Ride The High Country (1962) ***
Met Joel McCrea, Randolph Scott, Ronald Starr
Een stel oude gunslingers wordt na twintig jaar herenigd om een goudtransport te escorteren. Voor de ene is de klus een manier om zijn zelfrespect terug te winnen; voor de andere de snelste manier om zijn schaapjes op het droge te hebben: hij is van plan het goud te stelen. Helaas loopt niets zoals voorzien. Het duo krijgt onverwacht het gezelschap van een mishandeld meisje dat aan haar brutale verloofde wil ontsnappen, wat hun plannen danig in de war stuurt en hen dwingt hun waarden en principes te herzien. Peckinpahs eerste meesterlijke western, een puntige (amper 93 minuten) en complexe vertelling over oude meesters in nieuwe tijden, met aan de horizon een superieur geregisseerde shoot-out.
The Wild Bunch (1969) ****
Met William Holden, Ernest Borgnine, Robert Ryan
‘De Laatste Grote Western en een van de allergrootste Amerikaanse films tout court’, schreef onze baas al, en wij spreken hem nooit tegen. Dit hondsbrutale geweldepos begint met beelden van vechtende schorpioenen die door rode mieren worden opgepeuzeld, toont vervolgens het wedervaren van een stel roekeloze revolverhelden op een (zelf)destructieve rooftocht door Texas en Mexico en eindigt met een bloedstollende buskruitorgie. Baanbrekend waren de magistrale actiescènes in slowmotion: niet zomaar een trucje om de gruwelfactor op te trekken, wel een virtuoze verstrengeling van diverse ritmes en sublimerende shots waarmee Peckinpah zijn versplinterde visie op heldendom en filmgenres uitdrukt en waarvoor het woord ‘bloedballet’ welhaast lijkt uitgevonden.
The Ballad of Cable Hogue (1970) ***
Met Jason Robards, Stella Stevens, David Warner
De openingssequens waarin een hagedis nader tot God wordt geknald en het titelpersonage in de kurkdroge woestijn wordt achtergelaten, doet aanvankelijk een gewelddadige western vermoeden, maar algauw toont Peckinpah zich in een zeldzaam humane bui. In zijn meest tedere, vaak onverholen komische film schetst Peckinpah het relaas van een simpele goudzoeker die een waterbron vindt in de woestijn, er een rustplaats voor reizigers van maakt en verliefd wordt op het ambitieuze dorpshoertje. Geen opengereten karkassen deze keer, maar volgroeide emoties, ludieke terzijdes en de meest onheroïsche dood die een westernpersonage zich kan toewensen: overreden worden door een tuffende automobiel.
Pat Garrett & Billy the Kid (1973)
***
Met Kris Kristofferson, James Coburn, Bob Dylan
In zijn versie van het vaak verfilmde conflict tussen sheriff Pat Garrett en outlaw Billy the Kid geeft Peckinpah een meer genuanceerde invulling aan het klassieke verhaal. De wetsdienaar doodt zijn voormalige roversbuddy niet ten faveure van een geweldloze samenleving maar gewoon omdat hij een rustig pensioentje ambieert, terwijl de strijd tussen de twee vooral wordt uitgelokt door machtsgeile politici en hebzuchtige veeboeren. Hoe de film er volgens de maestro had moeten uitzien, valt door het knipwerk van de studio nog moeilijk te achterhalen, al is Peckinpahs hymne aan het uitstervende wilde Westen nog altijd stukken beter dan de critici destijds beweerden. Mét mooie soundtrack van Bob Dylan, die tevens een klein rolletje vertolkt. (D.M.)
Door Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier