TUSSEN DROOM EN NACHTMERRIE. ADMIRAL FREEBEE LAAT ZICH NIET VERBLINDEN DOOR DE CALIFORNISCHE ZON.
SONGS
UNIVERSAL
Admiral Freebee ****
‘Shit, ik heb per vergissing een oude Peppers-plaat opgezet’, flitst je door het hoofd wanneer in de eerste seconden van Songs een overstuurde bas opdoemt. Maar dan begint een zware bluesgitaar te brullen en scheurt The Worst Is Yet To Come er met een rotvaart vandoor. Met zijn debuut mag Admiral Freebee dan wel bewezen hebben dat hij platen kan verkopen, dít lijkt commerciële zelfmoord. Tot je beseft dat Tom Van Laere er een demonisch genoegen in schepte om deze song tot opener te bombarderen. Voor fans van Rags ‘N’ Run is er geen reden tot paniek: er volgt nog genoeg catchy stuff.
Zie The Worst Is Yet To Come als een statement: Van Laere heeft zich in Los Angeles niét in slaap laten wiegen door muzikanten met een ambtenarenmentaliteit of een producer die zich blindstaarde op de geformatteerde Amerikaanse radiostations. Songs loopt over van de spirit en de drive. Vergeet niet dat ook Morrissey’s heropstanding You Are The Quarry in deze stad is opgenomen, overigens met dezelfde muzikanten. Wél typisch Californisch zijn de prachtige achtergrondkoren die de sterke songs van Van Laere een extraatje geven. Zo wordt Sad Rebel tot een pareltje geslepen door de stemmetjes en de vakkundig op elkaar gestapelde piano- en gitaarpartijen.
Het spectrum is heel breed. Tegenover de feedback van Lucky One en Murder Of The Sun – nog zo’n met riffs doorspekte helleveeg van een song die de Mauro Pawlowski in Admiral Freebee naar boven doet komen- staat de wondermooie popsong Waiting For Nothing. En na het duistere en tegelijk euforische Oh Darkness hoor je het uit de losse pols geschetste Hope Alone, dat even de ernst doorbreekt en dus dezelfde rol vervult als Einstein Brain op de eerste plaat. Met een dronkemanskoor en een barpiano lijkt het Monty Python op een boogietrip.
Van Laere toont zich even bedreven in wilde gitaaruithalen als in het gevoelige fingerpicken, getuige het valse hoop verspreidende Carry On, het sinistere Recipe For Disaster, het ontroerende Boy You Never Found en Framing The Agony, een akoestisch miniatuurtje dat op Neil Youngs After The Goldrush had kunnen staan. Hét troostlied is evenwel Afterglow: Keith Richards meets gospel. Het dromerige, Waitsiaans pianonummer Baby’s Chest zet een punt achter een gitaarplaat die je bij momenten duchtig door elkaar schudt. Wat begint als een nachtmerrie eindigt met een zoet slaapliedje. Peter Van Dyck
Peter Van Dyck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier