: je moet gekozen of gevraagd worden. Eigen rollen creëren is moeilijk.
Neuville: Je kunt wel proberen om zo duidelijk mogelijke keuzes te maken. In het theater heb je dat meer in de hand omdat je meestal iets in groep maakt. In film en voor televisie ligt dat moeilijker. Het is niet evident om op iemand af te stappen en te zeggen: ‘Wil je met me werken?’ Al geloof ik dat je dat wel moet doen. Ik heb geleerd dat ambities niet vies zijn. Als je iemands werk interessant vindt of als je iemand bewondert, wat houdt je dan tegen om die mens aan te spreken en te zeggen: ‘Mag ik eens met u werken?’ Zelf initiatief nemen verhindert dat je jaloers wordt op de kansen die anderen krijgen.
Oh, het groene monster. Ben je er vatbaar voor?
Neuville: Het gebeurt, ja. Het steekt de kop op als ik mezelf met anderen begin te vergelijken. Dat is dodelijk. Zeker als ik iemand iets zie spelen wat ik zelf had willen doen en waarvan ik vind dat ik het anders, boeiender of beter had gedaan. Maar het omgekeerde is ook waar: als ik iemand van mijn leeftijd in een film of op tv geweldig zie spelen, word ik daar blij van. En het stuwt me om verder te gaan, verder te zoeken en mezelf als acteur in gevaar te brengen. Onlangs heb ik met een aantal acteurs een dansworkshop gedaan bij Les Ballets C de la B. Voor ons was dat onbekend terrein. Ik ben op duizend muren gebotst tijdens die workshop. Ik ben in tranen uitgebarsten omdat het niet ging, niet zo hoog kon springen als die danser en mijn elleboog zo vreselijk veel pijn deed. ‘Doe iets met die beperking’, zei Alain Platel. Dat was weer zo’n gouden tip: soms moet je toegeven dat je iets niet kunt of niet zo goed als je zelf zou willen. Uiteindelijk is kwetsbaarheid veel interessanter om naar te kijken dan perfectie.
Je had het daarnet over zelf initiatief nemen. Is dat de reden waarom je verleden jaar een kortfilm hebt gedraaid?
Neuville: Het idee was er en dan houdt weinig me tegen om het ook uit te voeren. Het lijkt me vermoeiend je ideeën eerst vijf keer om te draaien, ze een paar jaar te laten sudderen om ze dan misschien uit te voeren. Zo werkt het niet bij mij. En ja, je moet een heel klein beetje de arrogantie hebben om te vinden dat wat jij in je hoofd hebt belangrijk genoeg is om te maken. Misschien is het niet eens arrogantie, maar een zekerheid dat het wel goed komt. En dat is dan weer heel basaal het gevolg van een opvoeding waarin ze je zeggen: ‘Het is goed dat je er bent en het is goed wat je doet.’ Dat klinkt misschien melig, maar ik geloof dat er veel voortkomt uit het simpele feit van twee mensen die je als kind het vertrouwen geven dat je het leven aankunt. Het betekent niet dat ik niet twijfel. Als puber heb ik precies dezelfde crisissen doorgemaakt als elk ander meisje . Je wilt niet weten welke diëten ik geprobeerd heb omdat ik mezelf te dik vond. Ook ik heb een tijd de voedingtips van Koen Crucke gevolgd en ook ik at eens even niet om me een paar dagen later vol te proppen – al heeft dat nooit tot extremen geleid. Wat ik eigenlijk wil zeggen is: ik heb twijfels – heel veel – maar ze verlammen me niet, omdat er in die twijfels altijd een kern van zekerheid zit. Met die film is dat ook zo gegaan. Ik weet dat ik fouten heb gemaakt. Met de montage heb ik het de kijker veel te moeilijk gemaakt, zodat er te weinig helderheid is overgebleven. Ik ben nogal fan van films die meer verhullen dan vertellen, zoals die van David Lynch. Maar: zelfs Lynch biedt de kijker kapstokken aan. Ik ben dat in mijn filmpje een beetje vergeten. Volgende keer anders, denk ik dan.
Waaraan ik ineens denk: vier vrouwen in een huis aan zee samen in een film. De fans van mokkels.nl en van nieuwnaaktvanneuville.be kijken er alvast naar uit. Word je wel eens ongemakkelijk van dat geniepige gluren?
Neuville: Ik kan me wel afvragen: ‘Wie zit daar in zijn huiskamer in godsnaam naar te kijken?’ Dieper wil ik daar niet over nadenken. Ik trek het me weinig aan. Als je daarmee begint, blijf je depressief in bed liggen. Uiteindelijk gaat dat over een stel borsten, niet over jou als persoon. Ik vind het vreemder om met een relatief bekende kop door het leven te gaan. Plots blijkt het niet meer mogelijk om je anoniem ergens achter te scharen, maar word je gebombardeerd tot ‘gezicht van’.
Bedoel je ‘Niet in onze naam’? De actie die jij en ook Marijke Pinoy mee opzetten tegen het groeiende nationalistische fundamentalisme.
Neuville: Onder andere. Wat ik daarbij heb ervaren, heeft me de ogen geopend over hoe de media werken – of niet werken. Omdat ik jong en een beetje bekend ben, werd ik er als zogenaamde woordvoerder uitgepikt. Voor mij was dat een puur en zuiver engagement. Het was de uiting van mijn bezorgdheid over een tweevoudig fundamentalisme: dat van de Vlaamse identiteit en dat van de markteconomie. Als artiesten zijn we oprecht bang dat de kunstensector er uiteindelijk het slachtoffer van wordt: dat we onze vrijheid van werken en spreken kwijtraken. Kijk maar naar de bezuinigingen die in Nederland aan de gang zijn. Daar draait het enkel nog om zekerheid en opbrengst. Triest. Wij wilden een alarmknop indrukken, maar het was niet mogelijk om dat op genuanceerde wijze uit te leggen. Neen, ineens moest ik mij verdedigen. Ineens moest ik op iedere vraag een pasklaar antwoord hebben, terwijl wij net vragen wilden stellen. Ineens werd ik tegenover een Jan Verheyen gezet en moest ik in één-twee-drie mijn punt maken. Voor radio en tv moet het kort en duidelijk zijn. Sorry, maar de werkelijkheid is niet kort en duidelijk. Tenzij je hem vervormt.
Hoe diep zit dat maatschappelijke engagement?
Neuville: Ik denk dat het een beetje samengaat met ouder worden. Als kind liep ik op de tippen van mijn tenen door het gras uit vrees een mier dood te trappen. Het eindigde ermee dat ik ontroostbaar zat te wenen omdat ik besefte dat een mens niet kan leven zonder dieren te doden. Dus ja, ik zal altijd wel gevoelig geweest zijn voor het leed om me heen. Ik vind het belangrijk om over de wereld na te denken. Op mijn reis verleden jaar is me dat nog maar eens duidelijk geworden. Ik ben onder andere via Iran naar Nepal gereisd. Ik heb er mensen zien worstelen met de dagelijkse realiteit van een onrechtvaardig regime. De meesten hadden een vlammende ontsnappingsdrang in hun ogen. De vrouw bij wie we sliepen, was een van de weinigen die dat niet hadden. Ook zij was opgepakt na de betogingen tegen de herverkiezing van president Ahmadinejad, ook zij was gefolterd. In haar schoonheidssalon probeerde ze er echter het beste van te maken. Ik werd ondergedompeld in een bad van emoties, die me ook veel leerden over mijn leven, mijn ambities en over hoe onbelangrijk die eigenlijk zijn. Zoals ik al zei: het tegenstrijdige is dat precies het besef dat wat ik wil onbeduidend is, me de kracht geeft om er honderd procent voor te gaan.
Dat klinkt als de raad van een yogagoeroe.
Neuville: Oh, maar ik vind yogagoeroes prima raadgevers. In India heb ik tien dagen in een centrum voor vipassanameditatie verbleven. Tien dagen van mediteren en niet spreken, waarbij je je de eerste drie dagen op het stukje lichaam tussen je lippen en je neusvleugels concentreert.
Waarna je gillend wegrent?
Neuville: Niet echt. Ik zoek dat op. Ik ben zeer benieuwd naar manieren om je bewustzijn te vergroten, zonder drugs te gebruiken. Spelen is zo’n manier. Kuno Bakker, een Nederlandse acteur en theatermaker, heeft me ooit gezegd: ‘Spelen is bewust je onderbewustzijn openstellen.’ Ik ben een absolute controlefreak. Spelen, maar ook mediteren helpt me om me aan het onbekende over te geven. Mediteren is niet zweven. Het is precies het tegenovergestelde. Het zorgt ervoor dat je rust vindt in de chaos van je eigen omgeving.
Door het raam vang ik een blik op van die omgeving. De kanaalzone in Molenbeek. Het is een buurt onder vuur, waar mensen liever wegtrekken dan komen wonen en waar je maar beter met bedekte benen op straat loopt. ‘Tja’, zegt Neuville terwijl ze door haar venster op de grootstad staart. ‘Het is niet dat er niets aan de hand is. Zelf heb ik nog niets ernstigs meegemaakt. In mijn vorige huis hebben ze wel eens geprobeerd in te breken en ja, je wordt aangestaard op straat. Ik ben ook wat meer op mijn hoede als ik naar huis wandel of fiets. Ik kijk nog zelden iemand in de ogen. Laf vind ik dat van mezelf. Want ik zie ook veel goeds. Er zijn veel pogingen om nationaliteiten te mengen en samen te brengen. Het is de reden waarom ik vanuit de monocultuur van Antwerpen naar hier verhuisd ben. Ik hoor steeds vaker twintigers die bang zijn voor Brussel. Waarom? Kom toch ten minste eens kijken. Onderzoek de stad. Het is een schitterend laboratorium.’
VOLGENDE WEEK THOMAS BLONDEAU
DOOR TINE HENS / FOTO’S JURGEN ROGIERS
‘Soms moet je toegeven dat je iets niet kunt. Kwetsbaarheid is veel interessanter dan perfectie.’
‘Over het feit dat mensen naar mijn borsten gluren denk ik niet echt na. Ik vind het vreemder om met een bekende kop door het leven te gaan.’
‘Het besef dat wat ik wil onbeduidend is, geeft me net de kracht om ervoor te gaan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier