DIE HOLLANDERS TOCH. DE BEER VAN BERLIJN VOELT DE ADEM VAN DE TIJGER VAN ROTTERDAM IN ZIJN NEK, WANT HÉT FESTIVAL VAN NOORD-EUROPA WEIGERT NOG STEEDS ELK COMPROMIS.
21 JANUARI TOT 1 FEBRUARI
33ste International Film Festival Rotterdam
Zegt de naam Rocco Siffredi u iets? De blonde, seksueel onvermoeibare euro-über-stud maakt zijn blijde intrede in de nieuwste film shock van Catherine Breillat, L’Anatomie de l’enfer, in Italië toepasselijk Pornocrazia gedubd. Breillat komt met Rocco naar Rotterdam, waar nog meer controversieels het scherm passeert. Het Internationaal Film Festival Rotterdam (IFFR) kiest voor zijn competitiegedeelte, de VPRO Tiger Awards, dan ook bewust voor de ‘moeilijke’ film. Het festival wil duidelijk een doorn in het oog zijn van eenieder die de kwaliteit van een film meet aan het aantal bezoekers dat hij oplevert. Neem nu Vincent Gallo’s The Brown Bunny. Die kon in Cannes op nauwelijks één fan rekenen, maar voor het IFFR is juist dat een reden om hem wél te programmeren, en voor zijn meer dan enthousiaste publiek dé reden om hem te gaan bekijken. In Rotterdam beslist men om massaal naar films uit Afghanistan, Bosnië-Herzegovina, Iran of Argentinië te gaan kijken. De vermelding van die landen alleen al moet hier het Plop-publiek naar folders van het Blok doen grijpen, maar het is precies onder zulke landen dat het Hubert Bals Fonds, de motor achter het IFFR, zijn productiesteun verdeelt.
Dat daar af en toe zwaar overschatte prenten als Uzak van de Turkse regisseur Nuri Bilge Ceylan bijzitten, doet niets af aan de radicaliteit van de keuze. Last Life in the Universe van de Thaise Pen-ek Ratanaruang, Osama van Barmak Sedigh (uit Afghanistan), Fuse van Pjer Zalica (uit Bosnië-Herzegovina, in Locarno bekroond met de Zilveren Luipaard), Navel van Mohammad Shirvani (Iran), en uit Argentinië onder andere Ana y los otros van Celina Murga: yep, op meer obscure titels kan een festival niet prat gaan. Een portie ‘lastige’ cinema van Raul Ruiz (in de sectie ‘Focus’) of uit het Oosten wordt uiteraard ook niet geschuwd: Kitano’s Zatoichi opent het feest, terwijl het panorama wordt aangevuld met Only Sons van Gan Xiao’er (China), Bright Future van Kiyoshi Kurosawa Kiyoshi (Japan) en Spring, Summer, Fall, Winter… and Spring van Kim Ki-Duk (Zuid-Korea). Zo weet een mens alras hoe hoog de ambitie van het IFFR is.
Extra aardig is de interactie met andere kunsten – iets wat hier wellicht gemakshalve als Hollands snobisme afgedaan wordt. Speciale vermelding verdient het door landgenoot Edwin Carels uitgekiende programma rond Artist in Focus Isaac Julien, een politiek gemotiveerde Brit wiens films (zoals Looking for Langston, Young Soul Rebels en de docu Baadasssss Cinema) zowel als zijn werk als beeldend kunstenaar (in het Museum Boijmans van Beuningen) een centrale plaats krijgen. Jo Smets
Jo Smets
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier