Het Filmfestival van Marrakech fêteert het eeuwfeest van de Hindicinema. Maar terwijl de Indiase film zijn honderdste verjaardag viert, is de kans groot dat u nooit verder bent geraakt dan Slumdog Millionaire – of een blik op de tv in de lokale nachtwinkel. Een introductie tot Bollywood, Hindicinema’s meest tot de verbeeldingsprekende exponent.

Slumdog Millionaire – of een blik op de tv in de lokale nachtwinkel. Een introductie tot Bollywood, Hindicinema’s meest tot de verbeelding sprekende exponent.

Zijn er überhaupt Bollywoodfilms zónder zang en dans?

Man is verliefd op vrouw. Vrouw wordt verboden man te zien. Man en vrouw spreken stiekem af op een uitgestrekte weide. Man en vrouw vallen in elkaars armen. Hun lippen naderen, tot plots: een dansfestijn breekt uit in de striemende regen met vijftig figuranten, luchtblazers liften de coiffure van de held omhoog en de heldin doorstaat een kostuumwissel of vijf. Elke Bollywoodfilm heeft wel zijn ‘euhm, wat is er net gebeurd?’-moment.

Ja, er zijn Bollywoodfilms zonder zang en dans, maar ze zijn een haast verwaarloosbare minderheid. Hoe dat komt, is een moeilijkere vraag. Er zijn wel parallellen te trekken tussen de grote doorbraak van de Bollywoodfilm in de jaren dertig en de gelijktijdige dansfilmhausse in Hollywood. Maar de voornaamste verklaring voor de dans en zang is de eeuwenoude culturele traditie van India. De cinema ligt in het verlengde van de kathakali, een soort danstheater, en dat is in honderd jaar gebleven.

Het is ook niet zomaar wat dansen: de bewegingen zijn ingebed in een traditie van de bharata natyam, de kathak en volksdansen als de bhangra, waarbij de handen een heuse symbolentaal vormen. De dansscènes vertellen een deel van het verhaal – hoofdzakelijk de gevoelswereld van de personages. Vergelijk het met een droomscène – regisseurs worden in Bollywood niet toevallig ‘handelaars van dromen’ genoemd. Waarom ‘ik hou van jou’ zeggen, als je het ook in een tien minuten durende dans kan steken?

Waarom lijken Bollywoodfilms vijf uur te duren?

Oké, musicals lijken gevoelsmatig 33 procent langer te duren dan de daadwerkelijke running time. Maar ook in realiteit zijn het niet bepaald kortfilms die ze in Bollywood maken. De langste film in hun honderdjarige bestaan is Mera Naam Joker (1970) van de legendarische Raj Kapoor, oorspronkelijk goed voor de volle vijf uur van uw leven, maar uiteindelijk gereduceerd tot een nog altijd behoorlijke 4 uur en 15 minuten. De overgrote meerderheid duurt 2,5 tot 3 uur – met 2,5 als ondergrens. De dansscènes – vier tot zes per film – zitten daar voor veel tussen, maar opnieuw speelt ook hier cultuur: cricketmatchen kunnen dagen duren; huwelijken worden niet op één avond afgerond. Maak een film onder de tweeënhalf uur, en het publiek voelt zich bekocht.

Ook niet onbelangrijk: het concept ‘masala’, een culinaire term die oorspronkelijk gereserveerd was voor een kruidenmengeling, maar ook in de film betekenis heeft. Bollywood houdt niet van één genre: dans, drama, comedy en actiefilm worden in één film gecombineerd. Voor elk wat wils: zeker in een cultuur waar mensen in familieverband naar de cinema gaan, speelt het een grote rol – krek het tegenovergestelde van de nichemarketing waar Hollywood zich de laatste jaren in heeft gespecialiseerd.

Ligt het aan mij of lijken de helden op autoverkopers van middelbare leeftijd met sportschoenen en een snor?

In dat geval hebt u wellicht een zuiderse Bollywoodfilm gezien. Niet dat wij willen veralgemenen, maar de mannelijke hoofdacteurs uit het zuiden van India hebben vaak een eigen visuele esthetiek, om het voorzichtig uit te drukken. Snorren en nektapijten zijn er nu eenmaal net iets trager démodé geworden. Maar dat is maar een deel van de verklaring. Ouder worden is minder problematisch in Bollywood, waar het publiek zeker de mannelijke acteurs als halfgoden ziet. Nergens dicteert het publiek zo sterk wat er gemaakt wordt. Eenmaal ze de status van topacteur bereikt hebben, zullen sterren niet meer naar beneden donderen – een gezapig buikje verandert daar weinig aan. Het gebrek aan realiteitszin – later meer daarover – maakt ook dat een veertigjarige acteur makkelijk een twintigjarig jonkie kan spelen.

Bovendien: nepotisme tiert weelderig in Bollywood, waar familiebanden een belangrijke stap voorwaarts zijn in je carrière. Filmmaatschappijen zijn familiebedrijven over de hele lijn. Grote clans als de Kapoors en de Bachchans leveren al decennia lang sterren, regisseurs en distributeurs af. Om een idee te geven: de Kapoors, met onder meer legendarisch filmer Raj Kapoor, zijn vader, zijn zoon en zijn kleinzoon, hebben sinds 1926 26 familieleden in de industrie binnengeloodst. Looks – en acteertalent – zijn niet de enige manier om het in Bollywood te maken.

Bestaan de wetten van de zwaartekracht niet in Bollywood?

Dishoom! Wie ooit een actiefilm van de megaster Rajinikanth heeft gezien – technisch gesproken Tamilcinema, en dus Kollywood, maar dit terzijde – weet dat fysica niet altijd een plek heeft in de Hindicinema. Kogels kunnen twee vijanden tegelijk raken, een high kick resulteert in een metershoge lancering van het slachtoffer en als even vliegen de actieheld goed uitkomt, gebeurt dat ook gewoon. Google Endhiran (2010) en u weet waarover we het hebben.

Nu is Tamilactiecinema daar behoorlijk extreem in, maar het zegt wel iets over het karakter van de Bollywoodcinema. Realisme is simpelweg geen punt. Films moeten in de eerste plaats escapistisch zijn. Dat blijkt historisch zo gegroeid: de begindagen van de geluidscinema speelden zich af tegen de achtergrond van de Grote Depressie, Wereldoorlog II en de onafhankelijkheidsbeweging. En de achtergrond is er nooit minder complex op geworden. Met de woorden van Amitabh Bachchan, zeg maar de Robert De Niro van Bollywood: ‘Grote aantallen Indiërs leven onder de armoedegrens; grote aantallen Indiërs hebben een schamel bestaan. Zij willen – al is het maar eventjes – ontsnappen aan de hardheid van het leven en een kleurrijk, opwindend en muzikaal stuk film zien. Indiase cinema geeft hen dat.’ Enkel in Bengalen bestaat er ook zoiets als arthouse voor cinefielen, in de rest van India primeert entertainment.

Waarom kussen die twee niet gewoon?

Een heikel punt in de Indiase cinema, waar nog altijd censuur heerst. Een natte sari moet nog kunnen, maar seksuele intimiteit – zelfs een zedige smak op de mond – is een no go. Als nét voor de lippen van de held en de heldin elkander zullen aanraken een dansscène wordt ingezet, is dat dan ook omdat het gewoonweg niet toegestaan is. Zo weet u meteen wat die tien minuten durende dansscène in het veld moet suggereren. Er zijn nauwelijks filmmakers die toch kusscènes durven te gebruiken: een KNT-rating is commerciële zelfmoord in een land waar filmbezoek overwegend in familieverband gebeurt.

Het geinige is wel dat de censuur een cultuur van knullige metaforen heeft voortgebracht – vergelijk het met Hollywood onder de censuur van de Motion Picture Production Code, toen er al eens een trein een smalle tunnel in reed om coïtus te suggereren. Een regenbui in een Bollywoodfilm? Seks. Een waterval aan een grot? Seks. Een waterstraal uit het plafond? Jup, seks – merk op dat Bollywood iets met water heeft. Elke kijker weet het ook – YouTube staat vol ‘hot rain scenes’ en ‘sexy waterfall scenes’. Whatever floats your boat, maar soms levert het wel hilarische excessen op. Voor het draaien van de Shah Rukh Khan-film De Dana Dan (2009) – héél geil filmpje, vermoeden we – werd er 8.400.000 liter water gebruikt; in de superhit Dabangg (2010) werd er naar verluidt 180.000 liter gebruikt om actrice Sonakshi Sinha één scene lang nat te houden. Ter vergelijking: James Cameron had voor Titanic maar 450.000 liter nodig.

Zijn er ook Bollywoodfilms die drie uur van mijn leven waard zijn?

Met een productie van 600 films per dag – elke Indiase straathoek heeft wel een bioscoop en er worden 3,6 miljard tickets per jaar verkocht – is het bijzonder moeilijk het overzicht te bewaren. Het grote aantal van het Westen gekopieerde films is verwaarloosbaar slecht. Zelfs Bruce Almighty – we herhalen: zélfs – is er schaamteloos geplagieerd als God Tussi Great Ho (2008). De actiefilms van Kollywood zijn dan weer vooral goed voor B-vertier – en enkel daarvoor, tenzij u op zoek bent naar slechte Miami Vice.

Maar er bestaat wel degelijk zoiets als prima Bollywood. Namen? Met de klassieke films van Raj Kapoor, Gouden Palmwinnaar Awaara (1951) in het bijzonder, kunt u weinig verkeerd doen. Cultliefhebbers vinden hun gading bij Sholay (1975), zeg maar The Godfather van Bollywood, voor een goed beeld van de actiefilm in de seventies. Voor recenter werk onthoudt u de naam Farah Khan – haar Om Shanti Om (2007), een metafilm over Bollywood, maakt duidelijk dat ze ginds ook musicals kunnen maken zonder knulligheid. En Aamir Khan, momenteel hét fenomeen in India, is een prima voorbeeld van de huidige vernieuwing, waar sociaal engagement weer zijn plaats vindt – zijn Lagaan was in 2002 nog genomineerd voor de Oscar voor beste buitenlandse film. De zang en dans moet u er wel bij nemen.

DOOR DAVE MESTDACH EN GEERT ZAGERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content