Sunset Blvd. , Double Indemnity of Some Like It Hot: Billy Wilder had meer onverwoestbare klassiekers op zijn naam staan dan goed is voor een mens. Van emigrant tot éminence grise: tien jaar na de dood van deze sterregisseur blikken wij terug op de zeven personages die de film van zijn leven uitmaken.

DE EMIGRANT

Billy Wilder werd geboren op 22 juni 1906 in Sucha, een dorp in wat dan nog Oostenrijk-Hongarije heet. Officieel heet hij Samuel, maar zijn moeder, een grote Amerikafan, noemt hem Billy. Naar Buffalo Bill, die met zijn Wild West-show door Europa toert. Rechtenstudies houdt Billy geen drie maanden vol, liever cultiveert hij zijn talent om de dingen pittig te verwoorden als journalist voor een populaire krant. Wenen ruilt hij na nog geen twee jaar voor Berlijn, waar hij in het bruisende filmmilieu belandt.

Na het succes van de lowbudgetfilm Menschen am Sonntag (1930) mag hij meewerken aan de scenario’s van bijna twintig vroege geluidsfilms. Hoewel de meeste Duitsers het dan nog ‘een slechte grap’ vinden dat Hitler aan de macht is gekomen, verkoopt hij in 1933 zijn nieuwe Amerikaanse auto en Bauhausmeubelen en vlucht hij naar Parijs. Terecht, zo blijkt later: zijn moeder en grootmoeder overleven Auschwitz niet.

Amper zes maanden blijft hij in Parijs, net genoeg tijd om samen met Alexander Esway de bitterzoete komedie Mauvaise Graine in te blikken. Daarna trekt hij richting Hollywood. Evident is dat niet: Wilder spreekt geen woord Engels, maar verplicht zichzelf ertoe elke dag twintig nieuwe woorden te leren. Het voelt niet als emigreren, maar wel als thuiskomen.

DÉ SCENARIST

Wie doet beter dan Billy de regisseur? Billy de scenarist. Ten bewijze: Wilder wordt maar liefst twaalf keer genomineerd voor de Oscar voor beste scenarist en ‘slechts’ acht keer voor die voor beste regisseur. ‘ I’m a writer. But then nobody’s perfect’, staat op zijn grafzerk in L.A. Deze genadeloze observator van de Amerikaanse zeden bezit een van de scherpste pennen van zijn tijd – met verbaal vuurwerk als resultaat. Naar eigen zeggen is hij enkel beginnen te regisseren omdat er zoveel scenario’s verknoeid werden.

Tussen 1936 en ’48 vormt hij een bedrijvig duo met de conservatieve Charles Brackett. Hun wapenfeiten? Ze helpen Ernst Lubitsch aan het suggestieve materiaal voor Ninotchka (1939), de komedie waarin Greta Garbo eindelijk lacht. En Howard

Hawks krijgt Ball of Fire (1941) in de schoot geworpen, een komedie vol geestige dialogen waarin Gary Cooper voor Barbara Stanwyck valt. Nadien wordt I.A.L. Diamond zijn vaste schrijfkompaan.

Van improvisaties wil Wilder tijdens de regie trouwens niet weten. Elk woord heeft belang, en opnames worden overgedaan tot de dialoog en het ritme perfect zitten. Ongetwijfeld soms tot ergernis van zijn acteurs: Marilyn Monroe mag op de set van Some Like It Hot (1959) het zinnetje ‘Where’s that bourbon?’ zowaar tachtig keer herhalen.

DE NOIR DE NOIR-GOEROE

De term film noir is nog niet eens bedacht wanneer Wilder in 1944 Double Indemnity uitbrengt, zijn adaptatie van James M. Cains gelijknamige roman. Met de hulp van hardboiled expert Raymond Chandler neemt hij gewaagde beslissingen, waarbij hij sfeer en stijl minstens zo belangrijk acht als suspense en plot. De film over blinde hebzucht en fatale vrouwen in een gedoemde wereld verraadt zijn gitzwarte kijk op de mens, maar vestigt ook definitief zijn naam als regisseur.

Gelukkig weet Wilder zijn onthullingen over ’s mens slechte kantjes te verpakken in flitsende dialogen, schitterend cynisme en veel zwarte humor, met populair topentertainment als resultaat. Nog enkele voorbeelden? Voor The Lost Weekend (1945), over het gevecht van een alcoholist tegen zijn verslaving, krijgt Wilder niet alleen de Oscar voor beste film, regie en scenario, maar ook de allereerste Gouden Palm. En Sunset Blvd. (1950) biedt een schitterende paradox: de meest venijnige afrekening met Hollywood is tegelijk een van de beste films daar gemaakt. Weinig acteurs hebben de uitgerangeerde diva Norma Desmond nog níét geparodieerd – ‘I’m ready for my close-up, Mr DeMille.’

DE SATIRESATER

‘Hier een komedie, daar een tragedie. Zo is het leven. Ik heb dat willen eerbiedigen.’ De noirgoeroe heeft een handvol bedrieglijk lichtvoetige, romantische en vlijmscherpe komedies nagelaten. The Seven Year Itch (1955) bijvoorbeeld bezorgt Marilyn Monroe in haar opwaaiende witte jurk eeuwige roem. En in de wat weemoedige romantische blijspelen Sabrina (1954) en Love in the Afternoon (1957) betovert Audrey Hepburn achtereenvolgens Humphrey Bogart en Gary Cooper.

Some Like It Hot heet de beste komedie aller tijden te zijn – met dank aan het komische duo Jack Lemmon en Tony Curtis in vrouwenkleren. Maskerades zijn trouwens vaste prik bij Wilder, net zoals taboes en seksueel geladen thema’s. Door veel meesterlijk te suggereren en amper iets te expliciteren slaagt hij erin de censors te misleiden. Ook de kijker neemt hij genadeloos beet, denk maar aan het briljante The Apartment (1960). De film kijkt dan wel weg als een sprookje over het koppel Shirley MacLaine en Jack Lemmon, achter het spervuur aan dialogen schuilt een sombere blik op de Amerikaanse bedrijfscultuur die individueel geluk haast onmogelijk maakt. Thank God voor zijn sardonische grijns.

DE STERRENSTEMMER

Billy Wilder werkt met álle groten. Even ademhalen: Jack Lemmon (‘Geluk is met Jack Lemmon werken’), Shirley MacLaine, Gary Cooper, Marlene Dietrich (‘Moeder Teresa met mooiere benen’), Charles Laughton, Humphrey Bogart (‘Gedroeg zich als een hufter omdat hij wist dat ik eigenlijk Cary Grant wilde’), Audrey Hepburn (‘Verwacht van geen enkele actrice dat ze een tweede Audrey Hepburn wordt. Die jurk van Givenchy past alleen haar’), Gloria Swanson, William Holden, Barbara Stanwyck, Marilyn Monroe (‘Borsten van graniet, een brein van gatenkaas’).

Hoewel hij geen sterrenmaker is, weet hij het beste uit zijn leading men en ladies te halen. Maar liefst veertien keer wordt een van zijn acteurs door de Academy genomineerd. Enkele voorbeelden: William Holden wil de sergeant in Stalag 17 (1953) zachter maken, Wilder weigert, Holden wint een Oscar. Harde jongen Bogart is een en al warmte in Sabrina, terwijl nice guy Fred MacMurray in Double Indemnity de underacting die een film noir nodig heeft, onder zijn leiding zo goed als ter plekke uitvindt. En met Gloria Swanson en Erich von Stroheim slaagt hij er zelfs in twee legendes uit het stille tijdperk uit de vergetelheid te halen.

DE OPPORTUNIST

Wilder toont voortdurend carrièristen, zwendelaars en zwakkelingen die – al dan niet letterlijk – over lijken gaan. De mens die zichzelf verlaagt om vooruit te geraken, keert in verschillende gedaanten terug. Zelf blijkt hij ook niet vies van enig opportunisme. In zijn eerste maanden in Berlijn laat hij zich betalen om met rijke dames te gaan dansen. Bovendien zijn het niet alleen zijn films die hem rijk maken, maar vooral de verkoop van zijn kunstcollectie, al doet hij dat ‘om anderen de kans te geven er ook van te genieten’.

Principes zijn er om opzij te zetten. Hoewel hij het de hel vindt om met Marylin Monroe samen te werken – aangezien mevrouw niet echt om haar stiptheid bekendstaat – blijft hij de publiekslieveling binnenhalen. Critici verwijten hem dan weer dat hij wat de sociale en seksuele taboes betreft uiteindelijk telkens weer zijn staart intrekt. Van politiek houdt hij zich bewust ver af. Over de Hollywood Ten, de eerste tien filmlui die van communistische sympathieën verdacht werden en op de zwarte lijst terechtkomen, sneert hij enkel: ‘Van de tien hadden er twee talent, de rest was slechts onvriendelijk’.

EMINENCE GRISE

Billy Wilder is 95 wanneer hij in maart 2002 sterft. Zijn laatste film, Buddy Buddy, niet meteen een topprent, dateert van 1981. Dat betekent dat hij 31 jaar lang de éminence grise heeft moeten uithangen – wat hem op den duur grondig tekenstak. De ene lifetime achievement award volgt de andere op, maar Wilder zou zijn hele prijzenkast zo inruilen voor de kans om nog een film te maken. Niemand gaat op het voorstel in. Het blijft bij 26 geregisseerde films en een veelvoud aan scenario’s.

Niet alle critici hebben hem op handen gedragen. ‘Less than meets the eye’, fulmineert Andrew Sarris aanvankelijk, terwijl David Thomson zijn films als ’90-odd minutes of jokes’ omschrijft en de Cahiers du cinéma-kliek hem simpelweg negeert. Ach, zijn films spreken voor zich, dankzij zijn onopvallende, maar uiterst efficiënte mise-en-scène. De man was zich er trouwens van bewust. Tegen zijn cameraman zou hij ooit gegrapt hebben: ‘Schiet wat onscherpe beelden, ik wil de prijs voor beste buitenlandse film winnen.’

CYCLUS BILLY WILDER

3/1-26/2, Cinematek, Brussel.

DOOR NIELS RUËLL

Zeg het met Wilder:

‘Oostenrijkers zijn briljant. Ze lieten de wereld geloven dat Adolf Hitler een Duitser was en Ludwig Von Beethoven een Oostenrijker.’

Zeg het met Wilder:

‘Wees grappig als je mensen de waarheid wil zeggen, of ze vermoorden je.’

Zeg het met Wilder:

‘Ik heb tien geboden. De eerste negen zijn: Gij zult niet vervelen. Het tiende is: Gij zult de final cut hebben.’

Zeg het met Wilder:

‘Als ik iets nog meer verafschuw dan niet ernstig genomen worden dan is het té ernstig genomen worden.’

Zeg het met Wilder:

‘Een filmregisseur moet politieagent, vroedvrouw, psychoanalist, sycofant en bastaard zijn.’

Zeg het met Wilder:

‘Mijn Tante Minnie zou altijd op tijd zijn en nooit een set ophouden. Maar wie zou betalen om tante Minnie te zien?’

Zeg het met Wilder:

‘De beste regisseur blijft onzichtbaar.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content