A.H.J. Dautzenberg
1. Een boek schrijven én een compilatie samenstellen over en met de muziek van je jeugd: dat moest men je geen twee keer vragen?
A.H.J. Dautzenberg: Die kans lieten we niet liggen, inderdaad. Vincent Loozen en ik zijn allebei bevriend met Ferry Roseboom van Excelsior Recordings. Hij wist dat we veel van metal houden en vroeg ons of we daarover samen iets wilden doen. Mijn eerste concert, op mijn veertiende, was januari 1982 in de Limburghal in Genk: Ian Gillan met Tygers of Pan Tang in het voorprogramma. Het jaar erna volgde de echte openbaring: Iron Maiden, in de Rodahal in Kerkrade! Vincent was er telkens ook, hoewel we elkaar toen nog niet kenden. We wisten meteen dat we die beginperiode van de metal in België en Nederland in kaart wilden brengen. De coming of age van dat genre liep parallel met die van onszelf.
2. Wat trok je zo aan in die muziek?
Dautzenberg: Metal was hard van buiten en zacht van binnen. Dat resoneerde sterk met mijn eigen karakter. Ik was een heel gevoelige, verlegen jongen en groeide op in een behoorlijk rauw arbeidersmilieu – wat ik niet negatief bedoel. Die muziek, de T-shirts waarmee ik rondliep: ze schonken mij identiteit. Want weinig mensen konden metal toen appreciëren. In de jeugdsoos van ons Limburgse dorp was er elke twee of vier weken een metalavond. Daar kwamen dertig mensen uit de wijde omgeving bij elkaar om naar platen of cassettes te luisteren en te headbangen. (lacht) Het was een spannende, geheime wereld waarin een soort familiegevoel heerste.
3. Ook in het boek staat jouw beruchte verzonnen interview met Lemmy van Motörhead uit 2011, waarin je hem als monetair expert opvoerde die de prijs van een hoer als nieuwe economische maatstaf voorstelt. Mogen we aannemen dat de andere, recente gesprekken wél waarheidsgetrouw zijn opgetekend?
Dautzenberg: Nou, in bepaalde opzichten was Lemmy ook waarheidsgetrouw opgetekend – in mijn hoofd toch. (lacht) Het was een absurdistisch stuk waarmee ik de grens tussen journalistiek en literatuur verkende. Alleen zag niet iedereen dat zo. Lemmy zelf kon er niet om lachen en stuurde een advocaat op me af. Maar goed, voor dit boek zijn we wel degelijk bij gitarist Arjen Lucassen, Aardschok-hoofdredacteur ‘Metal’ Mike van Rijswijk en al die andere mensen op bezoek geweest. Of spraken we door corona via Zoom af. Zo kunnen terugkeren naar je jeugd: voor ons was dit project een feest.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier