3 vragen aan Daniël Rovers

© GF Chris van Houts

1 Wilde je in je roman tonen dat een museum meer is dan een mausoleum?

Daniël Rovers: In de Londense Tate zag ik ooit een gids uitleg geven voor een schilderij van Turner. Dat was een heuse performance, waarbij de gids het kunstwerk bijna overklaste. Kunst leeft dus inderdaad. Ze wil een bron van schoonheid zijn en een pad naar een verleden waar we deels rechtstreeks uit voortkomen en deels de ware toedracht niet meer van kennen. Mooi vind ik hoe dat verleden steeds verandert door de kennis die we opdoen. Het boeiende aan de kunstgeschiedenis is dat ze een parallelle lijn vormt met de algemene geschiedenis en dat ze daar soms aanvullingen bij maakt. Vandaag krijg ik echter vaak de indruk dat musea plekken geworden zijn waar vooral zoveel mogelijk mensen naar binnen geharkt moeten worden.

2 Een evolutie waar je enige bedenkingen bij hebt?

Rovers: Al te vaak wordt kwantiteit boven kwaliteit gesteld. Zo vatte het Rijksmuseum op een gegeven moment het plan op om de auto aan te kopen waarmee een onverlaat op Koninginnedag 2009 in Apeldoorn had proberen in te rijden op de bus waarin de Nederlandse koninklijke familie zat. Die ingedeukte auto waarmee zeven mensen doodgereden waren, moest dan in het museum staan. Ik vond dat verschrikkelijk plat. Ik denk dat er iets verloren gaat als je alleen maar geïnteresseerd bent in zoveel mogelijk bezoekers binnenhalen en je niet meer weet wat schoonheid is. En je ziet het overal. Ook in de literatuur trouwens.

3 Vraag je je net als Heribert wel eens af of de makers van de Claudioguide naast artificiële intelligentie ook artificiële verstrooidheid hebben ingebouwd?

Rovers: Verstrooidheid is belangrijk in het leven. Daarom lees je toch ook romans, om van het ene idee naar het volgende gevoel verstrooid te raken? Ik vind het de grote, magische kracht van literatuur dat je je als schrijver en lezer kunt verplaatsen in de hoofden van andere mensen. Dat is wel eens zielsverhuizing genoemd. Vandaar dat romans ook anders lezen dan non-fictie. Het voordeel van dat laatste is er dat er altijd informatie in staat. Zelfs al is het boek slecht geschreven, dan hou je er toch nog iets aan over. Bij een roman probeer je de lezer mee te nemen in jouw wereld, waarin hij de alledaagse tijdsdruk van zich af kan werpen. De roman is de kunst van de verstrooidheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content