2013 was een uitstekend filmjaar. Alleen de animatiefilm liet het zwaar afweten.
In de eindejaarslijstjes zult u dit jaar zo goed als geen animatiefilms vinden. Erg is dat niet, maar het valt wel op na de jaren van Fantastic Mr. Fox, Waltz with Bashir en al die parels van Pixar. De armoede wordt nog het best geïllustreerd door de Academylonglist voor de Oscar voor beste animatiefilm. Achter opvallend veel films staat een cijfer. Cloudy with a Chance of Meatballs 2, Despicable Me 2 en Monsters University zijn allemaal sequels. En dat The Smurfs 2 daartussen staat, is veelzeggend: alleen in de lijst platcommerciële uitbuiting van Belgisch erfgoed verdient die een hoge notering. Achter Turbo en Planes staat geen cijfer, al had dat wel gekund: de films zijn doorslagjes van Cars. Free Birds is Chicken Run met kalkoenen – de voze discountversie, wel te verstaan. Epic was beter dan Ice Age 3, de vorige film van Fox’ Blue Sky Studios, maar daar was geen kunst aan. De maffe holbewonerskomedie The Croods is net als de Kung Fu Panda– en Madagascar-franchises van DreamWorks enkel op kinderen gericht. Na Shrek heeft die studio nauwelijks nog animatiefilms met enige ambitie gemaakt. A Letter to Momo herinnert ons eraan dat de betere anime – zie ook Wolf Children –enkel in Franstalig België uitkomt. En om het verhaal van de longlist voor de Oscars rond te maken: de Frans-Belgische animatiefilm Ernest & Célestine is niet kansloos, maar die mooie, met de hand getekende animatiefilm voor kleine kinderen én hun ouders kwam hier eind 2012 al uit.
Eens een jaartje zonder echte animatietoppers, we zouden er niet om malen als Pixar niet voor het derde jaar op rij teleurstelde. Monsters University was niet slecht – Pixars technische meesterschap is onbedreigd – maar deed geen harten sneller kloppen of tranen over de wangen rollen zoals Up, Wall-E of Toy Story dat wel deden. Vorig jaar was Brave ook al meer Disney dan goed is voor Pixar. En het jaar daarvoor bereikte de studio die de animatiehausse op gang bracht een pijnlijk dieptepunt met Cars 2: qua merchandising een goede zet, maar een aanfluiting van Pixars traditie van meeslepende verhalen die iederéén boeien en figuren met een pak meer emotionele diepgang dan het doorsneepersonage uit een liveactionfilm. Die drie tegenvallers op rij wordt links en rechts aangegrepen om over de ondergang van Pixar te orakelen. Dat is een beetje belachelijk van links en rechts, gezien de voorsprong die Pixar nog altijd heeft en de interessante projecten die op stapel staan. Maar de onwaarschijnlijke opeenvolging van instantklassiekers is hoe dan ook gedaan. Het moest er ooit van komen. Het gouden tijdperk heeft toch maar mooi vijftien jaar geduurd: van Toy Story (1995) tot Toy Story 3 (2010). En niets lijkt een mooi zilveren tijdperk in de weg te staan.
DOOR NIELS RUËLL
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier