Vrijdag 15/8, 20.00 – Op 12

En weer een weide: Na Rock Werchter brengt Ilse Liebens op Op12 nu verslag uit van Pukkelpop, voor de derde keer op rij alweer.

Je wordt stilaan de vaste festivalmadame bij de VRT. Tevreden?

ILSE LIEBENS: Oh ja, ik voel mij hier wel op mijn gemak. Deze uitzending valt onder de All Areas-vlag van Studio Brussel. Het is een manier van werken die ik nog ken van bij de radio. De bedoeling is om zo veel mogelijk radioluisteraars op tv hetzelfde gevoel te geven: dat ze een stukje sfeer van de backstage meekrijgen, maar evengoed dat ze het festival kunnen zien zoals ze dat willen zien.

Jullie zijn vast nog volop afspraken aan het maken, maar zit je al met een verlanglijstje in het achterhoofd?

LIEBENS: Absoluut. Dat lijstje is zoals steeds heel uitgebreid. Wat er uiteindelijk van lukt, is een afgeslankte versie. (lacht) Met Robyn en Royksopp zou ik zeker een babbeltje willen slaan, omdat dat mij in de loop der jaren om de een of andere reden nooit eerder is gelukt. Robyn heb ik weleens geïnterviewd voor JIM, maar dat was voor ze populair werd. En verder: Cashmere Cat, FKA twigs… Ik kies liever namen uit met wie ik nooit eerder gesproken heb. Dat maakt het net ietsje spannender. The National speelt ook, hé. Heel sympathieke gasten, die mogen ook altijd langskomen.

Raak je nog geïntimideerd in een interview?

LIEBENS: Niet vaak, maar het gebeurt wel. Eigenlijk niet zozeer geïntimideerd raken, als wel bloednerveus zijn op voorhand. Op Werchter had ik dat dit jaar met de Pixies. Supertof om te doen, maar toch vooraf een klein beetje doodgaan en denken: ‘Fuck, als dit maar goed loopt.’ Maar goed, als die mannen uiteindelijk voor je zitten, valt dat allemaal reuzegoed mee.

Toch niet altijd? Ooit onaangename interviews gehad?

LIEBENS: Ik herinner me nog een interview met Jamiroquai, laveloos dronken. Rammstein is me ook een keer niet goed bevallen. Lang geleden. Dat was een groepsinterview via een Duitse tolk, wat op zich al vervelend is. Bovendien probeerden ze zo stoer en zo nors mogelijk tegen elkaar te doen. Ik heb zitten trekken en sleuren om er uiteindelijk bitter weinig uit te krijgen. Maar vorige zomer op Werchter heb ik hun gitarist mogen spreken: een crème van een vent, supertof gesprek, erg openhartig. Zo zie je maar: die mannen hebben ook hun goede en slechte dagen. Het ene moment hebben ze er zin in, het andere niet. Het zal er ook van afhangen welke vragen ze voorgeschoteld krijgen.

Welke mooie herinneringen roept Pukkelpop bij jou op?

LIEBENS: Dan denk ik vooral aan de eerste jaren dat ik ernaartoe ging. Er is een jaar geweest dat Portishead, PJ Harvey en de Afghan Whigs vlak na elkaar op de Main Stage speelden. Al mijn helden samen, in drie uur tijd, op één podium! In mijn herinnering heb ik zes uur op dezelfde plek gestaan, met een lauwe cola in de hand en vrienden erbij. De perfecte combinatie! (lacht) En verder herinner ik mij vooral veel gedans op Pukkelpop – totdat je voeten ervan pijn deden en je gewoonweg niet meer kón.

Zijn er festivaltrends waar je je soms aan ergert?

LIEBENS: Soms zie ik wel mensen knock-out tegen de vlakte liggen. Maar dat is nooit anders geweest. Toen ik mijn eerste festivals deed en er als laatste afdroop, moest ik soms over mensen heen lopen die ofwel in slaap waren gesukkeld, ofwel zodanig veel gezopen hadden dat ze niet meer recht raakten. Maar dat zijn uitzonderingen. Ik heb nu op een volledige Werchter-editie één kerel gezien bij wie ik dacht: ‘Oeioei, als dat maar goed komt. Heeft die vrienden bij? Kan iemand tegen hem duwen?’ Ik stoor mij er niet aan, maar ik word dan wel een beetje ongerust. Ik voel mij soms de mama op de wei. (lacht)

Is je beeld van festivals veranderd doorheen de jaren?

LIEBENS: De glans is er soms een beetje af. Ik wil niet verwend klinken, maar een festival is een machine die elk jaar opnieuw in gang moet worden getrapt. In de artiestenloges gaat het er meestal ook helemaal niet zo rock-‘n-roll toe als mensen denken. Dat is misschien het enige minpunt. Maar als ik een fantastisch concert kan meepikken, voel ik me nog altijd even gelukkig als toen ik zestien was en daar voor de eerste keer stond.

ANDREAS ILEGEMS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content