Als de dijken breken

dinsdag 29/11, één **

Wordt het een één-in-de-tienduizend-jaar-storm? Dat is de vraag waar de Nederlandse crisisraad zich over buigt. Terwijl de ingenieur van de dijken uitlegt waar de zwakke punten in de zeewering zitten, verklaart de ‘specialist uitzonderlijk weer’ hoe ongewoon de situatie is. Het is aan minister-president Hans Kreuger om te beslissen of hij doet wat zijn Belgische collega al deed: evacueren. Terwijl in België enkel het Oostendse ommeland wordt bedreigd, spreekt men in Nederland over de ordelijke verplaatsing van 3,5 miljoen mensen. ‘Wegwezen’, bromt het buikgevoel van Kreuger, maar de informatiekanalen die hem omringen sussen hem tot schijnbaar rationeel gedrag. Als de nood echt hoog wordt, zo beslist men blijmoedig, zal men de mensen aanraden om ‘de hoogte in te gaan’.

Ondertussen vechten andere personages zich een weg door de gietende regen, de gierende wind en hun hobbelige leven. Sonja en haar kinderen nemen de trein heen en terug van Oostende naar Rotterdam om er haar man en hun vader in de gevangenis te bezoeken; Marion komt thuis in haar villa nadat ze aan zee een kitesurfer tegen een appartementsgebouw zag te pletter vliegen; de man van Marion zoent op de werkplek zijn medewerkster meer dan vriendschappelijk op de mond; een moeder zet haar dochter af aan de schoolpoort en een bejaarde muzikant krijgt een lintje opgespeld maar zijn blik is droef.

Het goede (nu, ja) nieuws is: Als de dijken breken laat weinig aan de verbeelding over. Het is heel duidelijk wat de scenaristen ons met alle mogelijke middelen diets proberen te maken: net als het orkest dat bleef doorspelen op de Titanic verliezen mensen zich in trivialiteiten terwijl de dood hen in de nek hijgt. Als mens zijn we het zo gewend geraakt in de controlekamer van de aarde te zitten dat we het ons niet kunnen voorstellen dat we er op een dag worden uit geschopt. ‘Hoe zeker bent u van uw voorspellingen?’ vraagt de medewerker van de minister-president aan de specialist uitzonderlijk weer. ‘Niet’, antwoordt hij. ‘Dit is de natuur.’

Tot zover het goede nieuws. Want ondanks alle fijne, oprechte bedoelingen rammelt het scenario van Als de dijken breken even hard als een luifel in een stevige noordwesterstorm. Ten eerste is er de – welja – zondvloed aan verhaallijnen. Om het overzicht te behouden, ondernam een vriendelijke Wikipediaman een poging om die hele eerste aflevering enigszins overzichtelijk na te vertellen. Het bleek een onmogelijke opgave.

Maar erger zijn de vervelende slordigheden en koelkastachtige personages. ‘Scheveningen, 3,5 meter boven de zeespiegel’, meldt het openingsbeeld. De zee wiegt vredig heen en weer, op de achtergrond het hypnotiserende stemgeluid van een vrouw die het heeft over geluk en hoe het te vinden. Uit de wagen waarin de cd met deze geluksboodschap speelt, stapt de hierboven vermelde Marion. Ze leunt over de balustrade, tuurt naar de zee en ziet hoe de wind een kitesurfer optilt en tegen het appartementsgebouw op de dijk smakt. Eén dode in Oostende, krijgt de minister-president te horen. Niet alleen is die Marion in staat om op twee plaatsen tegelijk te zijn, ze kan ook perfect het drama dat ze heeft zien gebeuren zomaar vergeten. Niet één keer zegt ze er daarna nog iets over. Alsof ze niet in Oostende was. Wat alleen kan omdat ze volgens het scenario eigenlijk in Scheveningen was. Om maar te zeggen: het scenario van Als de dijken breken draait behoorlijk in de soep. En toen moesten de dijken nog breken.

door Tine Hens

Ondanks alle oprechte bedoelingen rammelt het scenario van Als de dijken breken even hard als een luifel in een stevige noordwesterstorm.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content